weekblad-logo

week 36-2017

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Harry Snijder. Van hem komt dan ook de nieuwe opgave. Hij heeft een deel uit een foto genomen om nog iets te raden over te laten. Volgende week laat hij de hele foto zien. De vraag is:

Welke brug is dit?

Voor de goede orde, de brug ziet er allang niet meer zó uit.

Oplossingen via deze link

Oplossing vorige week

Had u nu maar de wegwijzer kunnen ontcijferen. Dat zou flink geholpen hebben. We staan op het kruispunt Ooster Ringdijk en het eind van de Middenweg, begin Hartveldseweg en dat is op de grens met de gemeente Diemen.

Foto: Historisch Kring Diemen. De foto bevindt zich ook in het Stadsarchief Amsterdam.

Goede oplossingen kwamen van Harry Snijder, Adrie de Koning, Maaike de Graaf, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Ria Scharn, Kees Huyser, Hans van Efferen, Jos Mol, Jan Burgers, Anna Denekamp en Anthony Kolder.

Fotoquiz: Johnny's keuze

Acht draaiorgels van Perlee werden ingehuurd om de verhuizing van een bedrijf "kleur" te geven. Ze staan op een brug in de buurt van het bedrijf. Voor de goede orde: het is niet het bedrijf dat op de foto voorkomt. Waarschijnlijk hadden ze de bijpassende meisjes meegenomen om het obligate dansje op de tonen van de orgelmuziek te maken. Met zwierende rokken...

Over welke gracht ligt deze brug?
Weet u het brugnummer of de huidige naam van de brug?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing Dick's keuze

Dat was toch het eerste waaraan je dacht, aan de Jordaan. Gelukkig maar dat daarvoor al gewaarschuwd werd. De aandacht kon nu op de rest van de stad gericht worden.

We staan op brug #223, ook wel Oost-Indisch Huisbrug genoemd, en kijken 't Rusland in. Op de hoek staat Kloveniersburgwal 62, een voorbeeldig 17de-eeuws woon-/werkhuis dat in 1658 waarschijnlijk voor koopman Roemer Visscher werd gebouwd. De gevelsteen geeft daar aanleiding toe. Het is bijna een rebus van het kinderlijkste soort. Het afgebeelde wijnglas, met een bolle kelk en een dikke steel met braamnoppen, is inderdaad een roemer. De visser draagt hoge laarzen en houdt een bootshaak in zijn ene, en een grote vis in zijn andere hand. De bovenrand van de steen is boogvormig afgedekt. Ter weerszijden zijn grote, met bladwerk versierde krullen. Het reliëf dateert uit de tweede helft van de 17de eeuw.
De halsgevel heeft een gebogen fronton (top), imposante klauwstukken met dolfijnen en een oeil-de-boeuf (koeieoog) onder de hijsbalk. De festoenen laten tenslotte zien dat dit pand niet "op 'n koopie" is gebouwd, ondanks dat het duidelijk een grbuikspand was.

In de restauratie zijn de bovenlichten van de hoge voorkamer en opkamer definitief een aparte verdieping geworden. Voor de buitenkant maakt dat gelukkig geen verschil.

info en foto hieronder: VVGA

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Adriaan de Kater, Anneke Huijser, Ria Scharn, Ton Brosse, Minne Dijkstra, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Harry Snijder, Jos Mol, Robert Raat, Anna Denekamp en Anthony Kolder.

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Dit bijzondere dubbelpakhuis moest zo nodig wijken voor iets anders. Weet u waar het stond en wat ervoor in de plaats kwam? Dat was het ook niet vergund hier te blijven en week op zijn beurt uit naar een andere plek. Nu staat er een appartementengebouw. Alhoewel..., daar hebben ze toch iets leuks mee gedaan.

Waar is dit?
Wat kwam ervoor in de plaats?
Waarvoor heeft dat weer plaats moeten maken?
Graag een Street View van de huidige situatie

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Knikken in de grachtengordel zijn er niet veel en als je ze vanaf het begin naloopt heb je, afhankelijk van waar je begint, gelijk bij de eerste beet. Achter de bomen gaat het Huis Bartolotti schuil, dat zelfs de knik in het brede huis heeft verwerkt. We hebben het dan over de Herengracht 170-172.
Het huis werd in 1615-'20 gebouwd voor koopman/bankier Willem van den Heuvel die zich de naam Guillelmo Bartolotti had aangemeten. Het ontwerp is van Hendrick de Keyser en uitgevoerd is het door zijn zoon Pieter. Het is op een dubbel perceel gebouwd en meet 14,6 meter breed.
Nog in de 17de eeuw werd het huis gesplitst en kreeg zijn tweede voordeur. De rest van de in de loop der eeuwen aangebrachte wijzigingen zijn bij een restauratie in 1967-'71 weer gereconstrueerd. Het was toen eigendom geworden van Vereniging Hendrick de Keyser. Zij gebruiken het sinds 2009 als kantoor.

Opvallend is dat het huis twee vermeldingen in het register van rijksmonumenten heeft (#1761 en 1762), voor elk der gesplitste helften één.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Adriaan de Kater, Wim Huissen, Jos Mol, Anneke Huijser, Otto Meyer, Ria Scharn, Kees Huyser, Maarten Helle, Han Mannaert, Adrie de Koning, Robert Raat, Hans van Efferen, Harry Snijder, Hans Goedhart, Anna Denekamp en Anthony Kolder.

Met de camera op pad...

Links en rechts rukte de nieuwbouw op tot dit bedrijfspand. De fotograaf, volgende week hoort u welke, ging dit dappere bedrijf dat hier al vele decennia lang stand houdt, fotograferen. Zou hij bang zijn geweest dat ook dit pand vernieuwd zou worden? Binnenkort is de firma alleen al in dit pand 75 jaar gevestigd.

Wij hebben de gevelreclames geblurrd om het niet te makkelijk te maken. Als u echter regelmatig hier langs gekomen bent, zult u de gevel wel herkennen. Of misschien bent u zelfs wel binnen geweest, op zoek naar materiaal. Het is overigens bijzonder dat het pand aan een gracht reclames van deze omvang vertoont. Dat komt omdat ze er al waren toen de regels voor dit soort "ontsiering" strikter werden.

Welk adres heeft dit pand?
Welke firma is hier sinds 1945 in gevestigd?

Uw oplossing graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

De uitbreidingsplannen had De Nederlandsche Bank op de Oude Turfmarkt. De bouwplannen waren ontworpen door Ed. Cuypers en de presentatie was in 1923. Zoals aan de foto hieronder te zien is ging de bouw niet door.
De maquette was overigens van klei gemaakt.

Foto: Jan van Dijk / SAA

 

Dit is de gevelwand zoals die was en bleef. Rechts valt de helft van nr. 147 buiten de foto maar u kunt het aan de vorm wel herkennen. Wat ondermeer gesloopt zou worden is het pand van het Sint Bernardus Gesticht. Het pand links is het deel van de Nederlandsche Bank dat in werkelijkheid bestaat uit drie (hevig) verbouwde huizen van het Sint Pietersgasthuis naar ontwerp van Philips Vingboons. Zie voor meer details de PDF d'Uuterste Nesse.

Het dubbele huis 145-147, waarvan het linker pand nog origineel is, werd gebouwd voor Pieter Jansz Sweelinck, de zoon van de componist. Het is ontworpen door Phiips Vingboons. Het rechterpand kreeg in 1882-'84 van architect A.L. van Gendt een nieuwe gevel in neo-renaissance. Had hij beter kunnen laten, dan hadden we het nu kunnen restaureren.

De fotomontage hieronder is een grapje van Roeland Koning om ons te laten zien wat er verloren is gegaan.

 

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Adrie de Koning, Harry Snijder, Adriaan de Kater, Anneke Huijser, Ria Scharn, Kees Huyser, Jos Mol, Robert Raat, Hans van Efferen, Hans Goedhart, Anna Denekamp en Anthony Kolder.

en dan nog even over...

Waarom is de naam van het pand Oudezijds Voorburgwal 316, behalve Ladder Jacobs, ook wel Jacobs Droom? Dat komt door de gevelsteen met een voorstelling van Jacobs droom (Genesis 28:11-12) waar de ladder naar de hemel een rol speelt. Op de voorgrond is Jacob slapend voorgesteld terwijl links op de achtergrond twee engelen uit de wolken via een ladder afdalen. Er is geen op- of onderschrift. Het reliëf is gehakt naar een 1601 gedateerde ets van Jan Pynas (1583/4-1631). Door een verkeerde beschildering leek de rand van de hoed lang op een gouden aureool maar deze fout is onlangs hersteld. Overigens is het begrip "ladder" in de bijbelvertaling omstreden. In het Oude Testament staat een (Hebreeuwse) term die voor veel vertalingen in aanmerking komt.

Info en foto: VVAG en Wikipedia

Monumentendag

Als u wilt weten welke monumenten u 9 en 10 september a.s. kunt bekijken, klikt u hier.

Herinnert u zich deze nog?

Lantaarnopsteker - door Jos Mol

Verlichting die binnenshuis werd gebruikt bestond voornamelijk uit kaarsen en olielampen. Zo langzamerhand werden ook allerlei lantaarns gebruikt die gemaakt werden door een lantaarnmaker. Rond 1600 werd in Amsterdam afgevaardigd dat er voor elke twaalfde woning aan de straatzijde een lantaarn met brandende kaars moest staan. Aangezien dit natuurlijk niet werkte, werd al gauw de eerste lantaarnopsteker aangesteld. Deze had zorg te dragen voor de straatverlichting. Men had al bepaald dat een ieder die zich na 21.00 uur 's-avonds op straat begaf, een brandende lantaarn bij zich moest dragen.  In 1663 ontwierp Jan van der Heyden een lamp die gebruik maakte van raapolie. Dit begin van de straatverlichting vereiste natuurlijk een ''Dienst der Straatlantaarns''. 
Iedere had ongeveer 20 lantaars te vullen en aan te steken. Aanvang 1700 had Amsterdam al 2500 straatlantaarns en in het midden van de 19e eeuw leek het er even op dat de petroleumlamp zijn intrede zou doen. Maar dat was gauw voorbij vanwege ontbrandingsgevaar en stank. De gaslantaarn kwam op. In Amsterdam stonden rond het jaar 1900 9000 gaslantaarns en ook nog 120 op petroleum. Deze lichtbronnen zouden op hun beurt weer plaatsmaken voor elektrische. Dit leidde tot volledige verdwijning van de ''lantaarnopsteker''.
Ook voor het aansteken van vuurbakens op bijv. havenhoofden, had men lantaarnopstekers. Deze beroepen werden in deeltijd uitgevoerd. Iets wat weinigen weten is dat soms vrouwen als lantaarnopsteker fungeerden.

Deze bijdrage van Jos Mol werd eerder in de Amsterdamsekrant (v.m. Oud-Amsterdammer) gepubliceerd en is met toestemming van die krant ook door ons opgenomen.

Deze aflevering van Jos Mol sluit aan bij één van de items in "100 Jaar geleden". Daar gaat het over de elektrificering van de straatverlichting die het einde van deze beroepsgroep inluidde. Zie hieronder.

Wat was hier vroeger?

De Brouwersgracht 79-81, een dubbel huis onder een enkele geveltop. Achter de geveltop verbergen zich twee kappen en daarom zijn er ook twee hijsbalken. Maar daar gaat het nu niet om. Het is het gangetje rechts ervan dat onze aandacht verdient. Het voert volgens het bord boven het poortje naar de inpandige timmerwinkel met de huisnummers 83-87. De gang heeft zowaar een naam..., de Posthoorngang. Posthoorn? Dat is toch die kerk in de Haarlemmerstraat?

De gang voerde tot 1863 naar de schuilkerk De Posthoorn. In de 17de eeuw heette een R.K. parochie "statie" en de statie in de Haarlemmerbuurt zetelde sinds 1620 of iets vroeger in het Friesch Wapen op de Haarlemmerdijk. In 1682 kocht de statie de voormalige stalling van een postkoetsdienst die inpandig stond achter de huizen Prinsengracht, hoek Brouwersgracht. Het woonhuis en kantoor dat er bij hoorde stond op de Prinsengracht 7. Zoals het een postkoetsdienst betaamt had het een posthoorn als merkteken en die staat dan ook in steen gebeiteld boven de ingang van dat huis. Nog steeds.
De gang naar de Brouwersgracht was de achteruitgang van de kerk. Een schuilkerk had altijd meer dan één uitgang, of vluchtweg, zo u wilt.

In 1859 werd de bouwkundige staat van de schuilkerk zó slecht dat het kerkbestuur besloot te verhuizen. Heimelijk kerken en geheimzinnig doen was allang niet meer nodig. Men kocht enkele percelen in de Haarlemmer Houttuinen en bouwde in 1860-'63 naar ontwerp van Pierre Cuijpers een nieuwe Posthoorn. De officiele naam was Onze Lieve Vrouwe Onbevlekt Ontvangen maar de bijnaam ging soepeltjes over op de nieuwe kerk. Na aankopen van enkele percelen achter de kerk in de Haarlemmerstraat werd in 1887-'89 een uitbreiding gebouwd met dubbele toren naast een inganspartij aan die straat. Vandaag wordt er niet mer gekerkt in De Posthoorn.

Column: Goddelijke stilte

ltijd herrie of lawaai of geroezemoes in good old Mokum. Als jochie deerde mij dat natuurlijk niet echt! Ik was als rechtgeaarde ADHD-er avant la lettre - al klepperend met kartonnetjes langs mijn fietsspaken - op luilakochtend zélf een van de produceerders van die decibellen, maar ook op de overige eenenvijftig ochtenden liet ik mij niet onbetuigd. Soms imponeerde de stilte wel. Bijvoorbeeld ’s avonds in het park of op het landje als het ging schemeren en je met je Winnetou-uitrusting nog wat ‘coibois’ moest oprollen, terwijl die allang thuis in de teil zaten te weken. Soms geraakte je vanzelf in de stilte als je speeldrift niet wilde eindigen. Er waren strenge winters in die dagen en zo kon het gebeuren dat je etmalenlang met je houten noren over de Haarlemmertrekvaart kraste en als iedereen aan de warme prak zat, ging jij nog efkes door…zo lekker,..én..geen tegenliggers! Op een mooie dag streek er een vlucht vogels neer benoorden de trekvaart en de spoorlijn, en wel zo’n grote kolonie dat mijn nieuwsgierigheid als jeugdig ornitholoog was gewekt. De volgende ochtend, het was op een zondag,  iedereen lag nog op een oor, schaatste ik er al weer, maar nu met een doel, even wat verder klunen en schaatsen om de vogels te betrappen. Het polderland daar benoorden de spoorlijn was vreemd bobbelig. Het was of er moerasgassen naar boven waren gebobbeld en zodoende tal van bergjes voortbrachten, waarna de hele boel in één nacht stijf bevroor. Ik heb dat verschijnsel nooit kunnen verklaren, maar pret had ik wel.

Je kon er heerlijk op schaatsen en gleed met een vaartje van de ene bobbel naar de andere, waarbij het ontstane liftgevoel in je onderbuik een prettig soort hormoon aanmaakte. De vlucht vogels kwam wel langs, maar trok verder. In het voorjaar waren ze er weer. Ik ging er toen lopend heen, gewapend met een verrekijker. Ze dansten en ze roetsten hun omhooggebogen snavels over het water. Het waren de meest schitterende vogels die ik kende….zo gracieus en uniek! Kluten! Net balletdanseressen. De stilte van de natuur en de aanblik van die gevleugelde schoonheden die ik mocht aanschouwen, was een gift!
Altijd herrie of lawaai of geroezemoes in good old Mokum. Maar soms kom je bij iemand en die woont op een hofje of heeft midden op de drukke grachten een schitterende achtertuin met complete woudreuzen van meer dan honderd jaar oud. Ik zette me wel eens neder op een bankje in het Rozenhofje en vergat alle drukte en verkeer, en…ook een beetje de dagelijkse sores. Het is fijn om even een terugtrek-  of bezinningsplekje vol esthetiek of florale c.q. architectonische schoonheid te frequenteren. Bedenk dat. Dus,..als je tegen de muren aanloopt, of je wordt geplet als haring in een tonnetje tussen de opdringerige toeristen in de Kalverstraat, loop dan heel even naar binnen op nummer 58. Bij de Papegaai. En geniet! Van de goddelijke stilte!

Bij de foto's:

1. Kluten kijken op Sloterdijk

2. Rozenhofje

3. "Een kwartiertje voor God"
De Papegaai, exterieur

4. De Papegaai, interieur

Amsterdamse Grachtenhuizen anno 17668 en nu

Wij maken u nog attent op de a.s. uitgave van een boek over de Heren- en Keizersgracht, een uitgave van AmsterdamseGrachtenhuizen.info, waarin de situatie van 1768 met die van vandaag wordt vegreleken via tekeningen en foto's. Bekijk de bijgevoegde folder voor verdere informatie.

Deze week honderd jaar geleden

Dinsdag 4 september 1917 - De Gemeenteraad benoemt Dr. Mr. Hendrik Johan Christiaan van Tienen tot de opvolger van Josephus Jitta als wethouder voor Volksgezondheid en Armwezen. Van Tienen was in 1885 gepromoveerd in staatswetenschappen en rechtswetenschappen. Hij was wel Amsterdammer maar kwam pas naar zijn stad terug na een carrière als burgemeester van Wormerveer (1887-1895) en Zaandam (1895-1902) en lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (1902-1910 en 1913-1924). Hij was pas sinds 1913 gemeenteraadslid van Amsterdam voor de Liberale Unie. Deze werkzaamheden combineerde hij dus met die van Statenlid. Hij was voorzitter van het Witte Kruis, vice-voorzitter van het Rode Kruis en bestuurslid van het Oranje Kruis. Tevens was hij voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur en voorzitter van de Armenraad.
Wethouder bleef hij maar twee jaar, tot 1919 en in de Raad bleef hij tot 1921 en werd daarna niet meer herkozen.
Van Tienen zou in 1950 in Den Haag overlijden.

Dinsdag 4 september 1917 - Door het tekort aan steenkool gedwongen, besluit de Gemeenteraad tot elektrificering van de straatverlichting. Eerst worden de kroonarmaturen vervangen door een aangepast armatuur, zonder de palen te vervangen (foto links). Voor Publieke Werken was de elektrificatie het sein om met een moderne lantaarnpaal te komen. Dat werd ‘model 24’, een in 1924 door ir. P.L. Marnette conisch vormgegeven paal met een helmachtig dakje (foto rechts). Hij staat nu onder meer nog in het toen gebouwde Betondorp. Het publiek was verre van enthousiast over dit model en misschien bleven daarom in de oude stad overwegend de oude palen staan. Het aantal lichtpunten nam in het nieuwe tijdperk snel toe. Bij het uitbreken van de oorlog waren er 32.000. Dat zou snel afnemen, eerst vanwege verduisteringsmaatregelen en later door gebrek aan elektriciteit. Pas in 1953 zou het vooroorlogse peil weer gehaald worden.

Woensdag 5 september 1917 - Louis Bouwmeester viert zijn 75ste verjaardag. Over Bouwmeesters toneelcarrière is veel geschreven maar niet over zijn privéleven. Naast zijn carrière hield Bouwmeester er namelijk een tumultueus privéleven op na. Hij trouwde in 1861 voor de eerste keer met Christine la Rondelle maar het stel kreeg geen kinderen. In 1868 scheidde hij van haar en trouwde met Anna van Engers en met haar kreeg hij drie zoons en zes dochters. Na haar dood trouwde Bouwmeester in 1883 met Grietje van Engers en ze kregen samen een zoon. Ook Grietje stierf snel en in 1886 trouwde hij met Jeike de Boer. Zij kregen geen kinderen. Bouwmeester had ook nog twee buitenechtelijke dochters door relaties met Grietjes de Boer en Marie Braakensiek. Louis Bouwmeester bleef tot een jaar voor zijn dood actief als acteur. Op 28 april 1925 overleed hij op 82-jarige leeftijd. Sinds 1955 wordt de toneelprijs Louis d’Or uitgereikt, die vernoemd is naar Bouwmeester.

Info: isGeschiedenis

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2017. De keuze 2016, 2015 of 2014 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09
wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44 wk45
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave