weekblad-logo

week 30-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Adrie de Koning. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Weer een café op een hoek. De vraag is:

Welke kruising is dit?

Wij moesten de met grote letters geschilderde naam van het café verwijderen omdat die regelrecht naar het antwoord verwees.

Hoe was de naam van het café?

Wij hebben de situatie gecontroleerd en vastgesteld dat het grote herenhuis links op de foto er nog steeds staat.

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Winnaar Adrie de Koning was lichtelijk in het voordeel omdat hij wist dat Jos in deze straat geboren is. De foto is gemaakt in de Violettenstraat, gezien richting Westerstraat. Een heel ander verhaal was het café op de hoek. Dat zat er tot 1975 en dat had Adrie niet meer op het netvlies. Zoeken dus!

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Bij de zoektocht naar de naam van het café was deze foto meer behulpzaam geweest. Hier staat die naam zelfs op de gevelreclame: M.G. de Nooijer of in het dagelijks gebruik Café Nooyer. De vaste bardame schijnt nogal een figuur geweest te zijn en de trekpleister van het café: tante Marie. Haar faam ging zover dat dit ook wel café Marie genoemd werd.

Op het moment van fotograferen van beide foto's had het pand het adres Westerstraat 65. De huidige nieuwbouw heeft een chaos van de huisnummering gemaakt. De winkel op de andere hoek (destijds huishoudelijke goederen) heeft nog wel nr.67.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Jos Mol stuurde nog een foto van het gesloopte café (1992) en we zochten de huidige situatie met Street View op. Daaruit blijkt dat behalve hoekpand Westerstraat 67 ook nog een halsgeveltje in de Anjeliersstraat kranig standhouden. De nieuwbouw die voor het café in de plaats kwam hebben wij als "het rode kasteel" zien betitelen.

Goede oplossingen kwamen van Adrie de Koning, Arjen Lobach, Ria Scharn, Robert Raat, Mike Man, Hans Olthof,

Fotoquiz: Ton's keuze

Deze keuzefoto's betreffen locaties buiten de Singelgracht.

Ton Brosse maakt 't u zelden makkelijk. Daarom hebben wij deze week twee foto's van hem geplaatst zodat u twee kansen hebt. We zien wel aan uw antwoord welke foto een belletje deed rinkelen. Wie beide foto's weet te plaatsen krijgt een extra vermelding.

Waar is deze fraaie jaarsteen te vinden?
Op welk huis is de koepel rechts te vinden?

Oplossingen graag via deze link

Foto's: Ton Brosse

Oplossing: Ria's keuze

De neo-renaissance van het gebouw helemaal rechts moest u behulpzaam zijn. Op de hoek van een straat zou u op de Tolstraat kunnen komen met het voormalig raadhuis van Nieuwer-Amstel op de hoek met de Amsteldijk. De vier huisjes die het eigenlijke onderwerp vormen zijn de huisnummers 69-72.
Op onderstaande foto staat hetzelfde rijtje in ±1887, mét nog het tolhek maar zónder het gemeentehuis. Dat werd 1889-'92 gebouwd. Het pontje was nodig omdat Nieuwer-Amstel op de andere Amsteloever verder ging richting Diemen.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Jos Mol, Anthony Koldert, Gerard Koppers, Anneke Huijser, Kees Huyser, Adrie de Koning, Mike Man, Robert Raat, Hans Olthof, Otto Meyers, Ton Brosse,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

De vragen bij deze foto zijn:

Welke gracht/burgwal/kade is dit?
Kent u van het witte pand één van de bestemmingen tót de Tweede Wereldoorlog?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Drie panden naast elkaar, complete doorgangshuizen, om de zoveel jaar een nieuwe uitbater. Waar staan we? We duikelden de eerste foto van de panden op, een stereofoto uit de begindagen van de fotografie: ±1865. Van dit rijtje is alleen het huis met de classicistische top bewaard gebleven... tot vandaag aan toe en dat is dus ons pand van de quizfoto.
Vooraan is de Papenbrug over het Damrak naar Op 't Water.
De toen al afgesloten gang tussen de nummers 82 en 83 had zelfs een naam: Mattengang. Zoals u hieronder kunt zien heeft de nieuwbouw rechts de gang moeten gedogen.

 

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Drie huizen rechts ervan (80-82) sneuvelden voor de nieuwbouw van de Buitenlandsche Bankvereeniging, een gebouw door Gerrit van Arkel dat in 1904 opgeleverd werd. Het heeft veel andere gebruikers gekend maar meestal waren dat banken. Nu zit Starbucks er in.
Net nog op de quizfoto staat het gebouw van de Algemeene door Berlage dat in 1963 als C&A ten onderging. Ook daar is nieuw gebouwd en alweer verbouwd.

Links stond op nr.84 't Wapen van Medemblik op de hoek van de Zoutsteeg. Zoals op de quizfoto te zien is, werd dat sinds de eerste foto afgebroken en herbouwd. De naam veranderde toen in Stadt Düsseldorf. Dat pand ging in 1930 alweer tegen de vlakte en architect A.A.Kok bouwde voor de Holland Amerika Lijn (HAL) een nieuw pand (1931). Kok zelf was er erg tevreden over, maar vooral de hoekramen vallen tussen 17de en 18de-eeuwse bebouwing op z'n minst uit de toon.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Damrak 83 doorstond al deze stormen en werd zo nu en dan eens opgeknapt. De grootste restauratie was in 1937-'38 door dezelfde A.A.Kok van daarnet maar nu als restauratiearchitect. Dit heeft hij voorbeeldig gedaan. De houten onderpui werd gehandhaafd, alleen wilde de Incassobank de deur op een andere plek.
Damrak 83 was niet het eerste pand op dit perceel. Daarvoor stond een huis waarin Daniël Elsevier in 1680 overleed en voor wie nu in het pand een plaquette geplaatst is. De familie Elsevier dreef een belangrijke drukkerij in Amsterdam, gesticht door Bonaventura Elsevier.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Anthony Kolder, Jos Mol, Kees Huyser, Henk Swart, Nils Wernars, Adrie de Koning, Ria Scharn, Robert Raat, Mike Man, Harry Snijder, Hans Olthof, Otto Meyers, Ton Brosse,

Met de camera op pad...

Ook een oudje, net als die van het Damrak, maar deze is nog vroeger gemaakt. Wonder boven wonder staat hier nog veel van, alleen het hoekhuis is vervangen. In de zijstraat kunnen we dat niet zo goed controleren.
De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Carol stond aan de Nieuwe Achtergracht en keek uit over water en huizen van de Plantage Muidergracht. De brug (#116P) heeft een naam: Rita Vuykbrug. Rita Vuyk (1913-1989) was hoogleraar psychologie aan de UvA.

Foto: Carol de Vries

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Bob Bommellaan, Anthonie Kolder, Maarten Helle, Kees Huyser, Harry Snijder, Herman Schim vander Loeff, Jos Mol, Bernadette Vermeulen, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Ria Scharn, Robert Raat, Mike Man, Hans Goedhart, Otto Meyer, Ton Brosse,

Hulp gevraagd...

Deze foto zit zonder nadere omschrijving in de Beeldbank. We maken ons sterk dat u meteen ziet wat hier gaande is..., maar waar staan deze mensen? Graag uw omschrijving zoals u die in de Beeldbank zou willen terugzien.

Weet u waar dit is?

Laat het ons weten via deze link

Hulp gevraagd... en gekregen

Deze foto zit niet in duplo in de Beeldbank maar er zijn wel minstens twee foto's (wv. een door Jacob Olie) op hetzelfde punt gemaakt en met dezelfde versiering t.g.v. de inhuldiging van koningin Wilhelmina, maar dan met de juiste omschrijving.

De fotograaf stond op het Frederiksplein t.h.v. het Oosteinde en keek door het korte stukje Sarphatistraat naar de Hoogesluis. Rechts is een 'toren' van het toen nog niet verhoogde Amstelhotel te zien.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp kwam van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Maaike de Graaf, Jos Mol, Mike Man, Robert Raat, Ria Scharn, Paul Graalman, Harry Snijder,

redactioneel

Als je hem z'n gang had laten gaan...

David Jokinen was een Amerikaans verkeersdeskundige die in 1967 door de autolobby 'Stichting Weg' uitgenodigd werd zijn licht over Amsterdam te laten schijnen. Nou, dat hebben we geweten! Binnen de kortste keren was hij klaar met zijn studie 'Geef de stad een kans' die vanuit de buitenkant van de stad grote kruisingsvrije wegen richting City voorzag. De halve Pijp werd gesloopt voor één van die 'urban freeways' naar Amerikaans model, van het RAI complex naar een te vernieuwen Weteringcircuit. Datzelfde zou hij ook met de Kinkerbuurt flikken, waarbij meteen de hoognodige sanering afgewerkt kon worden.
Linksonder op de foto het Surinameplein.

De binnenstad moest omgevormd worden tot een modern zakencentrum, net op een moment dat de winkeliers in het centrum aan de bel begonnen te trekken over de nadelige gevolgen van de city-vorming die aan de gang was. De voorstellen gingen ook lijnrecht in tegen het commentaar op het klakkeloos saneren in plaats van te overwegen de kwaliteit op te krikken door renovatie.
De genadeklap voor het voorstel van Jokinen was de schatting dat de operatie in 1969 op 2,5 miljard gulden begroot werd. Jokinen had tegen zoveel schenen aangeschopt dat Stichting Weg bijna een averechts effect had gesorteerd. Weg met die Stichting Weg!
Als u uw best doet, herkent u in deze foto's Amsterdam nog wel. Er is gebruik gemaakt van luchtfoto's van de stad en de verzinsels van Jokinen zijn er in gekopieerd.

Op YouTube staat een filmpje over Plan Jokinen van het platform NotJustBikes. Daarin wordt aandacht geschonken aan de projecten (bijv. Wibautstraat) die toch in de richting van Jokinen's voorstellen gingen.

Klik de afbeelding om te starten.

Bellevue

Op het bolwerk Sloten stond korenmolen De Liefde, maar in de 19de eeuw niet meer alleen. De Vereniging ‘Standvastigheid’ had een deel van het bolwerk gehuurd en een tuin aangelegd met daarin een gebouwtje, noem het een theekoepel. De litho hierboven geeft een aardige indruk van de situatie. Op de achtergond de Leidsepoort en toegangsbrug, daar achter de nieuwe cellulaire gevangenis op bolwerk Schinkel. In de theekoepel kwamen twee sociëteiten bijeen: Bellevue en Concordia. De laatste was een herenaangelegenheid en als ze hun gade of kinderen mee wilden nemen waren ze aangewezen op sociëteit Bellevue. Vereniging Standvastigheid had op het bolwerk een bescheiden gebouw neergezet (bouwdatum onbekend) als uitbreiding op de theekoepel. In 1859 verzocht zij B&W de in gebruik zijnde grond op het bolwerk te mogen kopen, iets dat tegen een betaling van ƒ7.500 ingewilligd werd.

Op de foto hierboven van kort voor de verbouwing in 1867 staat behalve de zaal en het gebouwtje met kantoor/keuken/dagverblijf links ook nog de oude theekoepel; foto coll. Akko Dekkers. De situatie komt overeen met onderstaande buurtkaart 1853 (links)

1866 vroeg de vereniging en de commissarissen van Bellevue vergunning aan om de sociëteit uit te mogen breiden en daarvoor een strook water (met ondergrond) te mogen kopen met de bedoeling die te dempen. Ook dat werd gehonoreerd tegen betaling van ƒ60. De vereniging werd de eigenaar, niet de sociëteit.
Deze situatie komt overeen met bovenstaande buurtkaart 1865 (rechts). De theekoepel staat er nog steeds, de molen is verdwenen.

Op onderstaande architectentekeningen ziet u links welk deel aangeplempt moest worden voor de aanbouw. Rechts de zaalindeling in een later stadium met het aangebouwde toneel.

Op het bolwerk had zich ook nog een andere gebruiker gevestigd. Nadat in 1870 molen De Liefde gesloopt was, kreeg L. Ketjen op 22 maart 1871 dat deel van het bolwerk in huur om zijn zwavelzuurfabriek, die al sinds 1835 op de Trapjesschans werkzaam was, uit te breiden. Zeer tot ongenoegen van bewoners (tek), bedrijven en instellingen in de buurt. Ketjen experimenteerde voortdurend om het proces te verbeteren en op een dag verdorden alle bladeren aan de bomen in de omtrek. Ketjen werd daarop gedwongen een veel hogere schoorsteen van 32 meter te installeren. Gelukkig kregen de bomen tegen de herfst alsnog nieuw blad. Ook Bellevue en Concordia stonden niet te juichen over zo’n buurman.

De vereniging, in casu beide sociëteiten, hadden een belangrijke mecenas in de persoon van burgemeester Jhr. C.J.A. den Tex. Deze kocht in 1976 voor ƒ91.000 tuin en opstallen van de vereniging, niet in zijn hoedanigheid als stedelijk ambtenaar maar als privépersoon. Den Tex lichtte wel de Raad in over deze aankoop en bevestigde dat hij dit had gedaan om lange procedures te omzeilen als de stad de grond nodig zou hebben en dat hij dan die grond tegen de aanschafprijs aan de stad zou afstaan. Intussen zouden eventuele revenuen van de exploitatie (minus 4% rente over de aanschafprijs) in de stadskas gestort worden. Onder deze constellatie veranderde de onderneming van twee sociëteiten in een uitspanning Bellevue.

In 1881 werd het geheel, met instemming van B&W en de Raad, verkocht aan H.L. Stroucken voor ƒ248.000. Oud-burgemeester Den Tex stortte de winst ook in de stadskas. Stroucken was al geruime tijd exploitant van de uitspanning. De naam was al gewijzigd in Maison Stroucken en bood zalen aan voor bruiloften en partijen, diners, soupers, vergaderingen, toneelvoorstellingen, enzovoort.
In 1899 werd dit geheel, zij het dat een deel van de grond in 1881 aan de Gemeente verkocht was, in een publieke veiling voor ƒ174.000 overgedaan aan H. Martens die de naam Bellevue weer terug bracht: Feestgebouw Bellevue (zie zaalplattegrond hierboven). In 1919 werd Hotel Café Hollandais eigenaar van de onderneming. Hollandais was een groot hotel naast Hirsch aan het Leidseplein vóór de nieuwbouw van 1912.

In 1881 was het zover dat de Gemeente Amsterdam een deel van het grondstuk terug wilde hebben voor het rooien van de Leidsekade en Marnixstraat en het verlengen van de Leidsegracht tot aan de Singelgracht. Bij die gelegenheid werd een flink stuk van de Singelgracht gedempt om voldoende ruimte te hebben. Daardoor kwam het sociëteitsgebouw een stuk van het water af te liggen en kreeg een straat voorlangs waarlangs Bellevue een hek met ingang plaatste. Ook werd de sluiskolk tussen Bellevue en het politiebureau in aanbouw gedempt. Opeens stond Bellevue midden in de drukke stad.

In 1938 begon Exploitatiemij. Hollandais, de eigenaar van Bellevue, een grondige verbouwing waarvoor het oude sociëteitsgebouw afgebroken werd. Als eigenaar van de grond tussen de bebouwing aan Leidsekade en Marnixstraat bouwde men een groot zalencomplex, nu tot aan de kade. De ingang kwam nu in de benedenverdieping van het ernaast staande woonhuis.

Ook al leeft de naam Bellevue nog voort, de sociëteit en zijn markante gebouw zijn voor altijd verleden tijd.

Ook de nieuwbouw van Van den Ende's Delamar Theater nam dezelfde ruimte in gebruik. Hier een bouwfoto waarop u de grote zaal (Wim Sonneveldzaal) vorm ziet krijgen tussen de bestaande bebouwing aan Leidsekade en Marnixstraat.
Foto: ARCA

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: Creatief bedelen

msterdam rekende gedurende de negentiende eeuw hardhandig af met bedelaars en landlopers. Voor je het wist zat op transport naar een opvoedingsgesticht of veenkolonie. Maar bedelaars zal je altijd houden. Als je toen niet de wijk nam naar kleinere steden die het minder nauw namen, moest je creatief zijn. Een kleine bloemlezing van straatfiguren die niet bedelden maar wel dankbaar giften van passanten aannamen.

Daar was koningin Victoria... dat wil zeggen, een oude dame die vond dat zij dat was. En ze leek er eigenlijk ook wel een beetje op, alleen wat fletser en aftandser, met een krakkemikkerige parasol. Waardig schreed ze door de Kalverstraat, soms met een stel bengels achter zich aan, maar dat deerde haar niet. Haar hand ophouden deed ze niet maar als haar wat aangeboden werd accepteerde ze dat zonder een woord.
En dan de Psalmjuffrouw, verwelkt, broodmager, armzalig. Ze droeg altijd een zwart gebonden boekje bij zich en zong zachtjes, onverstaanbaar en vals iets dat de mensen voor psalmen hielden. Dat kwam door dat boekje..., vast een psalmenboekje. Ook de Psalmjuffrouw bedelde niet maar ook zij was niet te beroerd om iets dat haar toegestopt werd aan te nemen.
Dan had je figuren die een dienst aanboden die niemand nodig had, maar hen - om van ze af te zijn - met een kleine gift afkochten. Je tas of pakjes een eindje dragen, een koetsier aanroepen of de conducteur van de paardentram roepen dat deze klant nog meewilde. Een knappe die dat, zonder een paar centen te geven, weerstond.
Van een ander kaliber was Izak van de Dam. Hij was een serieuze schoenpoetser maar kende een heel arsenaal alternatieve diensten die ook met een kleine gift te belonen waren. Iemand die hem lastig vond, schold hem uit voor smerige smous, maar dat deerde Izak minder. Hij stond op de Dam, afhankelijk van het uur van de dag aan de voeten van Naatje, bij het Commandantshuis of voor de beurs. Die laatste standplaats bracht 't meest op. Als een handelaar naar binnen ging, riep Izak hem toe dat hij zeker wist dat dit 's mans 'dag' was, dat hij het vandaag ging maken. Uren later, als de man weer naar buiten kwam, las Izak de gemoedstoestand van diens gezicht af en stelde vast of het inderdaad goed gegaan was. Een lang sacherijnige gezicht kon hij maar beter negeren, maar als de man stilstond om tevreden een dikke sigaar op te steken wist Izak op te treden. "Nou, wat heb ik vanmorgen gezegd? Ik wist dat dit een goeie dag voor je was!" Nou, dan kon er meestal wel een kwartje van af... of nog meer.

Het mooiste was als de handelaar er één van Izaks eigen volk was. Die waren bijgelovig genoeg om in zo'n boodschap die tot succes leidde een grond te zien om daar zuinig op te zijn. En te belonen.
Izak haalde op het juiste moment zijn bord met kaartjes voor de tramway tevoorschijn. Hij verkocht kaartjes met een paar centen winst en de passagier hoefde niet in een winkel in de rij te staan om een kaartje te kopen. Toen de rode kiosk op de Dam verscheen werden daar ook kaartjes verkocht met slechts één cent opslag. Dat was een hele deuk in Izaks inkomsten.
Tussen neus en lippen door poetste Izak ook wel eens schoenen. Zijn beste tijd was als de spuitwagens van de reinigingsdienst de Dam hadden schoongespoten. Daar bleef een kledderzooi van achter waar de schoenen flink modderig van werden.

Een apart slag waren de muzikanten en zangers. Als je dat zonder vergunning maar wel om de centen deed liep je aardig in de kijker van de politie. Ook daarbij moest je creatief zijn en geen mansbakje hanteren of opzichtig je pet op straat leggen. Nee, dan nam je bijvoorbeeld een hond mee en bond die een bedelnap op zijn rug. Het moest wel een trouwe lobbes zijn die in je voetsporen meeliep zonder dat je hem steeds moest manen. "Die hond? Geen idee!"
Op de Purmerender boot - buiten de jurisdictie van de Amsterdamse prinsemarij - reisde op marktdagen een muzikant mee heen en weer die zichzelf begeleide met een tamboerijn. Van die begeleiding maakte hij een hele show, sloeg het instrument afwisselend tegen zijn elleboog, knie en voorhoofd onder het zingen van de meest ingewikkelde en ellenlange liederen. Maar de laatste strofe was altijd hetzelfde:
"En nou komt 'n Engels zoutvat,
Als je allemaal wat geeft, dan heb ik ook wat."
Meijer de Rijmer was zó bekend dat hij zijn hand nooit hoefde ophouden. De passanten wisten wel waar Meijer de centen wilden hebben. Hij was aangekleed als een dandy maar waar wel een paar jaartjes slijtage aan voorbij getrokken waren. Hij declameerde erotische gedichten die hij claimde zelf geschreven te hebben en dan elke week weer nieuwe. Meijer was door zijn teksten populair bij een bepaalde volksgroep, dienstboden, slagersjongens, werklui, dat soort. Niet bij de sjieke mensen. Er werd beweerd dat hij juist van sjieke familie was en dat niet onterecht. Zijn zoons dreven het aanzienlijke hotel Palais Royale. Neemt niet weg dat hij dagelijks op straat te vinden was en voor een paar centen zijn rijmelarij op papier verkocht.

Twee tekeningen van Johan Braakensiek: links Izak Betel en rechts Meijer de Rijmer

Foto onder: Sembau Lecocq de zanger - Foto: Het Vrije Volk / Stadsarchief Amsterdam

Deze week honderd jaar geleden

Donderdag 29 juli 1920 - B&W van Amsterdam leggen de Raad een voorstel voor de zuigelingenzorg van gemeentewege beter te gaan organiseren. Er zijn wel enkele particuliere bureaus actief maar de kindersterfte is nog steeds onaanvaardbaar hoog. Het gemeentelijk bureau is sinds 1903 actief maar er bestaat geen verplichting daar gebruik van te maken. Het katholieke deel der bevolking, dat op het gebied van zorg het best georganiseerd is, is afhankelijk van de pastoor die voor de doop binnen 14 dagen de doop komt bespreken en dan kan waarnemen of de baby helemaal gezond is en dat is toch geen "vakman". Als het aan B&W ligt zouden van de gemeente uit consulenten de nieuwgeborenen bezoeken om te kijken of alles gezond was en om de moeder te bewegen voor vakkundige controle het dichtstbijzijnde consultatiebureau te bezoeken. Helaas ligt inmenging van de overheid erg gevoelig, hoe goedbedoeld ook.
Tegenstanders, die stuk voor stuk bijbedoelingen hadden, wierpen tegen dat dit soort zorg door ambtenaren de liefde voor de pasgeborene zou missen en het werk daarom niet goed (genoeg) zou worden. Laat ze de particuliere instellingen maar subsidie geven, zodat die hun werk optimaal kunnen doen.
Het voorstel van B&W werd met ruime meerderheid door de Raad overgenomen. Er werden door de GGD 'bezoeksters' aangenomen om de huisgezinnen te bezoeken. Er begint een voorlichtingscampagne die langzaam de moeders rijp maakte het als normaal te gaan zien dat ze met een baby naar het consultatiebureau hoorden te gaan.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave