weekblad-logo

week 48-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Carol de Vries. Zoals eerder gebeurde zag Carol geen kans een nieuwe opgave te bedenken en liet dit aan nummer twee Mike Man over. De nieuwe opgave komt dan ook van Mike. De vraag is:

Welk water is dit?
Welke brug is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Wij hadden gedacht dat in het antwoord op de vraag over de rails die van het spoor Doklijn te voorschijn zouden komen. Maar daar trapte niemand in. De rails lagen over deze Dr. Samuel de Ranitzbrug (#187; vroeger niet-officieel Spinozabrug) gedurende 1972-'76 om tramlijn 10 om te leiden zolang de rails over het Weesperplein opgenomen waren voor de bouw van de metro met metrostation Weesperplein. Voor de Doklijn lagen hier eerder treinrails; het was immers van oorsprong een spoorbrug. De foto is genomen richting Sarphatistraat door de Spinozastraat (zie kaartje hieronder).

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Carol de Vries, Mike Man, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Gerard Beerman, Olaf Horn, Ger Lange, Otto Meyer, Jos Mol, Robert Raat, Han Mannaert, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Fotoquiz: Jan's keuze

Jan Six van Hillegom kwam een serie schilderijen en tekeningen tegen met stadsgezichten van Amsterdam, allemaal grofweg een eeuw geleden. Vandaag de eerste. Hij wil het volgende van u weten:

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto dan wel scan: Jan Six van Hillegom

Oplossing: Pieter's keuze

Pieter kwam dit karakteristieke pand tegen op de Reguliersgracht met het huisnummer 57-59. Het werd in 1879 gebouwd door Isaac Gosschalk. 020apps.nl verder:
Werkplaats, winkel en woonhuis van Zeeger Deenik, een timmerman die volop profiteerde van de enorme woningproductie in die tijd. Dit huis kreeg een houten onderpui en topgevel. Volgens Gosschalk werd op deze plek al in 1671 een timmermans-zaak uitgeoefend. In 1818 huurde Zeeger Deenik het pand; dat was de grootvader van de Deenik die Gosschalk in 1879 verzocht een nieuwe gevel te ontwerpen. In 1882 liet hij Gosschalk een nieuw pand ontwerpen op nr.63.

Zw/witfoto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Mike Man, Carol de Vries, Ria Scharn, Hans Olthof, Anneke Huijser, Jos Mol, Jan Six van Hillegom, Adrie de Koning, Maarten Helle, Ton Hupkens, Ruud Fontijn, Otto Meyer, Robert Raat, Hans Goedhart, Han Mannaert, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen.

Fotoquiz Waar? Wat?

Anders dan dat u van ons gewend bent, laten wij deze foto zo verbleekt en verkleurd als hij is aan u zien. Wij willen het volgende van u weten:

In welk water drijft de tjalk?
Wat is de aard van de nering die in de hoge panden wordt/werd uitgeoefend?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

In 1894-'95 bouwde PW voor de Gemeentelijke Telefoondienst een dienstgebouw aan de nieuwe Raadhuisstraat. Het gebouw stond tussen het Singel de de Spuistraat. Daar staat ook de koets van de quizfoto. In 1904-'06 al werd het gebouw flink gewijzigd en uitgebreid. In 1984 werd dit geheel afgebroken voor nieuwbouw van de PTT, dat steriele witte gebouw dat al eens kandidaat was in onze rubriek 'genomineerd voor de sloop'.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Op 13 juli 1911 sloten de voerlieden zich aan bij de internationale staking van zeelieden die al enige tijd woedt en nu dus ook de transportbedrijven meetrok. Vanaf vandaag worden wagens van niet-stakende voerlieden begeleidt door politie of huzaren, bewapend uiteraard.
Voor wie dacht dat het een bewapend geldtransport gold: bij de telefoondienst gaat in principe geen geld om. Wat ze wel kwamen afleveren of ophalen is niet duidelijk.
Op de foto de Raadhuisstraat, nog zonder het Witte Huis tegenover het telefoongebouw.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

In de achtergrond was nog een houvast te herkennen, namelijk het kantoor van Van Gelder Papier op Singel 236. Het trapgeveltje van het neo-renaissancegebouw is een mooi herkenningspunt. De enige die daaraan refereerde was Otto Meyer, maar die heeft daar dan ook jaren en jaren gewerkt.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Jos Mol, Ria Scharn, Adrie de Koning, Mike Man, Robert Raat, Han Mannaert, Otto Meyer,

Met de camera op pad...

De fotograaf ging het om de glazenwasser die zijn kar voortzeult, ons gaat het om de omgeving. Al eerder bleek deze locatie moeilijker dan gedacht. Weet u waar dit is?

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

De hoge nieuwbouw van Mille Colonnes verraadde dat dit het Rembrandtplein is. Voor de rest staat er nog de oude bebouwing van de Botermarkt die begin 20ste eeuw beetje voor beetje afgebroken wordt en vervangen door Café De Kroon en het Rembrandttheater. Mille Colonnes werd in 1879 geopend als Café Mast (zie interieur onder). De iets lagere aanbouw volgde in 1881 toen Mast het naastgelegen koffiehuis van Van Hell kon kopen, afbrak en zijn café-restaurant-hotel uitbreidde. Deze foto van A.T.Rooswinkel is dus van na dat moment.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Uit deze reclamekaart uit 1881 zou moeten blijken dat de aanbouw even hoog zou worden als de bestaande bebouwing en een vierde travee moest vormen. Dat ging niet lukken, zoals uit de quizfoto blijkt.
De aanbouw op nr.15 ging gepaard met een interne verbouwing van de grote cafézaal van het net geopende gebouw ernaast. Het was toen dat de zaal de enorme spiegels aan de wanden kreeg die de gasverlichting honderdvoudig weerkaatsten en die het etablissement de naam 'Mille Colonnes' opleverde. Hieronder twee aquarellen van het interieur.

Lees ook nog eens aflevering 2 van het Jaarboek 2015 over het Rembrandtplein in dit stadium.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Harry Snijder, Ria Scharn, Jos Mol, Mike Man, Gerard Beerman, Adrie de Koning, Otto Meyer, Robert Raat, Han Mannaert, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

en dan nog even over...

...admiraal De Ruijter en de Slag in de Sont. Robert Raat preciseert de reden van de kranslegging van Deense officieren bij zijn graf in de Nieuwe Kerk:
Michiel de Ruijter had hier niets mee van doen. Bevelhebber was Jacob van Wassenaer-Obdam, met deze missie belast omdat Tromp een jaar eerder sneuvelde tijdens de slag bij Ter Heide. Historisch en krijgskundig gezien geen bijster sterke figuur deze Jacob.
Vice-Admiraal Witte de With lag meer voor de hand maar gezien zijn onbuigzame karakter werd toch gekozen voor van Wassenaer-Obdam. Diezelfde Witte de With leidde de voorhoede en kwam tijdens de slag om. De verslagen Zweden hebben uit respect voor de moed van de With diens lichaam van de vastgelopen Brederode - ooit het vlaggeschip van Tromp - gehaald en gebalsemd. Pas vele jaren later werd de With naar Rotterdam overgebracht en in de Laurenskerk bijgezet.
Het Deense eerbetoon bij het graf van de Ruijter in de Nieuwe Kerk moet dan ook meer gezien worden als een symbolisch gebaar naar Nederland toe. Wel heeft de Ruijter later van Wassenaer-Obdam bijgestaan in de herovering van de Deense eilanden op de Zweden.

redactioneel

Amsterdamse burgemeesters in de 17de en 18de eeuw

Andries Bicker (1586-1652)

Mr. Andries Gerritsz Bicker was de krachtigste vertegenwoordiger van het geslacht Bicker dat meer dan een halve eeuw het stadsbestuur van Amsterdam heeft gedomineerd. De grondslag hiervoor legde vader Gerrit Bicker die in 1603 al eens burgemeester werd. Gerrit had drie zonen die het koopmansimperium van hun vader voortzetten en uitbouwden. Zij verdeelden de wereldwijde handel onderling waarbij Andries, naast de graanhandel, de Moscovische pelshandel toebedeeld kreeg die hem een vermogen opleverde, Alle broers, Andries, Cornelis en Jan, hadden functies in het stadsbestuur en werden burgemeester, Cornelis zelfs drie keer en Andries tien keer. Jan was daarnaast nog scheepsbouwer en bezat het hele Bickerseiland.
Andries leidde de vroedschap ten tijde van de ondergang van Reynier Pauw, welke wij vorige week belichtten. Hij werd als vanzelf de belangrijkste man in de vroedschap en het college van burgemeesters. In die zin was hij ook de grootste tegenstrever van de opeenvolgende Oranje-stadhouders.

Benoemingen tot burgemeester: 1627, 1629, 1631, 1633, 1634, 1636, 1640, 1641, 1645, 1649

Zoals gewoon komen de afbeeldingen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld

Een uitgebreide lijst van alle burgemeesters van Amsterdam op Wikipedia

Andries Bicker werd in 1616 benoemd tot vroedschapslid, in 1620 tot schepen en in 1627 voor de eerste keer tot burgemeester. Op het toppunt van de Bickerse invloed hadden zeven familieleden een of andere functie in het bestuur. De lijn die gevolgd werd, was libertijns: alles voor de handel. Stadhouder Frederik Hendrik, die na de behaalde successen door wilde stoten naar de Zuidelijke Nederlanden en Antwerpen wilde heroveren, werd tegengehouden door de Bickerse factie. Dat ging zelfs zover dat Andries Bicker de verdediging van Antwerpen ondersteunde door de levering van wapens, munitie en kant en klare oorlogsschepen. Een poging van de stadhouder dit strafbaar te stellen werd getorpedeerd. Bicker kreeg dit alleen voor elkaar omdat hij Zeeland volledig aan zijn zijde wist. Die spinden immers goed garen bij de blokkade van Antwerpen. In deze jaren bepaalde Andries Bicker de buitenlandpolitiek van de Staten-Generaal. Hij liet zich door Amsterdam als vertegenwoordiger uitzenden naar Den Haag waar hij met zijn sterke karakter en geslepen onderhandelingstactiek iedereen zijn wil oplegde. In 1647, na de dood van Frederik Hendrik, dwong hij diens opvolger Willem II tot vredesbesprekingen met Spanje, wat deze tegen zijn zin moest gedogen. Nog erger maakte Bicker het toen hij de Staten-Generaal overhaalde een groot deel van het kostbare staande leger af te danken toen in 1648 de Vrede van Munster een feit was. De toon was gezet: Andries had er een aartsvijand bij.

In 1638 bracht Maria de Medici, dochter en kleindochter van de eerste twee groothertogen van Toscane uit het geslacht De Medici Francesco en Cosimo, een bezoek aan Amsterdam. Andries, alhoewel hij dat jaar geen burgemeester was, leidde het ontvangstcomité dat haar een groots onthaal bezorgde. Deze eer was volledig te danken aan zijn allesbepalende invloed op het stadsbestuur in die jaren.
Maria is de weduwe van de Franse koning Henry IV en de moeder van de nieuwe koning Louis XIII. Bicker heeft geen ander belang bij deze vorstelijke ontvangst dan een wit voetje te halen bij de Fransen om de vredesonderhandelingen met Spanje weer vlot te trekken. Dat Spanje moet een coalitie tussen Frankrijk en de Republiek zeer vrezen.

Al deze overmacht kon niet wegnemen dat die alleen onder regenten gold. Met de inwoners van Amsterdam had Bicker c.s. niet veel op en fanatieke predikanten onder aanvoering van Ds. Adriaen Smout (portret) hadden veel kritiek op het rekkelijke klimaat in het bestuur. Zij hitsten de gelovigen tegen hun bestuurders op en zochten steun in Den Haag en bij de stadhouders. Bicker probeerde tussen deze klippen door te zeilen en had daar al zijn behendigheid bij nodig.
Evenveel moeite had hij met de schutterij waarvan een groot aantal nog steeds de contra-remonstrantse lijn van Adriaen Pauw trouw was gebleven. Broer Cornelis Bicker bemoeide zich overmatig vaak met de schutterij en ook Andries bekleedde steeds functies binnen de schutterij.
Privé hield Bicker zich ook nog bezig met andere zaken als handel en regeren. Hij was actief in ontginningsprojecten in de hele Republiek. Hij bemoeide zich met pogingen de landbouw van Drenthe te verbeteren, verrichtte op eigen houtje de ontginning van 's Graveland, was eigenaar van het Spanderswoud en was bezig in en rond zijn heerlijkheid Engelenburg in Gelderland.
Willem II had, om Bicker te lijmen, diens zoon Gerard Bicker tot nieuwe drost van Muiden benoemd. Het had geen enkel effect op Andries, er veranderde niets in zijn houding. Dit soort van vleierij liet hij zich schijnbaar onberoerd welgevallen.

In 1650 is Willem II het beu tegen de machtige Bickerclan te moeten opboksen. Verstandig overleg met Amsterdam bleek niet mogelijk, zijn delegatie werd niet eens ontvangen in de vroedschap. Geschoffeerd als hij zich voelde, besloot hij tot gewapenderhand ingrijpen in de stedelijke politiek van Amsterdam en het uitschakelen van de broers Andries en Cornelis Bicker. Hij stuurde in het geheim een eenheid van 12.000 soldaten naar de stad om die bij verrassing binnen te vallen. Helaas mislukte zijn plan volledig. Toen de troepen in de buurt van de stad kwamen werd duidelijk dat die in opperste paraatheid was. De bruggen waren opgehaald, de bastions zwaar bewapend en het bleek dat in een paar maanden tijd de achilleshiel, de Amstel, verdedigd was door een tweetal extra forten: de roemruchte blokhuizen in de Amstel.

Willem II liet zijn legeraanvoerder onderhandelen met de stad, zonder daar veel van te verwachten. Tot zijn grote verbazing liet het stadsbestuur, na ampel overleg met de gebroeders Bicker, weten dat de belangrijkste eis van de stadhouder ingewilligd zou worden: de Bickers deden afstand van hun functies in het bestuur. Verheugd als hij daarover was, verzuimde hij verder veel voorwaarden te stellen. Hij waande zich overwinnaar maar had beter moeten weten! Twee weken na het overlijden van Willem II in november 1650 waren beide broers hersteld in hun functies. Die herwonnen positie gebruikte Andries om in Den Haag te voorkomen dat er een nieuwe stadhouder werd benoemd. Dat kon hij met zijn vrienden véél beter zelf! Het eerste stadhouderloze tijdperk was een feit. Maar burgemeester van Amsterdam zouden hij en Cornelis niet meer worden. De rest van de vroedschap was net iets te blij geweest van deze despoot verlost te zijn en liet zich dat niet meer nemen.

de Fransche Thuyn

De Lutherse Gemeente bezat in de Elandsstraat vijf erven waar heel lang niets mee gebeurde, tot ze in 1686 in handen kwamen van boekverkoper Marcus Doornick van de Vijgendam. Hij zette hierop vier huizen onder een gemeenschappelijk dak. De achterliggende enorme tuin verkocht hij in 1697 aan Benjamin Couterier die er een klein huisje op zette maar de rest tuin liet. Hij kreeg een doorgang in het huizenfront aan de straat. Benjamin was, net als zijn echtgenote, uitgeweken Fransman uit de Champagnestreek die al bijna tien jaar in Amsterdam woonde. Na het gereedkomen van het huisje in de tuin verhuisde het echtpaar naar de Elandsstraat. De tuin werd een ontmoetingsruimte voor de vele Fransen die in de Jordaan waren neergestreken en woongelegenheid hadden gevonden, o.a. de Hof van Parijs, iets verderop in de Elandsstraat. Na het overlijden van zijn ouders bleef zoon Benjamin er nog wonen tot hij in 1745 overleed. Pas in 1755 kwam de Fransche Thuyn via verkoop in eigendom van Frederik Meijer die het huisje grootscheeps verbouwde en vergrote om er een herberg met vergaderzaal van te maken. In 1757 was de verbouwing gereed en trok Meijer er met zijn gezin in.

Bij Meijers overlijden in 1765 bleek het geheel nog verder uitgebreid te zijn en werden opstallen en tuin getaxeerd op ƒ18.000 en de inventaris op bijna ƒ4000. Er bleken twee kolfbanen ingericht te zijn. Zijn weduwe zette de onderneming voort tot hun zoon Hendrik de onderneming in 1792 uit de hand verkocht aan kelner Herman Plumacher voor ƒ14.000.
De nieuwe eigenaar verrichtte opnieuw een ingrijpende verbouwing door de aankoop van drie van de vier huisjes aan de straat die hij verbouwde tot vergaderlokaal en logement. De poort werd een ingang naar het etablissement waardoor de tuin te bereiken was.

Plumacher overleed in 1804 en zijn echtgenote in 1812. De erfgenamen verhuurde de Fransche Thuyn aan Jan Frederik Keijser. In 1823 wist Keijser het laatste huisje aan de straat op een veiling te kopen en het jaar erop het hele complex van de erven Plumacher voor ƒ12.500. Achter het laatste huisje had Keijser al een grote zaal gebouwd waar o.a. de toneelvereniging De Eendracht bijeenkomsten hield. Keijser bouwde het complex uit tot vergader-, feest- en concertzaal, kolfbaan, tuin en tuinhuis. De laatste weduwe Keijser hertrouwde August de Boer die in de Plantage een tweede Fransche Tuin opende. Die verdween in 1864 voor de bouw van gesticht Sint Jacob.

De onderneming in de Elandsstraat zette De Boer voort tot 1855. In de laatste jaren trad daar Cirque Olympique op, vergelijkbaar met het huidige Cirque du Soleil met acrobatiek, clownerie, rariteiten en zelfs paardendressuur. Waar ze het allemaal lieten is de grote vraag. De lokaliteiten waren verhuurd aan de Vereeniging tot Weldadigheid. Het hele complex kwam via een veiling in het Oude Heerenlogement kortstondig in handen van een speculant om het na een jaar te verkopen aan huurder Vereeniging tot Weldadigheid.

Oprichter en directeur pastoor Petrus Hesseveld hevelde meteen de kloosterlingen van de eigen vestiging in de Laurierstraat, de Zusters van de Voorzienigheid, over naar de Elandsstraat. De Fransche Thuyn werd een klooster dat De Voorzienigheid werd gedoopt. De activiteiten van de vereniging bleven als vanouds doorgaan. De zaal van de foto hierboven werd voorlopig een kapel en na gereedkomen van een echte kapel werd dit een refter zoals de foto laat zien.

De Vereeniging tot Weldadigheid liet het hele complex in 1926 slopen en een nieuw kloostercomplex bouwen dat er vandaag nog staat.

Alle foto's bij dit artikel komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.

Column: de Roode Leeuwengang

idden in de huizenrij is een klein poortje, niet hoger dan één meter vijftig. Wie er door wil moet gebukt blijven lopen, totdat hij twintig meter verder op een oud erf belandt, dat naar de kant van de gracht openligt. Aan de overzijde van de gracht ziet hij de achtergevels van de huizen in de Rapenburgerstraat. Van de armste achterbuurt is de Rode Leeuwengang de vergaarbak van de diepste menselijke ellende. Aan de drie kanten van het erf staan tien huizen, elk van drie verdiepingen hoog. Elke verdieping bergt vier éénkamer woningen. Op een oppervlakte van nauwelijks honderd vierkante meter vegeteren tweehonderd veertig gezinnen. Het aantal kinderen is ontelbaar. Ze krioelen op alle trappen, ze kruipen over de vieze straatstenen. In de zomer zwemmen de groten in de Markengracht. De huizen van de Rode Leeuwengang lozen niet op de gracht. Op elk trapportaal staat 'de emmer', soms met een stuk papier afgedekt. Vier gezinnen op één verdieping maken van één emmer gebruik. Drie keer per week komt de wagen van de Stadsreiniging op Marken. De man met de ratel kruipt door de nauwe poort. Zestig verslonste vrouwen staan op een rij te wachten totdat ze de emmer boordevol menselijk vuil in de 'strontkar' kunnen laten ledigen. Een enkele spoelt daarna de emmer in de gracht een beetje schoon. In de Rode Leeuwengang is altijd ruzie. Er ligt altijd een kind op sterven. Minstens éénmaal per week komt de wagen van de gemeente iemand weghalen, die aan een besmettelijke ziekte lijdt. De gang is geen straat, het is een erfelijke belasting. Wie hier wordt geboren krijgt het noodlot mee: Hier zijt gij ter wereld gekomen, hier moet gij sterven.

Tekstfragment: Meijer Sluijser in 'Voordat ik het vergeet'.

De Roode Leeuwengang was met zijn 6,25 meter breedte de breedste gang in de Jodenbuurt. De hele Valkenburgerstraat was maar een meter breder. De gang naar het binnenplaatsje liep onder het 14 meter diepe pand Valkenburgerstraat 195 door.
Die hoogte van dat poortje dat één meter vijftig hoog zou zijn, is wat overdreven maar riant was de doorgang niet. Een van de bewoners had eens een sinterklaas gehuurd om zijn kinderen te verrassen. Voor het poortje aangekomen paste de man er niet door en weigerde verder te gaan. Nou is het wèl zo dat het poortje verbouwd werd toen in 1881 de synagoge ernaast ingericht werd. De toog is van die tijd en de hoogte werd toen ±220cm.
De elf woninkjes 171-191 waren door dat poortje te bereiken. De totale oppervlakte van de huizen en de gang bedroeg 440 m2 en niet "amper 100 m2" zoals Meyer Sluijser schrijft.
Er was een voorkamertje waar enig daglicht in viel en verder alkoven met slaapgelegenheden. Om iedereen te laten slapen waren vaak bedsteden getimmerd met boven- en onderbedden. Een bezetting van 10 personen was geen uitzondering. Er wordt over de Roode Leeuwengang verteld dat de mensen in gaten in de muur sliepen. Dat is een wat gechargeerde weergave van de boven omschreven inrichting. Elke alkoof wordt met zo'n blik een nis, maar een gat is toch iets anders.
In december 1928 stelt B&W voor ƒ66.384 beschikbaar te stellen om de huisjes in de Roode Leeuwengang te onteigenen en te saneren.

De woningen achter Valkenburgerstraat 195 waren via de poort te bereiken. Nr.193 was vanuit het steegje toegankelijk.
De huizen waren - op een dubbelpand (nr.183) na - 4,5 m breed en ongeveer 5 m diep, dat is de helft van de gemiddelde diepte van de huizen in de Valkenburgerstraat. Acht huizen waren rug-aan-rug tegen de belendende bebouwing aan gezet en vier grensden aan een minimaal binnenplaatsje. Links een detail uit de buurtkaart S: links de Valkenburgerstraat en rechts de Markengracht. Stel u zich van dat water niets voor, de Markengracht was een open riool.

Sjangarei Tsion

In 1796 kregen de Joden vrijheid van godsdienst. De grote synagogen probeerden uit alle macht de vorming van huiskamer- en verenigingssjoeltjes te voorkomen. In 1827 verbood het joodse kerkgenootschap, gesteund door de Minister van Erendienst, het houden van huissynagogen. Het was dweilen met de kraan open omdat menig parnes, die geen officiële dienst in de Grote Synagoge heeft, liever in zijn vertrouwde huiskamersynagoge verkeerde. In 1851 werd het verbod nog eens bevestigd, maar beide keren met een nipte meerderheid. In dat jaar bestonden er naast de negen gemeentesjoels 13 huiskamer- en verenigings-sjoels.

Afb: sjoeltje op het terrein van de firma BOAS waar personeel en zij die jaartijd hadden, bijeenkwamen

In de Valkenburgerstraat, door de bewoners Marken genoemd naar het eiland waar de straat op lag, waren diverse sjoeltjes. Naast de Roode Leeuwengang was Sjangarei Tsion dat het 't langst volhield. Hier was armoe troef maar voor de bezoekers was dit hun miskdosh mengat, hun kleine heiligdom. Steeds werden rabbi's uitgenodigd om te spreken en ze kwamen allemaal. Hieronder een verslag van het bezoek dat opperrabbijn Onderwijzer, niet geheel spontaan, in 1918 aan de sjoel bracht.

Eindelijk kwam de Raaw! Hij schreed door de smalle straat met ruw plaveisel, de mensen keken vol ontzag naar hem op. Wie zat sprong overeind toen de Raaw langs zijn krot wandelde.

Het sjoeltje puilde uit van de mensen, velen met de pet op. En toen daar onze Raaw het sjoeltje binnentrad, te midden van de eenvoudige Joden uit het ghetto, ging er een schok door ons allen. Wij hoorden zijn machtig woord en keken naar zijn glanzend gelaat, als eens Mozes' aangezicht. En we dachten: zo moest het vaker zijn, de Raaw te midden van zijn onwetende volk om lering te brengen.

Abraham Samuel Onderwijzer (1862-1934) had de torah in het Nederlands vertaald die in vijf delen tussen 1895 en 1901 uitgebracht werd. Hij was ook oprichter van de joodse vakbond Betsalel.

Foto's Joods A'dam en Memorboek

Zomaar...

Vorige week zagen we hoe Gaston Braun in 1864 op de Luiebrug stond en uitkeek over de Overtoomsevaart. Rond 1900 deed een onbekend gebleven fotograaf dat nog eens over maar stond daarbij op de net aangelegde Leidsekade en nam de brug mee op de foto. Dat het rond 1900 moet zijn concluderen we uit de dekschuiten waarvan er één zwaar beladen lijkt met zand, bestemd om de vaart mee te dempen. Dat gebeurde tussen 1901 en 1903. Deze foto past in een hele serie over de demping die in handen kwam van Abel Kok, de architect en verzamelaar waar we twee weken geleden aandacht aan schonken. Deze verzameling, die minder als kunstzinnig maar meer als documentatie bedoeld was, kwam na het overlijden van Kok in het stadsarchief terecht, zodat wij nog dagelijks kennis kunnen nemen van hoe Amsterdam er ooit uitzag.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam, de maker is, zoals gezegd, onbekend.

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 1 december 1919 - L. Pool's fabriek van tandverzorgingsproducten viert zijn 25-jarig bestaan. Het bekendste product is ongetwijfeld ATOL tandpasta.

Hier gebeurde het; foto: Stadsarchief A'dam

Woensdag 3 december 1919 - Het communistisch raadslid Nittert Jan Colly (1887-1950) staat voor de rechtbank. Hij wordt beschuldigd van openlijke geweldpleging tegen een politiefunctionaris bij het handhaven van het wettelijk gezag. Colly had op 7 november 1918 aan een betoging deelgenomen die de verjaardag van de Russische Revolutie herdacht. De mars ging van de Handwerkers Vriendenkring naar het Weesperplein. Hij had midden op de brug tussen Weesperstraat en Weesperplein (#257; nu Dr. Meijer de Hondbrug) halt gehouden en een steeds groter wordende groep mensen om zich verzameld door luid op betogers te roepen. De politie had hem gemaand door te lopen maar Colly bleef staan en had nog harder geroepen om meer mensen te verzamelen. De agent greep naar hem om hem van de brug te verwijderen maar Colly had hem met zijn sterke timmermansknuisten 'omklemd' zodat de agent geen kant meer op kon. Deze moest door zijn collega's ontzet worden en Colly werd gearresteerd.
Op de rechtszitting verdedigde Colly zich door te stellen dat de agent een meisje had geslagen en dat Colly daarop had gereageerd. Volgens de politie was het andersom gebeurd maar journalist Gerard van 't Reve (Sr) bevestigde de lezing van Colly. Van 't Reve was partijgenoot van Colly en had wel enige schijn tegen zich. De verdediger van Colly, Mr. Bekker, toonde een aantal onjuistheden aan in het proces verbaal die nog meer vragen over de betrouwbaarheid van de agenten opwierp. Op 17 december volgde de rechter het betoog van Bekker en ontsloeg Colly van alle rechtsvervolging.
In maart 1923 zou David Wijnkoop, toen de ongekroonde koning van de communisten, Colly royeren uit de partij wegens niet verder aangeduide 'terroristische handelingen'.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31
wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43
wk44 wk45 wk46 wk47 wk48 wk49 wk50 wk51 wk52 Oudjaar    
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave