weekblad-logo

week 23-2018

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de opgave van vorige week was Harry Snijder. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Bouwwerkzaamheden. De vraag is:

Wat wordt hier gebouwd?

Harry ziet ook in dat dit een moeilijke is. Daarom een hint: let op de weersomstandigheden.

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

De straat is geen straat maar een gedempte gracht. Er staat een kraam midden op straat; een markt misschien? Wat moeilijk leek blijkt makkelijk te zijn. Probeer alle gedempte gracht waar een markt op gehouden wordt/werd en voeg daar de zoekterm *gang aan toe. Zodra u dat met de Lindengracht probeerde kwam de quizfoto vrijwel meteen in beeld. Sommigen zagen direct al dat alleen de Lindengracht in aanmerking kwam; die waren dus nog sneller klaar. Ook de namen van de gangen was een peuleschilletje omdat die bij de foto vermeld worden: links de Aalsmeerdergang en rechts de Wittekruisgang. De huisnummers in de gangen laten alleen het huisnummer 284 over voor het winkelpand.
Een andere insteek was het zoeken op buurtkaarten naar percelen die aan de straat maar één huisnummer tussen twee gangen laten zien. Daar zijn er niet veel van.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Harry Snijder, Ria Scharn, Arjen Lobach, Robert Raat, Mike Man, Aschwin Merks, Jos Mol, Adrie de Koning, Anje Belmon,

Fotoquiz: Anneke's keuze

Twee alleraardigste klokgeveltjes die hun hele bestaan gespaard bleven van 'verdiepinkje opbouwen'. Gewoon zoals ze vroeg 17de eeuw gebouwd werden en zoals ze er vandaag nog steeds staan.

Wat zijn de adressen van het tweetal?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: André's keuze

Saneringsbuurt..., maar welke? Nou, voor Anna Denekamp en Anje Belmon geen vraag. In elk geval een straat in de Jodenbuurt. Op de deurposten van twee huizen links zagen beiden elk een Mezoeza, een tekstkokertje op een specifieke plaats bevestigd dat twee specifieke bijbelverzen dient te bevatten. Lees wat Wikipedia over een Mezoeza vertelt.
Het zoeken werd daarna een stuk eenvoudiger en tamelijk veel deelnemers kwamen op de Batavierstraat op Uilenburg.
De behulpzaam doorgedrukte huizen in de verte zijn de achterkanten van pakhuizen in de Joden Houttuinen 3-9 die tot aan het water van de Houtkopersburgwal stonden.
De karakterkop is van sjouwer Hartog Peekel. Over de man zelf weet Anje Belmon nog iets te vertellen. "Op de foto de op 17 maart 1844 in Amsterdam geboren Hartog Peekel, die op de foto zo'n 66 jaar oud is. Als beroepen is in het SAA vermeld: sjouwer, werkman, venter, besteller. Bij zijn huwelijk op 11-12-1867 met Elisabeth Allegro is hij sjouwer milicien. Hij heeft zijn hele leven in de Jodenbuurt gewoond: Zonnehofje 19, Tweede Batavierdwarsstraat, Batavierstraat en Uilenburgstraat. 
Hij overlijdt op 26-10-1930 in Apeldoorn (in bijzijn van o.a. een verpleegster afkomstig van Amsterdam). In zijn overlijdensakte (image 141 van 537) staat dat hij woonachtig was in Amsterdam). In Amsterdam zat hij in het Isr. Oude mannen en vrouwen ziekenhuis Nieuwe Kerkstraat 135, waarin zijn overlijden ook is aangetekend, zie hier., nr 96".

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Harry Snijder, Ria Scharn, Onno Boers, Anneke Huijser, Jos Mol, Anna Denekamp, Robert Raat, Mike Man, Aschwin Merks, Adrie de Koning, Anje Belmon, Hans van Efferen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Deze foto kon maar korte tijd gemaakt worden, daarvoor nooit en even later ook niet meer.

Waar is dit?
Wat was er even daarvoor gesloopt?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

In 1895 staat dit pand, Keizersgracht 185, op de nominatie afgebroken te worden voor de aanleg van de Raadhuisstraat. Het pand rechts ervan wordt al gesloopt. Dat is het in 1879 geopende Burgerziekenhuis van Dr. A.W.C.Berns. Nadat het ziekenhuis van 45 bedden te horen heeft gekregen dat het moet vertrekken bouwt het aan de Linnaeusstraat een nieuw, veel groter ziekenhuis. Zie ook de tekeningen hieronder.
Het brede woon/-pakhuis op nr.185 werd rond 1624 gebouwd voor suikerbakker Gillis van den Bogaert. Hij is deelgenoot van de suikerbakkerij De Ladder Jacob´s op de Oudezijds Voorburgwal, een paar maanden geleden onderwerp op deze pagina. Na verloop van tijd zal die suikerbakkerij geheel in zijn handen overgaan. Het huis op de Keizersgracht heeft ongeveer dezelfde gevelindeling als dat op nr.123, het Huis met de Hoofden. Dat laatste heeft een langsdak en dit een dak haaks op de rooilijn.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Bovenstaande aquarellen zijn allebei door J.M.A. Rieke gemaakt. De linkse ter gelegenheid van de sloop voor het Burgerziekenhuis (1875?) en de rechtse ter gelegenheid van de sloop voor de Raadhuisstraat (1894). De nieuwbouw voor het ziekenhuis is duidelijk, maar wat aan nr.185 opvalt is, dat het een tweede ingang heeft gekregen. Die verbouwing zal in 1871 plaats gevonden hebben, getuige een architectentekening van januari van dat jaar. Dat stelt de datering (1875) van de linker aquarel van Rieke ter discussie.
Op beide tekeningen zien we woongedeelten oprukken. Op de linker is de laagste pakzolder al veranderd in een woonverdieping, waarvoor de tweede ingang nodig geweest zal zijn. Op de rechter zijn er ramen gemaakt van beide luiken ter weerszijden van het middenluik van de verdieping erboven.

Het grondstuk voor Keizersgracht 185 werd flink gedecimeerd en in 1902 verrees een nieuw smaller pand voor J.D.Maks, ontworpen door architect Gerrit van Arkel.

Links: tekening Caspar Philips' grachtenboek 1768

Alle afbeeldingen: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Onno Boers, Ria Scharn, Maaike de Graaf, Otto Meyer, Jos Mol, Robert Raat, Harry Snijder, Adrie de Konin g, Mike Man, Aschwin Merks, Anje Belmon,

Met de camera op pad...


Kijk ook eens omhoog, dacht deze fotograaf. Wat een weelde..., kuif, balustrade..., moet een groot, duur pand zijn. Nou was 't ook wel zijn beroep, naar details kijken. Wie? Dat hoort u volgende week.

Wat is het adres van dit pand?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Dit hebben we eerder gehad, maar toen stond de fotograaf op de brug die nu in beeld is. Die brug ligt over de Zwanenburgwal en verbindt de Staalstraat met de Zwanenburgerstraat. Rechts is een fractie te zien van Amstel 1, het voormalig Diaconieweeshuis.
De fraaie dubbele ophaalbrug werd volgens Jos Mol in 1879 vervangen door een vaste brug (#229} die tegenwoordig B.Bijvoetbrug heet. Bijvoet is de architect van sanatorium Zonnenstraal en Hotel Gooiland die ook meewerkte aan het Muziektheater.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Kees Huyser, Anneke Huijser, Onno Boers, Jos Mol, Robert Raat, Harry Snijder, Anna Denekamp, Mike Man, Aschwin Merks, Anje Belmon, Hans van Efferen, Ria Scharn,

Nog een keer Roelof Hartstraat

Harry Snijder loste het vraagstuk met de schoorsteen en het torentje van de hulpvraag over de Roelof Hartstraat/-plein op. De schoorsteen hoorde bij een stoomwasserij in het gebied en het torentje was een constructie die op de Openbare School stond.

Zo..., dat is dat!

Zo maar... van Botermarkt naar Rembrandtplein

Vorige week bezochten we het Hotel Rembrandt en volgden de geschiedenis tot de sloop in 1925. Deze week een foto van A.Th.Rooswinkel van eind 19de eeuw. Van het hotel zien we boven de bomen alleen het dak maar de rest van het plein is nog 19de-eeuws. De paardentram rijdt nog (geen bovenleiding). Om dat zeker te weten kijken we ook nog even achterom vanaf het plein.

Op de eerste foto zien we al hoge bebouwing verschijnen, vooral aan de Kippehoek waar ook Hotel Rembrandt stond. Vooral de noordzijde van het plein bleef lang kleinschalig wat bebouwing aangaat. Dat had alles te maken met een lang gekoesterde wens van de stad de vreemde contouren van de Botermarkt te corrigeren om er een echt (rechthoekig) plein van te maken. In de PDF over de vele fasen van het plein gingen we daar dieper op in. Op de foto hierboven staat al één nieuw gebouw in de gedroomde rooilijn: Hotel Mast. Dat hotel kwam in de plaats van drie halsgeveltjes van de foto links.

Dat brengt ons automatisch bij het volgende onderwerp..., het verdwenen Hotel Mast. Het torende jarenlang hoog uit boven de rest van de gevelrij.

Foto: vroege foto Rembrandtplein ±1875, de Boterwaag is zojuist afgebroken; bron: Stadsarchief Amsterdam

Verdwenen hotels: Hotel Mast (Mille Colonnes)

Als bedrijfsleider bij Krasnapolsky in de Warmoesstraat leerde Joseph Mast in 1878 de klappen van de zweep. Hij was minstens zo ambitieus als zijn werkgever en nog het volgende jaar 1879 bezat hij zijn eigen zaak aan het Rembrandtplein 11-13. Eveneens in 1879 gaf hij architect I. Gosschalk opdracht café-restaurant met hotelaccommodatie te bouwen. Het hotel kreeg de naam van de ondernemer: Hotel Mast en het café werd Mille Colonnes. De wanden van het etablissement waren voorzien van hoge spiegels die de gietijzeren kolommen en de kroonluchters in duizendvoud weerspiegelden. Mille Colonnes werd een populaire uitgaansgelegenheid die veel bezoekers trok.

Het hotel was zeker geen grand-hotel, eerder bijzaak, zeker na de hausse van 1883, het jaar van de Wereldtentoonstelling. Het telde zo'n 30 bedden en dat was dus bescheiden te noemen. Mast was gevormd door Krasnapolsky als uitbater van een koffiehuis, annex café en dat straalde ook van de onderneming aan het Rembrandtplein af. Tekenend hiervoor was de uitbreiding in 1881 met het koffiehuis van Van Hell op nr.15. Dat werd opgebouwd om bij de nieuwbouw (en de nieuwe rooilijn) te passen maar de logiesverdieping werd achterwege gelaten (zie foto links).
Gosschalk had zich voor de inrichting van Mille Colonnes laten inspireren door een gelijknamige gelegenheid in Parijs. Het tijdelijk grootste café van Amsterdam trok zeer de aandacht, niet in het minst omdat de kunstenaarsgroep De Tachtigers het als een vaste pleisterplaats adopteerde. De roem van Mast was in hoge mate te danken aan de roem van deze Tachtigers.
Men kan zich afvragen hoe Joseph Mast een dergelijk etablissement had kunnen bekostigen, tot we er achter komen dat bierbrouwer Gerard Heineken de grote geldschieter achter het geheel was. Hij zag wat in de ondernemende Mast en kreeg geen ongelijk.

Dagblad De Tijd schreef ter gelegenheid van de opening van Mille Colonnes het volgende:
De plus fort en plus fort! dachten wij bij het binnentreden van het eergisteren-avond, te midden van eenige genoodigden, geopende nieuwgebouwde Café-restaurant "Mille Colonnes" van den heer Jos. Mast, op het Rembrandtplein. En waarlijk, bij den eersten aanblik staat men verbaasd over hetgeen hier op het gebied van moderne verfraaiing en van comfort is gewrocht. Op dozijnen groote, zwaar vergulde gaskronen worden honderden lichten tot in het oneindige weerkaatst in de talrijke groote spiegels, die, op zich zelven genomen, reeds een aardig kapitaaltje vertegenwoordigen. Daarbij een aangename temperatuur, verhoogd of gematigd door een calorifère in het sous-terrain, een smaakvol ameublement, waarvan de toon, hoewel donker afstekend, harmoniseert met het geheel, prachtige, ruime buffetten — wat wil men meer?
Achter de naar schatting circa 10 meter lange voorzaal bevindt zich een ruime biljartzaal, die met haar zeven blijkbaar uitmuntende biljarts aan de verst gedreven eischen ten volle kan beantwoorden — kortom wij kennen geen café in onze stad — en er zijn er eenige! —, dat het van de "Mille Colonnes" wint. Onwillekeurig vraagt men zich dan ook bij den wedstrijd, die onder de koffiehuishouders plaats heeft, af: wat nu?
Architect van het gebouw, waarvan het uitwendige ons wel wat streng voorkomt, vergeleken bij het inwendige, is de heer J. Gosschalk, aannemer de heer L. Vlasman, terwijl de firma C. Dijserinck voor de verlichting en de firma H.F. Jansen voor het ameublement gezorgd heeft.

Schilderij: Jacobus van Looy, een der frequentste gasten van Mast
bron: Van Halsmuseum Haarlem

In 1893 trad Mast als uitbater terug, maar het etablissement bleef "Mast" heten. Sterker nog, het café Mille Colonnes heette in de volksmond ook gewoon Mast. Dat bekte veel lekkerder. Toen "de mannen van de pen" verdwenen waren, zocht de directie andere pluspunten om te etaleren. Het restaurant bijvoorbeeld maakte reclame dat - zolang het geopend was - er a-la-carte gegeten kon worden. In die dagen dus geen vanzelfsprekendheid. Of neem de biljartzaal met maar liefst zeven biljarts.
In 1920 kwam het einde voor Hotel Mast. Weliswaar werd ook Mille Colonnes afgebroken maar wat ervoor terugkwam had dezelfde bestemming: grootschalig amusement voor het uitgaanspubliek. Heck's Lunchroom bouwde een nieuw en veel lager pand op Rembrandtplein 11-15 met een voor die formule overbemeten grote cafézaal met in het midden een dansvloer en een podium voor een compleet orkest. Het wollige fin-de-siècle interieur maakte plaats voor het strakke Nieuwe Bouwen. Wat er glom en flonkerde waren de gasten of hoogstens een chromen leuning.

Het is de moeite waard nog meer bijzonders over Mille Colonnes te lezen. Dat kan in Ons Amsterdam jg.58 (2006) pp.144-148 (ook digitaal te lezen) of via 020apps.nl.

Alle foto's bij dit item komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam

Hulp gezocht... en misschien gevonden

Dat dit Amsterdam is moeten we vergeten; dit riekt naar een van de vele dubbele wipbruggen over de Vecht en dat vond Anje Belmon ook. Zij tipt op Vreeland, maar dan is er met de omringende bebouwing wel heel veel gebeurd. Sommige ophaalbruggen over de Vecht zijn nog steeds van dit type en ook nog steeds van hout, maar de brug in Vreeland is vervangen door een ijzeren exemplaar en dat zelfs alweer door een andere brug.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Vraag en antwoord

Jos Mol vraagt zich af of men het bij het geven van namen aan gangen niet zo nauw nam. Naast de Aalsmeerdergang van de quizvraag "snelste" van vorige week kwam hij in de Willemsstraat (Goudsbloemgracht) ook nog een Aalsmeergang tegen.

Foto: Trompettergang; bron: Stadsarchief Amsterdam

Het antwoord kan simpel zijn: namen van gangen en sloppen kwamen uit de volksmond en niet van de stedelijke overheid. Dat opende de weg naar vele doublures. Een winkel of werkplaats of een belangrijke bewoner konden naamgever zijn, net zo goed als de branche waarin zij werkzaam waren. In het overzicht van Willem Blok van gangen in de hele stad komen nóg twee Aaalsmeerdergangen voor: Lindengracht en Haarlemmer Houttuinen. Om maar even bij een populair beroep te kijken: meer dan 20 Bakkersgangen en minstens zoveel Schoenlappersgangen dan wel Schoenmakersgangen. Wat te denken van bladzijdenlang Sleepersgangen? Dat waren nog bekende beroepen, maar er waren ook een dozijn Speldenmakersgangen.
Als de stedelijke overheid geconfronteerd werd met doublures bij straten of stegen, bijvoorbeeld door annexaties maar ook als die eerder in de volksmond waren ontstaan, werd de naam van één gehandhaafd en kregen de andere een nieuwe naam. Een bekend geval is de Kromelleboogsteeg, waar we er drie van hadden in de stad. Die tussen Rokin en Dam mocht in 1909 zo blijven heten, een tweede (Zeedijk) werd Elleboogsteeg en de derde (Nieuwendijk) kreeg de naam van de Oudebraak waar hij op uit kwam.
Weet een van de deelnemers hier nog iets over te zeggen? Laat maar horen.

Amsterdamse hofjes: Anslo's hofje

Anslo's-, Claes Claesz- en Zwaardvegershofje 

door Adrie de Koning en Jos Mol

Dit keer duiken we in de geschiedenis van meerdere hofjes. Het Anslo's-, Claes Claesz- en Zwaardvegershofje zijn vlak bij elkaar gelegen en worden als eenheid besproken. Voor het gemak zullen we de drie genoemde hofjes samen het Claes Claesz-complex noemen.
Het complex is jaren onbewoond geweest tot het in de jaren '60 gerestaureerd werd. De Stichting Diogenes heeft zich daar sterk voor gemaakt. Later kwam hieruit voort de vereniging VAB (Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad) die zich sterk maakte voor het behoud van het stadsgezicht.
Ligging
Het Claes Claesz-complex ligt aan de 1e Egelantiersdwarsstraat 1-5 in de Jordaan, maar ook aan de Egelantierstraat en de Tuinstraat. Het woningcomplex dat nu het Claes Claeszhofje heet, bestaat uit een tweetal gerestaureerde en samengevoegde hofjes te weten het Anslo's hofje en het Zwaardvegershofje.


Hoe kwam het Anslo's hofje aan zijn naam? Dit in de jaren '50 als Stichting opgeheven hofje werd in 1626 gebouwd door Claes Claesz Anslo (1592-1632), een vriend van Rembrandt van Rijn. Deze Noor (afkomstig uit Anslo/Oslo) had zich in Amsterdam gevestigd als lakenhandelaar. Hij bezat al spoedig vijf huizen in de Egelantiersstraat.
Het Zwaardvegershofje is in 1738 door Gerrit van Loenen en zijn vrouw Annetje Abrahams gebouwd en is nagelaten aan de Lutherse Diakonie. Het was bestemd voor bewoning door ongehuwde vrouwen en armlastige weduwen. De naam komt van het straatje 'De Zwaardvegersgang' waaraan het hofje lag. In de Middeleeuwen was een zwaardveger een wapensmid! 

Schilderij: Anslo en zijn Aaltje; Rembrandt 1641

Bijzondere kenmerken
Het Zwaardvegershofje is in 1884 verbouwd. Het bood plaats aan tien vrouwen. In de Tuinstraat is nog de naam boven de voormalige ingang te zien. De ingang van het Anslo's hofje bevat een gevelsteen met familiewapen met eronder de tekst Anslo's hofje.
Met de restauratie van het voormalige Anslo's hofje kon in 1968 worden begonnen. Het woonhuis en de poort zijn gereconstrueerd aan de hand van een oude tekening. In 1969 reikte Wethouder Polak de eerste sleutel van het complex uit. Meer panden werden successievelijk aangekocht, waaronder het pand waar het allemaal mee begonnen was, het huis met de gevelsteen ‘de schrijvende hand’ dat de Vereniging Hendrik de Keyser wel aan de nieuwe stichting wilde overdoen. Tot 1973 werden de overige panden herbouwd en gerenoveerd. Een tekst bij de fontein in het hofje herinnert daar nog aan. Doordat er veel aandacht is geschonken aan de restauratie en doordat de media veel aandacht besteedden aan de feestelijkheden rondom de uiterst gelukkig uitgevallen restauratie, staat het Claes Claesz-complex nog volop in de belangstelling.

Doelstellingen
De huisjes in de Egelantiersstraat bestemde Anslo voor kosteloze bewoning van arme lieden. Na Anslo's dood gingen de huisjes over in een Stichting. Behalve vrijdom van huurkosten en diverse belastingen, genoten de bejaarden ook vrijdom van de import van één vat bier per woning! 
De huisjes van het Zwaardvegershofje waren bestemd voor Lutherse vrouwen. Het werd daarom ook wel het Lutherhof genoemd. Nadat het hofje in 1925 werd gesloten, werden de vrouwen ondergebracht in het Diaconiehofje op het Staringplein.
De Stichting Diogenes heeft het beheer over de woningen, die worden verhuurd aan kunstenaars en studenten van kunstacademies. 

Toegankelijkheid
U komt het Claes Claesz-complex binnen via de poort in de Egelantiersdwarsstraat (links van de blinde muur). Na binnenkomst rechts het Zwaardvegershofje en links het Anslo's hofje. Uiteraard wordt het niet op prijs gesteld wanneer de rust wordt verstoord!

Foto's: door de auteurs en Google Earth

Schilderij: Rembrandt van Rijn

Column: Kerken en orgels en veranderingen (slot)

n de Augustinuskerk moest elke woensdagavond geoefend worden. Extra repetities soms, zo tegen de kerst bijvoorbeeld. Een keer liep de organisatie wat anders. We oefenden die dag terwijl de 103-jarige zeer geliefde parochiaan meneer Jansen (U kent hem wel) naast het altaar lag opgebaard. We knielden eerbiedig bij zijn kist, maakten een kruisje en vroegen meneer Jansen om toestemming. We repeteerden uiteraard wat plechtiger, wat zachter en wat korter, hij mocht eens ontwaken! Nog een anekdote: De musici  hebben wel eens in de pauze in een baldadige bui van de in de consistorie klaargezette miswijn (vino da messa) gesnoept maar dat was achteraf eigenlijk een beetje over de schreef. De drummer en de gitarist wilden nog een extra slokje, dat speelde beter, zeiden ze. Maar het viel wel op, zo’n halflege fles! Dus goot Gijsbreght een beetje wijwater bij de wijn, zodat het niet zo op zou vallen, en de pastoor kreeg dientengevolge die zondag gezegende halvawijn in de kelk, ach, misschien wel beter!

Gijsbreght vond het heerlijk om alleen te zijn in het kerkgebouw. Dan proefde je de sfeer van eeuwigheid en plechtige stilte. Hij doorbrak de stilte ook wel. In een kerk in den lande waar opgetreden ging worden, stak hij dan zijn trompetje de lucht in en blies een mooie aria. Hierdoor kon je de galm (akoestiek ) proeven, een galm die in elk gebouw weer anders was. Daar hield hij dan als muzikant en dirigent rekening mee. In de oude gebouwen bleef je maar genieten van die esoterische galm en leek elk rustig gezongen kerklied er mooier door te klinken.

Er werden ook wel nieuwe kerken neergezet, maar dan door ignorante architecten die dikke platen spaanplaat boven het koorbalkon lijmden zodat je kon blazen en zingen wat je wilde, doch alles sloeg ogenblikkelijk dood!
In de oude gebouwen met de beroemde orgels, ging Gijsbreght wel eens in zijn eentje improviseren op het grote kerkorgel. Bijvoorbeeld op het uit ‘De Star’ (Rusland) meegereisde Cavaillé-Coll-orgel.  Dat schalde heerlijk door de ruimte en dan genoot hij, en wellicht de Heer ook.

Ineens ging het snel. Ondanks de beatmissen en andere innovaties, daalde het kerkbezoek in Amsterdam met sprongen en zag je in de met name grote gebouwen steeds kleinere ploegjes volhouders de mis volgen. In de Bonifatiuskerk hing men halverwege een megagroot gordijn, waardoor de kerk tussen gordijn en altaar wat intiemer en warmer aandeed. Kerken werden gesloopt (Magdalena, Willibrordus etc.). 19000 kerken bepaalden ooit de horizonsilhouetten in ons kikkerland, nu zijn er nog 7000, waarvan er in slechts 4000 de dienst wordt gevierd. De rest werd monument, atelier of woning https://www.tvschijndel.nl/3220-animatie-woningen-in-en-rondom-kerk-boschweg-schijndel

Gijsbreght mist het wel. Snelwegen zijn er nu, en de stads- en dorpssilhouetten lijken op op zijn kant gezette schoenendozen, soms even doorspekt met wat plastic minaretten. Gijsbreght mijmert verder. Beste lezer, geniet nog maar even van de kerken. Die van vroeger. Google en Youtube er nog maar wat bij elkaar.

Bij de foto's:

lb: De opgebaarde heer Jansen

mb en rb:Het Cavaillé-Coll-orgel van de Augustijnen

lli: De Star op Rusland

li: Onze eigen ‘Sint Pieter’: de Basiliek van de
Heiligen Agatha en Barbara, Oudenbosch

Extra info:
Nederland beschikt slechts over vijf Cavaillé-Coll-orgels, waaronder één in het Concertgebouw in Haarlem. Om die reden is het orgel van de Augustinus dan ook zeer gewild en maakt onder andere het Conservatorium van Amsterdam regelmatig gebruik van het orgel voor masterclasses en examens.
Het orgel van de Augustinus werd in 1881 gebouwd voor de Oude Star aan het Rusland en in 1931 verplaatst naar de grote Augustinuskerk aan de Postjesweg. Sinds 1979 staat er op die plaats een nieuwere Augustinuskerk, maar met nog steeds hetzelfde mooie orgel! 
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Bonifatiuskerk_(Amsterdam)
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerardus_Majellakerk_(Amsterdam)
https://www.stadsherstel.nl/221/nedpho-koepel/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_kerken_in_Amsterdam
https://www.skyscanner.nl/nieuws/inspiratie/de-12-mooiste-kerken-en-kathedralen-van-nederland/

Deze week honderd jaar geleden

Zaterdag 8 juni 1918 - De Nederlandse vereniging Eerste Hulp Bij Ongelukken (EHBO) bestaat 25 jaar en prins Hendrik woont de feestelijkheden bij.

Donderdag 13 juni 1918 - Ook de Eerste Kamer gaat akkoord met de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee. Daar is zelfs geen hoofdelijke stemming voor nodig.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08
wk09 wk10 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave