weekblad-logo

week 04-2019

Fotoquiz snelste

De eerste met het goede antwoord op de vraag van vorige week was Anna Denekamp. De nieuwe opgave komt dan ook van haar. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Waarom werd dit huis in de stutten niet gered? Wij kijken hier naar schuilkerk Het Vredesduifje, Kerkstraat 173-175. De R.K.kerk werd geopend in 1682 en sloot in 1798 onder de Bataafse Republiek, waarna men verhuisde naar een grote kerk aan de Prinsengracht t/o het Amstelveld. De stichting van de kerk was werk van één enkele man: de timmerman/aannemer Gijsbert Pietersz die de vier huizen - waar het in de quizvraag over ging - in 1675 kocht. Er werd gekerkt op de verdieping. De twee gestutte huisjes zijn op de foto nog origineel. De huisnummers van de vier bedoelde huizen zijn dus 169-175.
De kerk Het Vredesduifje is de voorganger van De Duif op de Prinsengracht. De bouw daarvan startte meteen in 1795, de kerk heette officieel Sint Willibrordus. Indachtig de oorsprong van de parochiekerk werd de nieuwe kerk De Duif genoemd. In 1857 werd daar de huidige De Duif gebouwd naar ontwerp van architect Molkenboer.

Op de tekening de eerste Duif van 1798.
Afb:
Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anna Denekamp, Arjen Lobach, Ria Scharn, Robert Raat, Jos Mol, Adrie de Koning, Aschwin Merks, Anje Belmon, Anneke Huijser,

Fotoquiz: Jan's keuze

Jan Six van Hillegom kwam op de veilingsite van Christies een aantal prenten van Amsterdam tegen die niet in de Beeldbank te vinden zijn. De meeste daarvan zijn voor dit gezelschap makkelijk te plaatsen maar bovenstaande wijkt nogal af van de gebruikelijke weergave van dit punt. Om het iets moeilijker te maken hebben wij links een-derde van de prent afgeknipt. Er zit een kardinale hint in de prent die het u mogelijk moet maken direct te zien waar dit is. Tenminste, als u vertrouwd bent met de PDF's op deze site.
De kwaliteit van de scan is niet geweldig; wij hopen dat het voldoende voor u is.

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

De maker is ons niet bekend.

Oplossing: Carol's keuze

Natuurlijk niet aardig van ons, om de toren van de Engelse kerk op het Begijnhof half af te snijden. Nu was het toch iets meer puzzelen.
Vorige week hadden wij een andere foto van dit punt, deze keer over het Singel ziend naar weer het Spui. Het hoekhuis is Singel 403 dat tegenwoordig één lijkt met Spui 30, maar toch eigen nummer heeft. De nieuwe zijgevel kregen de eigenaars cadeau van Openbare Werken toen vijf huizen op deze hoek werden afgebroken: Singel 405-409 en Spui 32-34. Dit om de doorgang van Nieuwezijds Voorburgwal naar het Singel te verbreden voor o.a. de trams.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

 

Goede oplossingen kwamen van Mike Man, Cor van Duinen, Harry Snijder, Winfried Bij, Robert Raat, Han Mannaert, Arjen Lobach, Kees Boas, Ria Scharn, Onno Boers, Anje Belmon, Jos Mol, Anna Denekamp, Dick van der Kroon, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

Hier wordt iets groots verricht! Hier worden drie bruggen tegelijk vernieuwd. De vragen zijn:

Welke grachten kruisen elkaar op dit punt?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Diverse deelnemers bekenden dat het witte huis iets links van het midden hen op het spoor had gezet. Op het dak staat ook nog een reclame voor RVS, de verzekeringsmaatschappij die Het Witte Huis aan de Raadhuisstraat liet bouwen. Het water moet dus het Singel zijn. Het reeds staande gebouw aan de Raadhuisstraat is de telefooncentrale van de PTT en rechts daarvan wordt een bankgebouw neergezet voor Labouchère Oyens & Co: Singel 213. Dat gebouw werd later overgenomen door de Kas-Associatie die eigenlijk in de Spuistraat huisde.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Adrie de Koning, Mike Man, Otto Meyer, Robert Raat, Anneke Huijser, Harry Snijder, Ria Scharn, Jos Mol, Hans van Efferen, Anthony Kolder, Anje Belmon, Hans van Efferen, Anthony Kolder, Han Mannaert,

Met de camera op pad...

Weer eens een rijtoer, deze keer van Wilhelmina met Emma. De vraag is: waar rijdt het rijtuig?

Waar rijdt het rijtuig hier?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Begin juli 1911 koos een klein leger van politieagenten, infanteristen en marechaussees strategisch positie op het Mariniersplein aan de noordrand van het eiland Kattenburg. Achter hen het spoor met de brug over de Dijksgracht, de ogen gericht op de Kleine Kattenburgerstraat en omgeving, waar stakende zeelieden, bootwerkers en andere Kattenburgers al zo’n twee weken in opstand waren. In de nacht van 5 op 6 juli 1911, rond twaalf uur, openden de soldaten na een opstootje het vuur. Het was het begin van de ‘Bloednacht van Kattenburg’, die tot vijf uur ’s morgens voortduurde. Tientallen raakten gewond, waaronder vier ernstig. (Bron: OnsAmsterdam)

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hierboven twee krantenartikelen over de gebeurtenis. Omdat met de gebrekkige reproductietechnieken van 1911 de schade aan de panden door geweerschoten niet zichtbaar te maken was, zijn de gebroken ruiten wat extra aangezet. In het rechter artikel staat abusievelijk dat de dwarsstraat de Tweede Katteburgerdwarsstraat zou zijn. Dat is onjuist! Het is de Derde Kattenburgerdwarsstraat en dat was meteen het tweede deel van de vraag.

Goede oplossingen kwamen van Mike Man, Anneke Huijser, Harry Snijder, Jos Mol, Adrie de Koning, Arjen Lobach, Robert Raat, Ria Scharn, Maaike de Graaf, Anje Belmon, Aschwin Merks, Anna Denekamp, Hans van Efferen,

de paden t/o het Leidsche Bosch -2

Ook al ligt het Schapenburgerpad niet direct tegenover het Leidsebosje, het hoort wel tot de cluster van paden en weersloten tussen Boerenwetering en Overtoomsevaart. En ook al is het vandaag voor een deel nog steeds te vinden en bewoond, het is wel degelijk pre-stedelijk.

Waar wij u mee naar toe willen nemen, zijn de paden door deze polder die bij de 19de-eeuwse stadsuitbreidingen een rol speelden en die soms nog aanwezig of herkenbaar zijn. Dat zijn:

M - Mennonietenpad

S - Schapenburgerpad

Z - Zandpad

Sch - Schelppad

L - Leyderdorpspad

T - Tullepad

Foto: Schapenburgerpad, volledig 'ingepakt' door de behuizing aan de Vossiusstraat en P.C.Hooftstraat. Net als de andere foto's bij dit item: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld.
Hieronder deel uit de buurtkaart van 1853 met het Schapenburgerpad

Op een buurtkaart van 1853 staat de laatste pre-stedelijke situatie voordat de stad begon op te rukken. Onder is het Zandpad te zien. De pijl geeft de toegang tot het Schapenburgerpad aan, daar waar nu het Parkhotel staat. Een afbeelding van die toegang is onvindbaar, maar wel die van de prille Hobbemastraat met nog de oude bebouwing aan de Buitensingel: café Parkzicht.
Het Schapenburgerpad is minstens drie eeuwen oud; de eerste vermelding van een reeds bestaand pad is van 1734. In de 18de eeuw was het pad binnen de polder al een vereniging van 'aangeërfden'. Bij toerbeurt werden drie leden benoemd tot commissaris.

Aan het pad lagen 25 erven, meestal moestuinen met minimale bouwsels erop. Ze bevonden zich allemaal aan de noordzijde van het pad. De achterzijden van de erven grensden aan een brede vaart, de Wijde sloot, waar zich vandaag de Vossiusstraat bevindt. In 1880 maakte de stad werk van een uitbreiding op het kleine stukje Amsterdam buiten de Singelgracht waar zeggenschap over was. Dat betrof een kort stukje P.C.Hooftstraat en de Hobbemastraat. De Hobbemastraat werd over het begin van het Schapenburgerpad gelegd, iets waar slechts één erf voor gekocht hoefde te worden. In de Hobbemastraat is vandaag nog de nieuwe toegang tot het pad te vinden.

Bij de ingang van het pad vinden we een plaquette met de volgende tekst:
"Het Schapenburgerpad is sinds de 18e eeuw eigendom van een vereniging van de aangeë,rfden van het Schapenburgerpad. Het is van oorsprong een polderpad dat gezamenlijk eigendom was van eigenaren van 25 moestuinen gelegen tussen het pad en een vaart op de plek van de huidige Vossiusstraat. Zo was de Vossiusstraat tot 1880 het Schapenburgervoorpad. Eind 18e eeuw werd het beheer van het pad vastgelegd in notarië,le conventie. Het beheer werd uitgevoerd door 3 eigenaren die conform de conventie uit 1782 bij toerbeurt werden verkozen. Zij werden "de commissarissen van het Schapenburgerpad" genoemd. In de loop der tijd zijn als aangeë,rfde rechten voor een deel overgegaan op eigenaren van panden aan de Vossiusstraat en de Hobbemastraat en voor een ander deel aan de Gemeente Amsterdam. Dat leidde er toe dat sinds de vroege jaren van de vorige eeuw een Amsterdamse wethouder q.q. één van de Commissarissen was. In het verleden waren dat onder andere Joop den Uyl, Han Lammers en Jan Schäfer. Thans worden de "Commissarissen van het Schapenburgerpad" gevormd door een vertegenwoordiger van het Stadsdeel Zuid en twee uit de aangeë,rfden eigenaren gekozenen.

Het juridische eigendom van het pad lag niet voor 1/25ste deel bij elk der eigenaren maar bij de gezamenlijkheid. Toen Amsterdam een straat over het pad aanlegde verweerden de commissarissen zich hevig. De Gemeenteraad floot in 1888 B&W terug in zijn voortvarendheid, waarop die het jaar erop voorstelde het pad te onteigenen. B&W trok alle registers open en voerde de slechte staat van onderhoud van de bebouwing en het gebrek aan een riolering aan. Tot overmaat van ramp legde de AOM rails door de Hobbemastraat voor een nieuwe tramlijn van Leidseplein naar P.C.Hooftstraat. De commissarissen onder leiding van F.H. Wente grepen in en timmerden op 25 mei 1890 een stevige schutting dwars over de Hobbemastraat. Niet alleen de tram kon er niet door, alle verkeer - op passanten na - lag stil. Wente kreeg ook nog eens gelijk tot de Hoge Raad aan toe. De schutting bleef twee jaar staan, tot 2 juni 1892. Al die tijd reed de tram noodgedwongen over de Stadhouderskade tot het begin van de P.C.Hoofstraat. Om uit de impasse te komen kreeg Amsterdam in zoverre zijn zin dat het pad gedeeltelijk onteigend werd zodat de Hobbemastraat volledig eigendom werd van Amsterdam.
Op de prenten commissaris Wente bij/op 'zijn' schutting. Als u de tekst niet kunt lezen, de heren links zijn van het kadaster.

Als u de tekst van de plaquette gelezen heeft, weet u dat het allemaal redelijk op z'n pootjes terecht is gekomen. Vandaag is het Schapenburgerpad een oase in de steenwoestijn. Wat blijft is de - inmiddels geaccepteerde - status van het pad. Jammer dat u niet altijd in en uit kunt om dit fenomeen eens te zien. Probeer 't een keer!

Foto: ©Studio Koning

Als u meer wilt lezen over deze affaire: Ons Amsterdam, jg36 (1984), pp.2-6
Volgende week nog een woordje over het Vondelpark

Column: Magisch Mokum -2

eel klein was ik nog, maar ik was geobsedeerd door feestwinkels. Vooral de uitbundige clownskostuums en goocheltrucjes intrigeerden mij. Toen ik een baan had als onderwijzer probeerde ik allerlei bekende trucjes uit op mijn klas en nog even later waren er ouders van leerlingen die er wel wat in zagen om Meester Gijsbreght het kinderfeest te laten opleuken door een gezellige goochelclown. Daarvoor kreeg ik een taartje cadeau of een pondje paling, maar na wat kleine succesjes vroeg ik een bescheiden bedragje voor reiskosten, smink en de aanschaf van nieuwe trucjes. Het waren eenvoudige trucjes uit Studio Cortiny die, mits goed gebracht. toch wel imponeerden, en als een trucje (zogenaamd) foutging dan kwam dat omdat de domme goochelclown nu eenmaal een stuntel was. Op de Kloveniersburgwal 113 zat volgens de Gele Gids studio Henk Vermeijden en ik besloot daar eens te gaan kijken. Ik moest een telefonische afspraak maken en ik toog op een zonnige woensdagmiddag naar meneer Henk. Het was een statig Amsterdams pand en na een aantal malen klingelen met de trekbal kwam een mevrouw toegesneld die vroeg of ik een afspraak had. Ze parkeerde me in de donkere studio op een van de twee donkerrode fluwelen bioscoopstoelen. ‘Gaat U hier maar even zitten, meneer Vermeijden komt zo.’ In een vitrine stonden vele mooie trucs en overal hingen foto’s van beroemde goochelaars en illusionisten. Meneer Vermeijden bleek een echte heer, hij deed de lichten aan stelde zich netjes voor als goochelstudioeigenaar en goochelattributenontwerper. Hij maakte duidelijk geen onderscheid en behandelde me als een volleerd magië,r.

‘Ik zal nu de truc van de drie touwtjes tonen, U kijkt maar eens wat ik doe.’ Het om het eerste touwtje gebonden zijden doekje vloog plots van het ene touwtje naar het andere touwtje en ik zat op de rand van mijn stoel van verbazing. ‘En?’ ‘Hoe werkt dat?’ vroeg ik. ‘Deze truc… werkt prima!’ Hij zou het geheim van de truc nooit verraden, dat was duidelijk, ook niet onder goochellieden onderling, tenzij ik het goochelambt ambieerde en de truc wilde kopen. Dat deed ik. Ik had ook nog geld voor de vliegende beker, en daarna bedankte ik meneer Vermeijden hartelijk. Later hoorde ik dat meneer Vermeijden een van ’s werelds bekendste goochelattributenmakers was. Leuk! De trucs heb ik nog steeds, maken altijd indruk en zijn onverslijtbaar. Goochelen en clownen werden naast musiceren mijn voornaamste hobby en het was fijn een van de grootste goochelwinkels te ontdekken, die van Jan Monnikendam op de Gedempte Raamgracht 5 in Haarlem (Helaas opgehouden te bestaan; Jan Monnikendam vroeg elke keer aan de telefoon, wanneer ik nu eens in persona langskwam). Ik kreeg de beschikking over een catalogus met duizenden feest- en goochelattributen, van knalsigaren tot doorgezaagde weesmeisjes en bestelde via de telefoon dan weer een spannende truc en soms verfraaide ik zo’n truc of ontwikkelde zelf een leuke variant. De goochelshowtjes deed ik samen met mijn assistent, de buikspreekpop Johnny die in plat Mokums de show ernstig verstoorde. Ik deed het in huiskamers, tuinen, buurthuizen, scholen, bejaardenhuizen, maneges etc. etc. Het was heerlijk zo’n hele school op zijn kop te zetten en ik ging na afloop met net zo’n fijn gevoel huiswaarts als het kinderpubliek.

Bij de foto's:

Links: Gijsbreght, alias 'Nervoso de Goochelclown'

Onder: Henk Vermeijden, goochelaar, goochelattributenmaker in
zijn atelier aan de Kloveniersburgwal 113 te Amsterdam
(het drietouwentrucje in zijn hand kocht ik bij hem, net als André van Duin)

YouTube

Carol de Vries speurde YouTube af naar alles wat met (Oud-) Amsterdam te maken heeft en daar pikken wij er af en toe eentje uit die u zou kunnen interesseren.

Klik het titelscherm om te starten

Amsterdamse hofjes: resterende hofjes in de Jordaan

Resterende hofjes in de Jordaan

door Jos Mol en Adrie de Koning 

We zullen nog enkele hofjes bespreken die in de Jordaan zijn gelegen, waarna we een slotartikel zullen presenteren waarin dié hofjes genoemd worden waar nauwelijks iets over bekend is.

Hofjes in de Westerstraat
In de Westerstraat zijn ons slechts twee hofjes bekend te weten het Concordiahofje op nr. 327-405 en het Wassendemaanhofje op nr. 37-45. We hebben het volgende over deze hofjes kunnen vinden.
De Westerstraat is gedempt in 1861, daarvoor was het een gracht die Anjeliersgracht heette. Een woonhof werd er gesticht in 1864 dat de naam Concordiahofje meekreeg. Dit hofje behoort net als het Constantiahofje en het Hofje van Parijs tot de zogenaamde filantropische hofjes. Het hofje werd ontworpen door PJ. Hamer en de opdrachtgever was Bouwmaatschappij Concordia. 
Het hofje werd gerenoveerd in 1987 en was oorspronkelijk bestemd voor arbeidersgezinnen, maar tegenwoordig zijn het normale huurwoningen. 
We kennen slechts twee Beeldbank foto's van het Wassendemaanhofje op de Westerstraat 37-45 (foto). Het hofje lag aan een kleine binnenplaats en had geen tuin. Het betreft hier een foto van een glasnegatief van Nico Swaager uit 1931 en een foto van de Dienst Bouw- en Woningtoezicht van 1920/30. Het hofje ligt inpandig ten opzichte van de rooilijn van de Westerstraat.

Het 'Hofjen' van de Weduwe Roosen
Het 'Hofjen' van de Weduwe Roosen is gelegen aan de Eerste Passeerdersdwarsstraat 124-130 en is gesticht in 1820. Het was bestemd om acht vrouwen van woonruimte te voorzien, maar tegenwoordig zijn het normale huurwoningen. Over dit hofje is bitter weinig bekend. De huisnummers zijn vroeger opgehoogd, het hofje lag aan de nummers 24-30. Uit een fonds werden de benodigde middelen geput. De huisjes dateren uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Het hofje bestond uit vier huisjes met bovenverdiepingen onder één dak en ze boden vrij wonen aan de acht vrouwen. Ze ontvingen bovendien per jaar 150 gulden.
Dit hofje draagt de naam van de stichteres Roosen en het heeft jammer genoeg geen binnenplaats of tuin. Het hofje behoorde tot een stichting waartoe nog een hofje behoorde, dat gelegen was aan de Lange Leidsedwarsstraat 103 en dat voor drie vrouwen bestemd was.  Het hofje behoort nu toe aan de Diaconie van de Protestantse Gemeente Amsterdam die de panden verhuurt.

Broenshofje
Het Broenshofje is een relatief jong hofje, het is namelijk gesticht ná 1850 en het is gelegen in de Boomstraat 52, midden in de Jordaan. Het hofje dateert uit 1851 en is gesticht door mevrouw A.C. Broen, die het huisje had geschonken aan de vereniging ter Ondersteuning van Mindervermogenden. Het mocht vrij bewoond worden door zes Protestantse alleenstaande vrouwen. Bij testament werd bepaald dat de bewoonsters een uitkering van 1.00 gulden per week kregen uit de rente en naast vrij wonen genoten de dames van gedeeltelijk gratis brandstof, een uitkering en een feestpakket voor Pasen, Kerstmis en Sinterklaas.

 

Foto: Martin Alberts; net als de overige afbeeldingen bij dit item komt deze foto uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam

Constantiahofje I en II
Het Constantiahofje bestond uit twee woonblokken rond een bleekveld en is gelegen aan de Willemsstraat 149-165 (foto). De woningen waren bestemd voor oudere werklieden. In 1863 werd door Joshua van Eik de 'Stichting voor den Ambachtsstand-Constantiawoningen' opgericht. In opdracht van de stichting werden deze huizen gebouwd.  De woningen werden vernoemd naar Constantia van Loon, de vrouw van Joshua van Eik, voorzitter van de 'Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse' in Amsterdam. 
Na de dood van het echtpaar van Eik in 1878 heette de stichting voortaan Vereeniging van Eik Stichting-Constantia-Woningen, die nu het hofje beheerde. De gemeente kocht eerst in 1984 het geheel op nadat een patstelling met de fiscus van het Rijk was beslecht. Tussen 1980 en 1990 heeft de Gemeente alle woningen gerenoveerd en van éénkamer woningen grotere eenheden gemaakt. De Constantia woningen worden tegenwoordig verhuurd door het in 1993 geprivatiseerde Woningbedrijf Amsterdam, dat sinds 2004 Ymere heet.
De Willemstraat bestaat pas sinds 1875 toen de Goudsbloemgracht gedempt werd mede op instigatie van de 'Vereeniging ten behoeve van de Arbeidersklasse'  en genoemd naar de beschermheer Willem III.

Hofjes in de Rozenstraat
In de Rozenstraat bevinden zich nog de volgende hofjes: het Stuurmanshofje (of Stijfselgang) op nr. 22-46, het Wevershofje (ook wel Pijpemakersgang genoemd) op nr. 138-142 en het Keizershofje op nr. 244-250. 
Over deze hofjes hebben we geen nadere informatie kunnen vinden behalve dan dat het Stuurmanshofje uit twee identieke panden met klokgevels (twee vóór en twee achter) heeft bestaan. De omtrek van de klokgevels zijn afgezet met een rand van bakstenen die een brede voeg hebben, waardoor het lijkt op een 'ritssluiting'.

Deze week honderd jaar geleden

Vrijdag 24 januari 1919 - In café Parkzicht vindt de huldiging plaats van Ph.L. Battefeld naar aanleiding van zijn getekende oorlogskaart. Generaal-majoor b.d. Ophorst, oud-commandant van de Stelling van Amsterdam en voorzitter van het huldigingscomité, omschreef in een toespraak de geschiedenis van de handgetekende kaarten die vier jaar lang in de etalage van Battefeld's sigarenzaak op de Weteringschans, hoek Vijzelgracht hingen. Hij sprak zijn waardering uit voor het op een juiste en treffende wijze in beeld brengen van de beslissende gebeurtenissen in de Eerste Wereldoorlog. Daar de burgemeester, de erevoorzitter van het comité, verhinderd is dit zelf te doen, overhandigt Ophorst de heer Battefeld een oorkonde, een map met handtekeningen van allen die aan de huldiging meedoen en een geschenk 'onder couvert'. Mevrouw Battefeld en haar dochter krijgen bloemen aangereikt.
In een rede dankte Battefeld voor deze eervolle huldiging en dankte in het bijzonder burgemeester Tellegen, die het ere-voorzitterschap had willen aanvaarden, en generaal Ophorst. Hij noemde de huldiging een glanspunt in zijn leven.
Zoals wij onlangs in de fotoquiz konden zien, pakte Battefeld de draad weer op bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, maar kort voordat Nederland betrokken raakte overleed hij.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave