weekblad-logo

week 49-2017

Fotoquiz snelste


De snelste met het goede antwoord op de vraag van vorige week was Hans van Efferen. Die zag geen gelegenheid en dus komt de nieuwe opgave van nummer twee: Robert Raat. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Oplossing vorige week

Hier is de hele foto, waarvan Ria Scharn een strook afknipte. Inderdaad, het oude stadhuis op de Oudezijds Voorburgwal 197-201.
Op de locatie komen we later nog eens terug, vooral wat de oorsprong van het complex is.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Hans van Efferen, Robert Raat, Otto Meyer,

Fotoquiz: Erwin's keuze

Erwin Meijers schreef bij deze foto: "ziet er tegenwoordig wat anders uit".
Dat lijkt maar zo, op het eerste gezicht..., na een vluchtige blik.

Het straatnaambord hebben we voor de zekerheid geblurrd maar de firmanaam laten staan. Daar kwamen wij zelf geen stap verder mee. In de foto zitten genoeg hints om hier uit te komen.

Welke hoek is dit?

Laat het ons weten via deze link

Oplossing: Otto's keuze

Ook bij deze oplossing de hele foto met een stukje van de munttoren er nog op. Dit heette toen het Sophiaplein en we kijken de Kalverstraat in. Allebei de hoeken zijn opnieuw opgebouwd. Links staat nu Studio Heno en rechts het gebouw voor De Nederlanden van 1845 van de hand van Berlage. Dat gebouw kwam vorige week ter sprake bij het jeugdwerkje van Berlage op de Egelantiersgracht.

"Een weggevertje" vond iemand, doordat de naam Damste en het huisnummer (hoogste huisnummer in de Kalverstraat) bleven staan. Een weggevertje dat toch niet iedereen ontdekte.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Erwin Meijers, Maaike de Graaf, Anneke Huijser, Anna Denekamp, Ria scharn, Robert Raat, Jos Mol, Hans Goedhart, Han Mannaert, Hans van Efferen, Aschwin Merks, Adrie de Koning, Hans Standaar, Nico Prinse

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Zoekplaatje met voldoende landkenmerken om te bepalen waar we hier zijn. En dan de vragen: er staan bouwketen op 'stelten' over een straat. Welke straat? Het dwarsstraatje (achter de bouwkeet) speelde een tijd geleden ook al een rol in deze quiz en de nieuwbouw rechts eveneens, samen met het gebouw dat op het nog braakliggende terrein kwam. In de plaats van de riante parkeerplaats voor de bouwvakkers stonden ooit rijen huisjes. De parkeerplaats maakte weer plaats voor een groot appartementengebouw. Houdt u zich ook nog even bezig met de bouwjaren van de geparkeerde auto's? Dan weet u ongeveer het jaar dat er gebouwd werd.

Welke straat is dit?
Voor wie is de nieuwbouw rechts?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Origineel hè? We waren toch in de Kalverstraat en namen het andere eind op de korrel. We kijken richting Dam en zien in de verte het koor van de Nieuwe Kerk, de ingang van de Eggertstraat en de huizen Dam 6-10. Het lichte gebouw aan het eind van de huizenrij is Sociëteit Zeemanshoop.
Wij hebben de wazige achtergrond wat doorgedrukt zodat u zelf kunt zien wat het antwoord had moeten zijn. Niet dat we daar erg moeilijk over hebben gedaan. Dam was al prima.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Otto Meyer, Gerard Beerman, Anneke Huijser, Ria Scharn, Robert Raat, Jos Mol, Han Mannaert, Hans van Efferen, Adrie de Koning, Aschwin Merks, Mike Man

Met de camera op pad...

Geen steen die u hier ziet, staat nog op de ander. Zonde van die gevels. Dat met de festoenen en koeieogen heeft een jaartalsteen en een gevelsteen. Weet u welke en waar die gebleven zijn? Dit is een vraag om informatie, geen quizvraag. Daarvoor willen we alleen de locatie weten.

Waar is dit?

Uw oplossing graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Houd u vast: dit is een paviljoen op de Internationale Tentoonstelling van Voorwerpen voor de Huishouding en het Bedrijf van den Handwerksman, op het parkachtige voorplein van het Paleis voor Volksvlijt op het Frederiksplein. Het paviljoen is een uitspanning van Café Neuf uit de Kalverstraat, die deze jaren flink aan de weg timmert. Dat is ook de tekst die we weggepoetst hebben.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Het gebouw in de achtergrond was de Frederiksschool. Dat gebouw heeft daarna nog heel wat andere bestemmingen gehad die we in een vroegere aflevering al eens besproken hebben. De bekendste zijn de Vluchtheuvel en de ASVO school. Die laatste heeft ook de nieuwbouw in de plaats van dit gebouw gepleegd.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Maaike de Graaf, Anneke Huijser, Ria Scharn, Robert Raat, Aschwin Merks, Adrie de Koning, Jos Mol,

en dan nog even dit...

We hebben weer tientallen nieuwe deelnemers mogen verwelkomen sinds het laatste verzoek toch vooral de e-mail-links bij de vier quizfoto's te gebruiken. Aan het einde van de week sorteert de redactie de goede inzending op het onderwerp en als u de link niet heeft gebruikt valt u buiten dit lijstje. Alleen als het ons opgevallen is, verschijnt uw naam alsnog in de lijst. Als het een keer misgaat kunt u altijd een mailtje sturen om ons opmerkzaam te maken op het ontbreken van uw naam. Een goede oplossing blijft een goede oplossing.

Vooral Windows 10 doet moeilijk over het beantwoorden van mail via een link. Dat merkt u meteen. Maak dan zelf een antwoord-mail aan met als onderwerk weeknummer_onderwerp, bijvoorbeeld: wk49_snelst. Hoe dat onderwerp er uit ziet, toont uw browser als u met de cursor op de link gaat staan (meestal links onder in beeld).

Amateur-genie in compositie, zijn tijd ver vooruit

De Volkskrant drukte deze foto van Willem Mol in 1955 af:
het Waterlooplein.

Op de achtergrond de Mozes en Aäronkerk. De foto is genomen op een zaterdagmiddag. 

De foto viel in de prijzen. 

Amsterdam is door velen op de gevoelige plaat vastgelegd. Vaak ook op bijzondere wijze door amateurfotografen. Willem Mol (1909-1993) was zo’n gedreven amateurfotograaf. Hij was een echte doe-het-zelver die bijna alles zelf maakte, van vergrotingsapparaat tot chemicaliën. Hij deed aan vele fotowedstrijden mee, werd lid van de Amsterdamse fotoclub SAF en won vele prijzen. Dit artikel is een ode aan zijn fotografische kwaliteiten.

De fotograaf
Willem Mol was in zijn vrije uurtjes een gedreven amateurfotograaf. Vooral na de tweede wereldoorlog was hij altijd met de camera op pad. De eerste door hem geschoten foto dateert echter al uit 1923. Aangezien hij een geboren Amsterdammer was, speelde veel van zijn fotografische activiteiten zich in en rond de stad af. Hij was een echte doe-het-zelver. Hij had een donkere kamer ingericht op de zolder waar hij alles zelf verzorgde. Hij maakte zelf een vergrotingsapparaat, kocht alle chemicaliën bij de fotospeciaalzaak en mengde zelf zijn ontwikkelaar en fixeer. Hij maakte vele foto's van wat er zo verdween uit Amsterdam. Voorbeelden zijn de kaalslag aan de Weesperstraat, het verdwijnen van de Jodenbuurt en de afbraak van de Bonifaciuskerk in Oost en de Willibrordus-buiten-de-Veste.

Op de foto ziet u Willem Mol bezig met zijn geheel zelf vervaardigde vergrotingsapparaat

Foto: Een Tiroler echtpaar spoedde zich het Damrak op bij het Victoria Hotel

Gewonnen prijzen bij 'De Volkskrant'
Als fervent Volkskrantlezer deed hij een aantal malen mee aan door de krant uitgeschreven fotowedstrijden (o.a. in 1955). Hij stuurde foto's in van het Waterlooplein onder de titel ''Mensen in hun werk'' (toen er nog geen sprake was van de Stopera), van de Prins Hendrikkade/Damrak onder de titel ''Vreemden in Amsterdam'' (een familie in Oostenrijkse kledij) en van het IJ met als onderwerp ''Vakantie in eigen stad'' (kinderen spelend op een strandje aan een stukje Prins Hendrikkade; foto hieronder).
Alle drie foto's zijn in de prijzen gevallen en afgedrukt in de Volkskrant van 1955.

Foto: Spelende kinderen aan het strandje langs de Prins Hendrikkade

Gewonnen prijzen bij de 'SAF'
Om zijn kennis met anderen te delen werd hij in 1963 lid van de fotoclub van Gemeentewaterleidingen Amsterdam (GW), tegenwoordig Waternet genaamd, die op de Nieuwe Herengracht was gevestigd totdat deze werd opgeheven in 1975. Uit verschillende mededelingenbladen van de fotoclub blijken de activiteiten van de leden waaronder Willem Mol. In 1970 had de club 64 deelnemers.
De fotoclub was aangesloten bij de Samenwerkende Amsterdamse Fotoclubs (SAF). De SAF bestond in de 60er jaren uit maar liefst 14 bedrijfsfotoclubs.

Bij de SAF werden vaak fotowedstrijden gehouden. Men mocht dan foto's op A3-formaat inleveren, die vervolgens anoniem beoordeeld werden door beroemde beroepsfotografen zoals Paul Huf of  Frits Rotgans. Na afloop werden de foto's blind genomineerd. De Fotoclub GW streed ook tegen de beste fotoclubs van Amsterdam. Met de foto getiteld 'Kosmos/karrenspoor' (foto links) won Mol de eerste prijs uit 986 foto's.

Hieronder nog twee prijswinnaars. Op de rechterfoto zit de samensteller van dit artikel, zoon Jos, in dienst van het evenwicht in de compositie.

Het ligt in de bedoeling zijn gehele collectie te schenken aan het Stadsarchief Amsterdam. ------Jos Mol

In de herhaling: de Verdwenen Stad

Jaren geleden begon Gerrit Schuurman met een serie videopresentaties met als thema de geschiedenis van Amsterdam. Wij hebben u diverse daarvan laten bezoeken. Tegenwoordig heeft hij een complete Facebook-pagina met aanvullende informatie bij de filmpjes.

We laten u één ervan nog eens zien. Klik de afbeelding om te bekijken. In de rechterkolom van YouTube vindt u de links naar andere producten.

Column: architect A.A.Kok

ngenieur A.A. Kok werd geboren in Dordrecht op 23 mei 1881. Hij overleed in Amsterdam, de plaats waar hij woonde en werkte, op 15 april 1951. Hij had zich op 27-jarige leeftijd in Amsterdam als architect gevestigd.

Op andere terreinen was hij actief: in 1907 kwam hij in de redactievan het weekblad Architctura, het orgaan van het Genootschap Architectura et Amicitia, welke groep fel streed tegen de sleur van het 19e eeuwse eclectisme (samenraapsel van stijlen). Hij was ook secretaris van de Bond Heemschut en publiceerde veel.

In enkele interviews spreekt hij zich als volgt uit:

"Dat is ’t bovenmenschelijke, dat in de bouwkunst is. Wanneer de mensch gereed is dan is ’t bouwwerk niet gereed, wel neen, dan begint ’t pas.Dan komt de wind en de zon en de regen, dan komt de uitzetting door de warmte, de uitzetting gevolgd door inkrimping bij koude, dan komt nog veel meer waar menschen niet bij kunnen. Dan gaat langzaam alles tenonder. Eens wordt alles stof. Doch deze vernietiging geschiedt in groote mildheid. Wat goed gemaakt werd en van edele materialen is trotseert de eeuwen".
"Wat slecht gemaakt wordt of in onedele materialen of wat bedrog is, gaat snel ten onder.Doch zo mild is deze vernietiging, dat het zoo langzaam gaat, dat de mensch ’t niet zien kan evenmin als hij zien kan, dat de schaduwstreep van den zonnewijzer verschuift en boven-dien geschiedt de vernietiging in schoonheid. Want zelfs de paddestoel, die ’t hout doet vergaan is schoon en de ruïne is zoo pittorresk, dat de schilder haar tot onderwerp van zijn kunst maakt".

En ook gaat zijn visie verder dan het enkel neerzetten van een nieuw gebouw:

"Ik zeide reeds iets van vorm en kleur dat de kunstwaarde van een bouwwerk beheerscht. Doch daarmede is men met een bouwwerk niet klaar. Daar komt nog wat bij. Dat is het doel. En het doel vraagt naar symboliek. Doel en symboliek gaan hand aan hand".

"Dat is ’t best begrijpelijk te maken met eenige voorbeelden. Een protestants kerkgebouw ouder dan de hervorming en ook een nieuwe katholieke kerk hebben als hoofdelementen een koor, een schip en een toren, die ieder hun afgebakend doel hebben en tevens symbool zijn".

Hieruit blijkt wel degelijk wat hem voor ogen stond. Maar aan de andere kant geeft hij aan dat men met zijn kennis niet teveel te koop moet lopen:

"Over de dingen van hoogere waarde, van proportiestelsel en symboliek doet men ’t best bij het ontwerp van gebouw zoomin mogelijk te spreken, want anders wordt men door diegenen, die dat niet omvatten kunnen minzaam uitgelachen".

Tenslotte nog over de symboliek:

"Uit het voorgaande zou je kunnen opmaken de de architect maatschappelijke veranderingen voorzag. Dat zie je wel meer bij beeldende kunstenaars. Hier zou dat kunnen slaan op de ontkerkelijking, en op het feit dat de overheid een aantal taken van de kerk zou overnemen (hetgeen overigens ook in de Franse Tijd al was gebeurd)".

--Menno Tolsma

"Om goede bouwkunst voort te brengen is nodig: vakkennis opgedaan in het ambacht, begrip van wiskunde, begaafdheid, zin voor het bovenmenselijke, waarvan de natuur de zichtbare uiting is".

Dit schrijft A.A. Kok zelf in de inleiding van zijn boekje "Amsterdamsche Woonhuizen" dat in de Heemschut-serie in 1943 werd uitgegeven. En ook:

"Aangezien in de 19de eeuw het ambacht werd tot werknemer, de wiskunde tot hersenoefening veelal zonder verwijzing naar het doel, het bovenmenselijke tot wetenschap, vlood de schoonheid en maakte plaats voor lelijkheid, werd de bouwkunst tot techniek en tot gewin. Dit is in het kort een antwoord op de vraag hoe het komt dat oude bouwkunst schoon is en nieuwe meestal niet".

En verder:

"Doch daar is een troost. Oude bouwwerken zijn zoo goed gemaakt dat zij de eeuwen weerstaan. De bouwwerken van het tijdperk van de diepste inzinking zijn zoo slecht gemaakt dat hun levensduur nauwelijks een menschenleven te boven gaat".

De VVAB gaat nog even op het thema verder:

Architecten zoals Kok, sinds 1911 verenigd in de Bond Heemschut, beschouwden de ‘huisjesbouwerij’ als een droevige persiflage van de bouwkunst. Het ‘Adviesbureau’ van de Bond heeft tot 1937 geprobeerd om deze praktijk als een soort landelijke welstandscommissie in goede banen te leiden. Kok was bijzonder behendig in het fatsoeneren van de povere ontwerpen die aannemers produceerden. Met het hoofdstuk ‘De woningbouw’ kwam hij in 1941 nog eenmaal terug op deze problematiek. Daarbij ging het over Amsterdamse woningbouw. De Beurs van Berlage had daar helaas maar weinig invloed op gehad. Maar erger was dat het woonhuis als zodanig eigenlijk niet meer bestond, alleen de dure huizen op het Museumterrein herinnerden daaraan. ‘Dit stuk stad is een waar architectuurmuseum geworden. Elke architect uit de eerste 15 jaren der 20ste eeuw heeft er iets gemaakt’. Kok zelf had daar samen met A.R. Hulshoff mooie solide huizen gebouwd aan de Pieter de Hoochstraat (1-3, 2-8) en aan de Van Miereveldstraat (5-11)


Kok had ook hele typische inzichten over gebouwrestauraties, die hem regelmatig in aanvaring brachten met opdrachtgevers. Een voorbeeld is de restauratie van het hoekhuis 't Papeneiland op de Prinsengracht, hoek Brouwersgracht. De eenvoudige en tamelijk lelijke tuitgevels weigerde hij terug te restaureren tot de oorspronkelijke trapgevels. Hij was van mening dat de tuitgevels de enige referentie tot de originele gevels waren en dat trapgevels een historiserende bewerking zouden zijn. De eigenaar, een nog prille vereniging Hendrick de Keyser zwichtte, ondanks dat met de stadsplattegrond van Balthasar van Berckenrode (1625) bewezen kon worden dat de trapgevels wel degelijk origineel waren. Tijdens een tweede restauratie, decennia later, heeft men alsnog de trapgevels teruggebracht.
Tot zover het gedachtengoed van A.A.Kok.

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 5 december 1917 - Het autoverkeer in Amsterdam wordt lamgelegd door een algemeen rijverbod voor benzineauto's. De voertuigen rijden al een hele tijd op een mengsel van benzine en spiritus, spirit gedoopt, maar de voorraad slinkt zo snel dat maatregelen nodig zijn. Bedrijven zullen vanaf vandaag nog maar 2/3 van de hoeveelheid brandstof van voorheen krijgen.
De Taxi Auto Maatschappij heeft van de 56 wagens er nu nog 6 op de weg en vraagt zich af hoeveel dat er na vandaag zullen zijn. De Auto Onderneming heeft van de 60 wagens nog 4 op de weg en ziet de toekomst somber in. De ATAX taxicentrale, die uitsluitend elektrisch aangedreven auto's (foto) gebruikt, zit voorlopig op rozen, alhoewel ook zij een beperking kunnen verwachten van de hoeveelheid kolen die zij ter beschikking krijgen. Dat bedrijf wekt zelf de elektriciteit op waarmee de accu's worden opgeladen.

Vrijdag 7 december 1917 - Opening Nederlands Persmuseum in een door de Lettergieterij Amsterdam, v/h N. Tetterode (DaCostakade) ter beschikking gestelde zaal. Eindelijk kan de stichting de noodverblijven achter zich laten en de collectie naar behoren opbergen, rubriceren en tentoonstellen. De bezoekers kunnen tevens de aansluitende bibliotheek (foto) van de Lettergieterij bezoeken.
De collectie is in opzet samengesteld door D.A. van Waalwijk op basis van een op een veiling bemachtigde verzameling van J.L. Beyers. Daarin zaten diverse eerste uitgaven van Nederlandse kranten. Hartkamp heeft de collectie aanzienlijk uitgebreid. De voorzitter van de Amsterdamsche Pers, dhr. Helmer verrichtte de opening, de burgemeester liet zich verontschuldigen wegens drukke werkzaamheden, net als de hoofdcommissaris van Politie en de commandant van de vesting Amsterdam. Zeker omdat zij niet zo'n beste relatie met de pers hebben?!

Overigens zou het Nederlandse Persmuseum in 1924 al een nieuw onderkomen vinden in het Korendragershuisje op de Nieuwezijds Kolk.

Lees meer over de opening en voorbereiding (gearchiveerde site Persmuseum)

Nog meer over de geschiedenis, de doelstellingen en de collecties van het Persmuseum is te lezen in de publicatie Het Nederlands Persmuseum. Liefdewerk oud papier geschreven door M. Wolf (1992).

 

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2017. De keuze 2016, 2015 of 2014 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09
wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44 wk45
wk46 wk47 wk48 wk49 wk50 wk51 wk52 oudjaar        
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave