weekblad-logo

week 43-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Ria Scharn. De nieuwe opgave komt dan ook van haar.

Wat is het adres van het lage pandje met de voorste stoep?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Als u de oplossing vond, heeft u zich niet afgevraagd waar in vredesnaam de Kromme Tuinstraat was? Het was een der weinige gangen die met de naam "straat" schoot gingen. Dit straatje is inderdaad niet meer dan een gang en lag tussen de Anjeliersstraat en Anjeliersgracht/Westerstraat met de toegang naar de Lijnbaansgracht gekeerd. Daarom kon die kade er niet afgeknipt worden; de schuine stand moest u in elk geval naar de Jordaan brengen. Het detail hieronder met straatnaambord en lantaarn komt weliswaar uit een andere foto maar u herkent het pandje vast wel.
Pas uit het minuutplan (1832) blijkt dat het wel degelijk een straat was die halverwege een doorsteek kende naar de Anjeliersgracht (zie detail minuutplan hieronder).

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn,Anthony Kolder, Harry Snijder, Anneke Huijser, Aschwin Merks, Arjen Lobach, Robert Raat, Bert Brouwenstijn, Mike Man,

Fotoquiz: Hans' keuze

De keuzefoto's betreffen locaties buiten de Singelgracht.

De vragen zijn:

Welk water is dit?
Welke kerk is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Ton's keuze

Dit bleek meteen de moeilijkste toren en toch zat er een ijzersterke hint in de foto: de ooievaar die zijn nest in het torentje heeft gemaakt. Dit is een grap van Pierre Cuijpers bij het inrichten van het Fragmentengebouw naast het Rijksmuseum.

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Mike Man,

Toren 2 is die van de voormalige St.Maria Kleuterschool, Cornelis Troostplein 23.

 

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Harald Advokaat, Jos Mol, Mike Man,

Toren 3 is het koepeltje op hotel-restaurant Parkhotel, nu Park Centraal geheten. Het adres is Stadhouderskade 25.

 

Goede oplossingen kwamen van Robert Raat, Harald Advokaat, Arjen Lobach, Ria Scharn, Mike Man,

 

Foto's: Ton Brosse

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Alweer een rijtoer door Amsterdam. De vragen zijn:

Welke brug is dit? (nummer of over welk water)
Ter gelegenheid waarvan was deze rijtoer? (welk jaar)

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Het is moeilijk voor te stellen dat deze foto zoveel hoofdbrekens heeft gekost. De fotograaf stond aan de Singelgracht, eind Stadhouderskade, waar de gracht op de Amstel uitkomt. Door dit perspectief kwam het clubgebouw van Zeil- en Roeivereniging De Hoop op de Amstel Jachthaven niet los van de achtergrond, zoals op de meest foto's van deze hoek wel gebeurt. In de achtergrond zien we achtergevels van pakhuizen aan de Achtergracht en het grote huis rechts is van de familie van Eeghen op Amstel 344, hoek Sarphatistraat.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Boas, Arjen Lobach, Anneke Huijser, Jos Mol, Ria Scharn, Harry Snijder, Otto Meyer, Robert Raat, Dirk Fuite, Mike Man, Bert Brouwenstijn,

Met de camera op pad...

De renovatie en het eindresultaat, samen op deze foto. De brug krijgt u cadeau. De vraag is:

Wat is het adres van dit pand?

Oplossingen graag via deze link

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Deze was weer minder moeilijk dan verwacht. Er is ook minder keus bij foto's van deze ouderdom. Deze stereofoto maakte Andries Jager in 1865 of iets later. We kijken met hem in noordelijke richting over de Geldersekade. Vóór het pakhuis (3e huis van rechts) is de ingang van de Ridderstraat. Dit wordt verkeerd vermeld in de beschrijving van deze foto; vandaag is dit de Nieuwe Ridderstraat maar ten tijde van fotograferen was dit gewoon Ridderstraat. Aldus het strenge oordeel van Arjen Lobach die dat - naar we mogen aannemen - gaat wijzigen in de Beeldbank.
Meestal vinden wij het storend wanneer in de beschrijving omstandig vermeld wordt wat we op de foto al hebben kunnen zien maar in dit geval is het toch interessant te weten dat in de voorgrond een vuilniskar te zien is.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Anneke Huijser, Jos Mol, Anthony Kolder, Robert Raat, Ria Scharn, Hans Olthof, Mike Man,

Hulp gevraagd...

 

Ook deze foto zal waarschijnlijk snel opgelost worden. In de beschrijving staat dat dit een dorpsstraat, mogelijk Sloten (N.H.) is. Met dorpsstraat moeten we voorzichtig zijn, omdat dit best eens een stad kan zijn. We zien namelijk tramrails in de straat en op die rails een stoomlock zoals voor de Waterlandse Tram en de Gooise moordenaar stonden. Die kwamen op hun respectievelijke trajecten menig stad tegen waar ze lustig doorheen stoomden. Dit houdt tevens in dat we kunnen vergeten dat dit Amsterdam is, maar we zijn toch erg benieuwd waar wèl.
Houdt u ook de molen aan het eind van de straat in de gaten?

Waar is dit?

U kunt de foto weer klikken voor een grotere afbeelding in de Beeldbank.

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... en gekregen

 

De hint dat soortgelijke huizen in de 1e Van Campenstraat te zien zijn, hielp. Dit is inderdaad De Pijp. De mooie brede straat is de Van Woustraat en de huizen staan tussen de 2e Jan Steenstraat en 2e Jan van der Heijdenstraat, nrs.54-72. Boven op de huizen met twee verdiepingen is nog een derde verdieping gebouwd en gezien de staat van het metselwerk niet eens zo lang geleden. Er is overigens in de Beeldbank een foto van dezelfde gevelwand, niet een duplicaat maar toch.
Op het bord op het tweede huis blijkt APOTHEEK te staan. De winkel is nu door Photo Mignon bezet.
Paul Graalman stelt vast dat er ten tijde van fotograferen nog geen tramrails lagen; er kwam inderdaad pas in 1915 een tram (lijn 5) door dit deel van de straat, na WOII pas gevolgd door lijn 4.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp kwam van Paul Graalman, Anneke Huijser, Eric-Jan Noomen,

Oudejaarsquiz wordt puzzeltocht

In dat wandelen van ons clubje is de nieges geslopen. Twee keer hebben we een tochtje gemaakt en net toen we er een gewoonte van wilden maken, brak de corona uit. Eind zomer kreeg Ria Scharn het idee om vast een puzzelwandeling voor te bereiden voor als het weer kon. De wandeling is uitgezet en uitgewerkt op papier en toen gingen we in beperkte lockdown. Geen aanleiding om nu eens een wandeling te maken in een brandhaard, lijkt ons. En het was zo veelbelovend... een wandeling door Middeleeuws Amsterdam. Ria heeft een mix gemaakt van uitleg over wat onderweg te zien is en vragen die u dient te beantwoorden. Deels zijn de vragen thuis in de luie stoel op te zoeken maar er zijn er ook waar u het antwoord pas ontdekt als u er met de neus bovenop staat.
We houden hem in reserve voor als de lucht weer opklaart en anders presenteren we de tocht om virtueel te maken via Street View. In beide gevallen wordt het de Oudejaars-quiz van 2020.
U hoort van ons!

redactioneel

Zo maar...

Bij het doorzoeken van foto's van het stukje stad van de rubriek WatWaar van vorige week kwamen wij deze foto tegen van het afbreken van de Hoogesluis in 1883. Het verhaal vertelden we vaker maar deze illustratie merkten wij niet eerder op. De directe aanleiding tot de sloop ziet u erachter over de noodbrug rijden: de paardentram van de AOM. "De Hoogesluis, eens zeer vermaard, moest zakken voor een tramwaypaard." In de concessie van 1881 was bepaald dat de AOM werken door de stad mocht laten uitvoeren maar die zelf te betalen. Het werk aan de Hoogesluis was begroot op ƒ140.000 maar toen de nieuwe brug opengesteld werd bleken de kosten gestegen tot ƒ185.000. De AOM weigerde meer dan de begrootte kosten te vergoeden en er moest een arbitrage aan te pas komen. Die bepaalde dat de AOM ƒ144.244 te betalen had. De maatschappij kon niet verantwoordelijk gehouden worden voor de uit de hand gelopen natuurstenen balustrade (ƒ32.000) met monumentale candelabers die volgens critici op rechtopstaande doodskisten leken. De bijna heiligverklaarde stadsarchitect Springer kreeg de volle laag, de gemeente paste het tekort bij.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Op de foto is ook de aanpassing voor een beweegbaar brugdeel in de Hoogesluis te herkennen. Er was een pijler opgeofferd voor een bredere doorvaart en het wegdek ter plaatse kreeg een basculebrug. Voor twee contragewichten waren aan beide zijden van de opening brugkelders gemaakt. We moeten nog vermelden dat de Hoogesluis niet helemaal gesloopt werd; alle fundamenten van de oude pijlers werden hergebruikt en daar zou men later spijt van krijgen; in 2006 besloot men tot vernieuwing van alle pijlers en renovatie van de brug. De begroting werd vastgesteld op ƒ15,5 miljoen. Toen de brug in 2012 werd opengesteld had ze ƒ28,8 miljoen gekost en was een half jaar te laat opgeleverd. Alleen wethouder Wiebes en de hoofdaannemer waren verguld met het werk.

de Lutherse kerken in Amsterdam

Van alle Protestantse bewegingen heeft die van het Lutheranisme in ons land een afwijkend traject gevolgd. Zochten Protestanten in de Republiek een veilig heenkomen waar ze hun geloof in een tolerante omgeving konden beoefenen, de Lutheranen vormden in deze diaspora een gemeenschap omdat ze toevallig hier verbleven en niet omdat ze om het geloof verdreven waren. Er was in de 16de eeuw in Amsterdam wel een handjevol kooplieden uit Duitsland of andere Oostzeelanden die als agent werkzaam waren. Ze waren Luthers en kerkten in Amsterdam naar alle tevredenheid in een eigen kapel van de Oude Kerk. Dat stopte in 1578 toen de Oude Kerk gevorderd werd voor de gereformeerden en de Lutheranen op woonhuizen aangewezen waren. Ze kregen na 1585 gezelschap van soortgenoten die in Antwerpen van Alexander Farnese (Parma) opeens niet meer hun Lutherse geloof mochten belijden. Ze dienden zich te bekeren of te verdwijnen en dat laatste deden ze dan ook. Met een fijne neus voor kansen zochten ze hun heil in de Republiek en vooral in Amsterdam. Hun neus had hen niet bedrogen, Amsterdam werd het nieuwe centrum van de wereldhandel, mede door een effectieve blokkade van Zeeuwen en Hollanders voor de Scheldemonding. Dat trok nieuwe kooplieden uit Duitsland, Scandinavië en andere Oostzeelanden aan en ook zij waren in de regel Lutheranen. De gemeenschap werd fors uitgebreid na het begin van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) die juist in Noord-Duitsland zo huishield. De Republiek en met name Amsterdam bood hen een toevlucht. Het aantal Lutheranen werd nu zo groot dat de gemeenschap moest zoeken naar een uitwijkmogelijkheid, die ze vonden in een aantal pakhuizen aan het Spui. Die werden inwendig verbouwd tot kerk maar aan de buitenkant mochten ook de Lutheranen dat niet laten zien…, een schuilkerk dus. Zo’n verbouwing betekende in de regel dat delen van de verdiepingsvloeren weggezaagd werden, waardoor van boven af zicht op het gebeuren op de begane grond was. De resten van de verdiepingsvloeren fungeerden als galerijen. De eerste dienst werd op 9 december 1633 gehouden.

De Lutheranen in de Republiek waren Duitstalig en de preken waren dat ook. Ze hadden ook nog een extra probleem; Luther (afbeelding) had gesteld dat de vorst het hoofd van de kerk was, geheel naar de geest van de praktijk in Noord-Duitsland. Dat ging in de Republiek moeilijk op; er was geen vorst en de overheid was niet te porren om zich met de Lutherse Kerk te bemoeien. Ze werd immers maar gedoogd?! De oplossing werd gevonden in de benoeming van enkele gedeputeerden uit hun midden en in noodgeval werd wel eens overleg gepleegd met het thuisland en zelfs een keer met een Deense vorst. Het betekende wel dat er een levensgroot Duits stempel op de gemeenschap gedrukt was.
Met de Calvinisten, die al snel de dienst uitmaakten in de Republiek, had de Lutherse Kerk een moeizame verstandhouding. De Lutheranen meenden dat zij de oudste Protestanten waren en daar iets aan te kunnen ontlenen, terwijl de Calvinisten hen verweten veel te veel paapse gebruiken en ceremonieën te hebben gehandhaafd. Vooral de avondmaalsviering was voor hen niet te pruimen. Voor een Calvinist was de Bijbel maatgevend, voor de Lutheranen speelde gezag en traditie ook een rol in het kerkelijk leven.

Uit het Reformatorisch Dagblad:
„In de Augsburgse Confessie, de lutherse geloofsbelijdenis, staat dat Christus waarachtig aanwezig is in brood en wijn. Daardoor stond het avondmaal hoog in aanzien, zegt ds. Van Wijngaarden. Brood en wijn werden persoonlijk uitgedeeld. In de gereformeerde traditie wordt de aanwezigheid van Christus vooral geestelijk of symbolisch opgevat. Dat leidde tot een ander avondmaalsgebruik.
Dat is ook terug te zien in het avondmaalsgerei. Gereformeerden gebruikten aanvankelijk vooral tinnen bekers en borden, lutheranen zilveren kelken en kleine schalen op een hoge voet. Daar lagen de ouwels op. In de ogen van de gereformeerden deden die vormen echter te veel denken aan de eucharistie in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar voor de lutheranen pasten die goed bij het idee van de 'presentia realis', de aanwezigheid van Christus in brood en wijn.”

Halverwege de 17de eeuw kwam er van uit de gemeenschap de wens om de preken voortaan in het Nederlands te houden. Een tweede generatie groeide op die de Duitse taal niet altijd machtig was. De predikanten zagen daar niets in en waren het Nederlands meestal ook niet voldoende machtig. “Daar ga ik toch mijn tong niet op breken!” Toch werd het Nederlands in de loop van de eeuw de voertaal. De liturgie echter bleef een kopie van wat in Duitsland gebruikelijk was.

Links Adolf Visscher, de eerste predikant van de Lutheranen (1594-1613) en rechts Johannes Erasmus Blum die de Nieuwe Lutherse kerk inwijdde.

De Lutherse gemeenschap groeide en met Kerstmis 1671 werd een tweede kerk ingewijd. Van schuilkerk was geen sprake meer; de ‘Ronde Lutherse’ aan het Singel stak met z’n koperen koepel fier boven alles uit. Daar konden de Calvinisten een puntje aan zuigen; dit was precies de centrale opstelling rond een preekstoel die zij nastreefden maar waarbij de Noorderkerk toch povertjes afstak. De architect was dan ook niet de eerste de beste: Adriaan Dortsman.
De volgende eeuw was er een van groei en bloei voor de Lutherse Kerk, tot de beweging van de verlichting en het rationalisme tot de Republiek doordrong. Het hele land was onrustig en er werd gemorreld aan oude instituten, bijvoorbeeld de regentenkliek die de dienst onderling uitmaakten.

De Lutherse Kerk bleef niet gespaard. Ook daar waaide een liberale wind die niet goed viel bij de eenvoudigere lidmaten. In 1791 scheidde zich het orthodoxe deel (10.000 lidmaten) af van de Lutherse Kerk en mocht voorlopig in de Gasthuiskerk zijn godsdienstoefeningen houden. In 1792 werd de eerste steen gelegd voor een eigen kerkgebouw aan de Kloveniersburgwal (nr.50; afbeelding) en in 1793 werd een trots orgel geïnstalleerd. Van Duitse stempels was al lang niets meer te bekennen.
Op aandringen van koning Willem I pleegden diverse Protestante kerkgenootschappen overleg over samenwerking of samenvoeging. De Lutherse Kerk wilde wel maar dan moesten de ‘Herstelden’ zich naar hun regels voegen. Dat gebeurde niet en het heeft tot 1952 geduurd eer een tweede poging wel lukte. In dat jaar werd de kerk aan de Kloveniersburgwal afgedankt. Toen was de totale Lutheraanse gemeenschap zo geslonken dat ook beide andere Lutherse kerkgebouwen al afgestoten waren en in 1937 de Maarten Lutherkerk in de Dintelstraat betrokken werd. In de Tweede Wereldoorlog verloor de gemeenschap alle sympathie voor alles wat Duits was en de predikanten tekenden ook zonder uitzondering het schrijven van de kerken aan Seys Inquart na de eerste razzia's. Niet dat het iets uithaalde...

Net als alle andere niet-gereformeerde godsdiensten moest ook de Lutherse gemeente zelf voor zijn ouderen, wezen en armlastige lidmaten zorgen. Niet omdat de Lutheranen zo graag een zuil vormden maar omdat het de prijs was voor het gedogen. Dat leverde een aantal grote tehuizen op die over de stad verspreid stonden. In het Weesperveld het Luthers Diaconiehuis (Nieuwe Keizersgracht 570; afbeelding), aan de Lauriergracht 116 het weeshuis, in de Konijnenstraat het Diaconie-hofje en op Koninginneweg 3 het Luthers Diaconessen-ziekenhuis. Enkele van deze inrichtingen werden begin 20ste eeuw samengevoegd in het Diaconessenhuis Staringplein 9.

In het vm. Luthers Diaconiehuis op de Nieuwe Keizersgracht 570 werd oktober 2019 een Luthermuseum geopend.

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

en dan nog even over...

 

...de Bade Anstalt van vorige week. Pieter Klein weet te melden dat het badhuis in het Rokin niet 'dreef' zoals wij meldden, maar dat het gebouwtje op een constructie van ijzeren balken stond. Wij waren van mening dat de constructie slechts aangebracht was om schommelen te voorkomen als er schepen langs voeren.
Bovendien weet hij nog dat het badhuis tijdens de verbreding van het Rokin (1882-1883) - om tramverkeer mogelijk te maken - tijdelijk weggehaald en later opnieuw geplaatst werd.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Column: Daan & Daan -24

lke woensdagmiddag is het pret ten huize van Opa Daan, de hoofdstedelijke beeldhouwer in ruste, en zijn zorgzame levensgezellin  Oma Matilde, de taartologe, zoals de vaste theobakkerlezers en -lezeressen weten. Het onderwerp is voornamelijk ‘Mokumse Buitenkunst’ onder het motto: ‘Kijk ook eens omhoog!’ (maar let wél op de trams!).  Aanjager is Kleine Daan Griffioen, Oma Matildes apengatje,  die de Mokum- en beeldhouwgenen duidelijk van Opa erfde. Gelukkig verkeert Opa Daan ondanks zijn hoge leeftijd  in optima forma. Oma moet haar ouwe adhd-erige dibbes  zelfs meerdere malen per week afremmen, kort en goed: zó ’n Opa, daar héb je wat aan! Oftewel, op zijn Hoog-Mokums:  ‘Never a dull moment!’.

‘Volgende week mogen we met Oom Gijsbreght mee, Oma,’ zei Daan tegen Oma. ‘Hij gaat dan met ons naar Artis, maar dan niet voor de dieren.’ ‘Niet voor de dieren?’ ‘Nee,’ vulde Jelle aan,’ hij gaat ons gebouwen en beelden e.d. laten zien, het schijnt dat de stad daar gewoon doorliep en dat er middenin de dierentuin zelfs een pontje ging!’
Klopt,’ zei Opa.

Daan: ‘Ja en daarna gaan we nog even door de buurt rond Artis, want daar heeft Oom Gijsbreght jaren gewoond en dus kan ie lekker veel vertellen enne…’ ‘Mijn moeder en ik trammen wel eens over de Plantage Middenlaan, zo langs Artis’, zei Jelle, ‘maar, eh,…wat ik wil zeggen, links zien we dan Artis en een beeld van een Tyrannosaurus, maar rechts ligt een gek beeld,….het is net of het kapot is…enne…’ Oma: ‘Dat is het  verzetsmonument, Jelle! Dat moet een soort kracht verbeelden tegen de machthebber in de oorlog die hier woedde, de machthebber, de Hitler-Duitser zogezeid.’ ‘Ik ken ook zo’n gek beeld’, zei Daan. Het staat op het Westeinde, ook zo’n beeld dat ik er gek vind uitzien.’ Opa en Oma legden geduldig uit dat die stijl ook niet echt hun stijl was, maar dat tijden en dus ook kunst nu eenmaal aan verandering onderhevig is. ‘Misschien moeten ze nog even rijpen, Daan,’ besloot Oma. ‘Ja, net als ik, ik moet ook nog even rijpen,’ lachte de oude dibbes. ‘Ik heb nog een mededeling jongens! Ik zag deze week een pilaar!!!’, riep Jelle. ‘Met een schildpad eronder, een zeer sterke schildpad….!!! want hij tilt die héle pilaar!! Ik benoem de foto van de pilaar met de sterke schildpad nu tot raadplaat!’ ‘Kwis!’ verbeterde Daan. ‘De Gróte Daankwis,’ riepen allen.

 

De Grote Daankwis van 24 oktober

 
Waar bevindt zich deze struise schildpad?
Wie maakte deze struise schildpad plus zuil?
Waar haalde de maker zijn materiaal vandaan?
Aan welke schrijver is het een eerbetoon?
Wat markeert deze zuil?
Wie mocht het beeld absoluut niet onthullen?

 

Geef uw oplossing door via deze link

Oplossing Daankwis 10 oktober

De kunstvoorwerpen van Marjet Wessels Boer liggen op een lifthuisje nabij de Openbare Bibliotheek Amsterdam en het Conservatorium van Amsterdam op het Oosterdokseiland. Wessels Boer won een door de gemeente Amsterdam uitgeschreven wedstrijd ter verkrijging van een verlicht object ter plaatse. In april 2012 werden de twee objecten op het glazen lifthuisje geplaatst. De twee objecten zijn gemaakt van epoxy, versterkt met glasvezels. Ze hebben op hun rug zonnecellen en verzamelen gedurende het daglicht energie om die ’s avonds af te staan aan LED-verlichting die wit gloeit. Een deel van de opdracht was dat het object zichzelf moest voorzien van energie. Bij gebruik van de lift wordt de voetganger/fietser begroet met ‘blozend’ licht (de zogeheten lichtrilling cq lichttrilling). De kleurschakeringen worden doorlopend aangepast. Overdag lijken de objecten op liggende katten die de buurt in de gaten houden.

Goede oplossingen kwamen van Kees, Anthony, Hans, Jos, Adrie, Otto en Mike

YouTube

 

Dit jaar honderd jaar geleden. Weer een YouTube film met stadsgezichten uit 1920.

Klik de afbeelding links om te starten.

Deze week honderd jaar geleden

Donderdag 28 oktober 1920 - B&W stellen de Raad voor hen te machtigen een krediet van ƒ60.000 toe te staan voor invoering van 'zitjes' voor de trambestuurders. Deze zitjes zijn begroot op ƒ150 per stuk en er zijn 400 rijtuigen waarin ze aangebracht zullen worden. Na verkregen advies zou de invoering de verkeersveiligheid verbeteren doordat de bestuurders niet steeds hoeven te staan en ze vermoeid raken. Met de constructie is rekening gehouden dat volledig zicht blijft op de trambaan en volledige bereikbaarheid van rem, schakelkruk, bel en zandstrooier is gegarandeerd. Platvoeten behoren tot het verleden! Alhoewel..., de invoering gebeurt geleidelijk en komt per stuk gewoon op de jaarrekening. Dit is dus geen extra subsidie.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42
wk43 wk44 wk45 wk46 wk47 wk48 wk49 wk50 wk51 wk52 Oudjaar  
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave