weekblad-logo

week 12-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Jos Mol. Als nieuwe opgave stuurde hij deze foto met de volgende vragen:

Hoe heet de straat aan het eind van deze bouwput?
Wat gaat men hier bouwen?
Waar staat de fotograaf met zijn rug naar toe?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

En dit is dan de volledige foto met in het midden het 'quizpand' Herengracht 192, de Koning van Polen. Er ontstond enige verwarring over het juiste huisnummer van het middelste pand maar het is echt 192. Het pand werd in 1661 opgeleverd nadat een suikerbakkerij uit 1614 het jaar ervoor tot de grond toe afgebrand was. Dezelfde - uit Antwerpen afkomstige - eigenaar Cornelis Nuyts mocht de bakkerij niet herbouwen en liet een woon-/pakhuis voor opslag voor bij zijn bakkerij bouwen, nog steeds tegen de zin van omwonenden. In het jaar van oplevering overleed Nuyts. Door de drie pakzolders was het pand meer geschikt voor instellingen dan voor wonen. Toch is het nog tot 1829 bewoond, maar stond daarna leeg.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Na 1829 werd het pand door verschillende zorg-instellingen gebruikt. Eerst werd het proveniershuis om de door de Gemeente Universiteit uit het Oudemanhuispoort verdreven oude mannen op te vangen. De laatste verdween in 1847 waarna het huis tijdens enkele cholera-epidemieën gebruikt werd als noodhospitaal. In 1865 werd de N.V. Kas-Vereeniging eigenaar en richtte het als kantoor in. In 1876 kwam het pand in handen van Willem Hovy van de bierbrouwerij De Gekroonde Valk, die het verhuurde aan de Vereniging tot Werkverschaffing aan Hulpbehoevende Blinden (foto links). De laatste jaren voor de sloop (1895; voor verkeersdoorbraak Raadhuisstraat) werd het pand gebruikt als dependance van de Gereformeerde Ziekenverpleging, verderop op de Herengracht. De Gereformeerde Ziekenverpleging vond begin 20ste eeuw een nieuwe plek in de Ter Haarstraat, een ziekenhuis dat in 1928 omgedoopt werd in Juliana (van Stolberg) Ziekenhuis.

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Erwin Meijers, Ria Scharn, Han Mannaert, Anje Belmon, Mike Man, Hans Olthof, Adrie de Koning, Arjen Lobach, Hans van Efferen,

Fotoquiz: Jos' keuze

Twee foto's uit de Beeldbank, gebroederlijk naast elkaar. Verschillende adressen, opvallende overeenkomsten, onder andere de naam van de straat/steeg rechts op de foto's. Jos wil het volgende van u weten:

Wat is de naam van beide stegen?
Welke zijn de twee grachten?

Hierbij moet opgemerkt worden dat de naam van de stegen op het moment van fotograferen gelijk was, maar dat één ervan is hernoemd dan wel zijn naam verloren heeft.

Oplossingen graag via deze link

Oplossing: Ton's keuze

Bouwelementen blijven een moeilijk punt. Hier bent u honderd maal langs gelopen maar krijg dit maar een in het vizier. Deze - in de regel fraai gevonden - dame vindt u aan het pand van meubelmagazijn Jansen, Spui 10A.

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Mike Man, Jos Mol, Ria Scharn,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

Een vorstelijk gebouw, maar het wordt toch afgebroken om vervangen te worden door een ander gebouw dat een aantal decennia later weer vervangen zou worden. Tot zover de hints. De vragen zijn:

Welk gebouw was dit?
Waar stond dit gebouw?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

 

En hier is dan de hele foto, in 1896 gemaakt door Jacob Olie. Wij kijken over de Lijnbaansgracht, het dan nog niet gedempte gedeelte dat later het Kleine-Gartmanplantsoen zou gaan heten. De helft - met de toen nog heel jonge Stadsschouwburg - had Otto Meyer afgesneden. De rechterhelft kon hij rustig laten zoals die is, want er staat niets meer van overeind. Hier vind u o.a. het City Theater.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Jos Mol, Mike Man, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

Een wat slecht belichte foto van een groot pand in de stad. Slordig uitgesneden ook, maar de fotograaf wilde een apart plaatje maken. Het grootste deel van de monumentale ingangspartij is afgesneden. Boven de boog is een natuurstenen plaat met letters uitgekapt. Dat betrof de toenmalige functie van het gebouw. Die is allang veranderd maar de tekst staat er nog steeds.
De vraag is:

Welke tekst staat er (letterlijk!) boven de ingang?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Misschien dat er een aantal huizen ongeschonden overleefden, maar dit alledaagse straatbeeld is zeker verdwenen. In een onbekend jaar fotografeerde een onbekende fotograaf de Zeedijk, volgens de Beeldbank stond hij ter hoogte van nr.110.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Jos Mol, Arjen Lobach, Carol de Vries, Anneke Huijser, Ria Scharn, Cor van Duinen, Mike Man, Anje Belmon, Adrie de Koning, Hans Olthof, Hans van Efferen,

en dan nog even over...

...het NINT op de hoek Rozengracht en Marnixstraat. Een flink aantal reacties op deze quizvraag. Allereerst de discrepantie tussen Wikipedia en Jacobus van Eck over het schoolnummer van de eerste gebruiker van het pand. Van Eck had gelijk en namens Wikipedia meldde Cees Camel dat de tekst voor de school aan de Zaagmolenpoort is aangepast. Maaike de Graaf zocht eveneens op het schoolnummer en zij vond het bewijs via diverse krantenartikelen: 'ons' pand begon als Armenschool no.29. De laatste school die het pand gebruikte, de Jacob van Maerlandschool, deelde het gebouw overigens met de Thomas á Kempisschool. Dat zou de geboorte van het huisnummer Rozengracht 224A zijn. Maaike liet via de betreffende woningkaart zien dat de Zaagmolenschool officieel op de Marnixkade 73 gevestigd was en dat de Armenschool daar het nummer 12 had. Grappig is ook om te zien hoe krampachtig de gemeente Amsterdam probeerde het stigmatiserende woord 'Armenschool' te omzeilen. We zien achtereenvolgens de termen: Kosteloze school en School der 1e klasse, totdat scholen een naam kregen en allemaal O.L.S. werden.

Cees Camel stuurde ons ook nog wat herinneringen aan de kruising en dan vooral de brug over de Lijnbaansgracht en de vele tramrails op de kruising. Die kruising lag zo vaak open voor reparaties aan de rails dat hij in zijn loopbaan ontiegelijk vaak zijn fiets over de openliggende rails moest tillen.

Foto: Wikipedia

Bob Bommellaan herinnert zich op het kruispunt voor de school de alternatieve verkeersregelaar Frans Treu. De redactie kreeg de foto (of filmpje) van Frans op het bewuste kruispunt niet meer boven water, maar in de Beeldbank staat een aantal foto's van hem op andere kruispunten. Hier is dat de kruising De Clercqstraat-Nassaukade, één brug verderop. Het gele hesje (met reflecterende biezen) kreeg Frans door de politie uitgereikt. Hier heeft hij een veilige plek ingenomen op een vluchtheuvel, maar velen herinneren hem midden op een druk kruispunt, heftig gebarend tegen te langzaam optrekkende auto's.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders vermeld

De Oud Burgemeesters van Amsterdam -3

Willem de Vlugt (1872-1944)

Personalia
Toen in 1921 burgemeester Tellegen overleed, leek wethouder Wibaut een belangrijke kandidaat om hem op te volgen. Maar in Den Haag durfde de regering het niet aan om een socialist te benoemen, ook al was Amsterdam een sociaal-democratisch bolwerk. Zij kozen voor de ARP-er
Willem de Vlugt. Hij was niet, zoals veel van zijn voorgangers, van adel, hooggeleerd, liberaal en was geen aristocraat. Als Calvinist en anti-revolutionair behoorde hij niet tot de meerderheid in Amsterdam.
Er was dan ook veel weerstand tegen zijn benoeming. Toch was hij geen onbekende. Hij was namelijk sinds 1918 wethouder Publieke werken. Hij werd ook tegen de zin van Wibaut benoemd. Omdat Wibaut loco-burgemeester was, moest hij wel de welkomstrede voor De Vlugt houden. Hij liet daarin blijken dat hij vond dat De Vlugt veraf van de Amsterdammers stond. De Vlugt werd op 19 december 1872 geboren als zoon van de scheepstimmerman Evert de Vlugt en Anna Zeegers. Ze kregen 6 kinderen.
De Vlugt had zich opgewerkt tot de baas van een groot aannemingsbedrijf (dat de Bijenkorf bouwde), waar hij tot 1919 bleef. Vanaf 1909 ging hij ook in de politiek. Hij was lid van de Tweede Kamer (1909-1913), de Gemeenteraad van Amsterdam (1915-1921), Provinciale Staten van Noord-Holland (1916-1921) en de Eerste Kamer (1922-1939).
Hij was Burgemeester van 1921-1941 en is tot nu toe de langst zittende burgemeester van Amsterdam geweest.

Algemene kenmerken van De Vlugt en belangrijke gebeurtenissen tijdens ambtsperiode
De bijnaam van De Vlugt was 'vader Willem' vanwege zijn hartelijkheid en werklust. De Vlugt hield van decorum en droeg daarom regelmatig het burgemeesterskostuum. Ook kreeg hij het voor elkaar dat de Bond van Edelmetaalvereenigingen hem in 1923 een ambtsketen schonk. Deze ambtsketen bevat diverse symbolen die te maken hebben met het ontstaan van de stad en de voor de stad belangrijke bedrijfstakken en wetenschap.

Foto: Bezoek koningin Emma ter gelegenheid van haar 50 jarig verblijf in Nederland. In open wagen burgemeester W. de Vlugt (links).

De Vlugt werd burgemeester in een stad in ontwikkeling. Onder zijn voorganger Tellegen was de stad flink uitgebreid door annexatie van omliggende gemeenten. De ontwikkeling van deze gebieden was aanzienlijk. Er vond vooral woningbouw plaats in de tuindorpen, zoals onder meer Buiksloot, Nieuwendam, Watergraafsmeer. Maar er kwamen ook veel andere gebouwen tot stand zoals het KLM-gebouw op het Kleine Gartmanplantsoen, de GG en GD aan de Nieuwe Achtergracht, de Gemeentetram op de Overtoom, het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in de Eerste Oosterparkstraat en het Olympisch stadion, om er maar enkele te noemen. En hij speelde een belangrijke rol bij het plan om het Amsterdamse Bos aan te leggen. Kortom, er gebeurde veel. Maar het was ook crisistijd. In 1934 breekt het Jordaanoproer uit, wanneer de 'steun' aan de werklozen wordt verlaagd.

 

 

Foto: Burgemeester De Vlugt wordt bij de brand van het Paleis van Volksvlijt bijgepraat door brandweer-commandant C. Gordijn Jr.
Bron: Stadsarchief Amsterdam

Wetenswaardigheden
Toen in 1929 het Paleis voor Volksvlijt door brand werd verwoest, kwam De Vlugt op het idee dat er op die plaats wel eens een nieuw stadhuis
gebouwd zou kunnen worden. Hij deed daarom het voorstel om het Paleis op de Dam aan het rijk terug te geven in ruil voor een bijdrage voor een nieuw stadhuis. Het paleis was formeel eigendom van de stad, maar het werd in 1808 door Napoleon ingenomen. Maar na het verdrijven van
Napoleon in 1813 was het door koning Willem I teruggegeven. De deal met het rijk werd na enige weerstand gesloten en het geld werd in 1935
(10 miljoen gulden) ontvangen en in het Stadhuisfonds gestort. Pas eind vorige eeuw werd het aangewend voor de bouw van het
Stadhuis/Muziektheater, maar er was wel zo'n 60 jaar lang rente op bijschreven!

Foto: Bezoek Lord Mayor van Liverpool. Mr. Laurence Durnig Hold (staand) dr. Willem de Vlugt (zittend). Officiële foto, genomen in de hal van het stadhuis.

De Vlugt was burgemeester ten tijde van de Olympische Spelen in Amsterdam in 1928. Dat leverde nog een rel op. Op zondag 10 juni 1928 had hij een voetbalwedstrijd bezocht in het Olympisch stadion. In Den Haag vond men dat vermaak op zondag uit den boze was en men was zó ontstemd over deze ontheiliging van de zondagsrust dat besloten werd het Nederlands Olympisch Comité geen subsidie te geven, hetgeen de stad als formeel organisator ook financieel raakte. De Vlugt probeerde zich eruit te redden door te stellen dat hij de wedstrijd had bezocht als hoofd van de Politie en dus een werkbezoek had moeten brengen en dat er wat hem betreft geen sprake was geweest van vermaak.
Er is een straat, of beter gezegd een laan, de Burgemeester de Vlugtlaan, naar hem vernoemd en ook een haven, al wordt die meestal de Vluchthaven genoemd, het is toch echt de Burgemeester de Vlugthaven.

Foto: Dr. Willem de Vlugt tijdens de proefvaart van het MS 'Oranje'

Ambtswoning
De Vlugt was de eerste burgemeester die de ambtswoning Herengracht 502 betrok. Dat was in 1927. De stad had de woning geschonken gekregen van de president van de Nederlandse Handelmaatschappij, C. van Aalst. Deze was particulier eigenaar van de woning. Er werd vaak gesuggereerd dat dit te maken had met de toestemming om de nieuwbouw van de NHM in de Vijzelstraat hoger te maken dan eigenlijk was toegestaan, maar dat is nooit bewezen. Maar aan een vurige wens van De Vlugt om op stand te wonen - hij kwam oorspronkelijk van Kattenburg, maar woonde ook nog op de adressen Linnaeusstraat 23''', Alexanderplein 2, Roelof Hartstraat 130 en Johannes Vermeerplein 3 - werd zo gehoor gegeven. Hij hield erg van uiterlijk vertoon en bemoeide zich nadrukkelijk met de inrichting van de woning. Hij wist van diverse goede gevers fraaie geschenken voor de inrichting te verkrijgen.
Omdat De Vlugt van plan was zijn ambt in 1939 neer te leggen, verliet hij in dat jaar de ambtswoning om zich in Aerdenhout te vestigen. De regering verzocht hem echter langer aan te blijven. Hij kreeg speciaal
toestemming om in Aerdenhout te wonen.

 

Foto: Herengracht 502, de ambtswoning sinds de benoeming van Willem de Vlugt tot burgemeester; bron: Stadsarchief Amsterdam

Andere bestuurders en opvolger
De Vlugt had de eerste 10 jaar te maken met Floor Wibaut, met wie hij, na een stroeve start, een goede relatie opbouwde. Een andere prominente wethouder was Salomon  "Monne" de Miranda. Deze was tussen 1919-1939 lange tijd wethouder en dus bijna gedurende het hele burgemeesterschap van De Vlugt.

  1. Groepsfoto van het College van Burgemeester en Wethouders in het Stadhuis, Oudezijds Voorburgwal 195-201. Van links naar rechts: de wethouders E. Polak, F.M. Wibaut, gemeente-secretaris J.J. Roovers, burgemeester dr. W. de Vlugt, de wethouders S.R. de Miranda, E.J. Abrahams, J. Douwes, G.C.J.D. Kropman.

Op 1 maart 1941, dus kort ná de Februaristaking, besluit Seys-Inquart de Gemeenteraad te ontbinden. En ook De Vlugt moest begin maart 1941 op last van de Duitse bezetters aftreden, al heette het dat hij met
pensioen ging, omdat hij in hun ogen niet had opgetreden tegen de Februaristaking. Bij zijn afscheid kreeg hij zijn gezinskaart uit het Amsterdamse bevolkingsregister als geschenk aangeboden. En omdat alle gezinskaarten bij de aanslag op het bevolkingsregister in 1943 vernietigd werden, is dit een uniek exemplaar, dat nu in het bezit is van het Stadsarchief.

Hij overleed op 10 februari 1945, vlak voor de bevrijding, waardoor van een terugkeer als burgemeester geen sprake meer kon zijn. Hij is begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats (foto).
Hoewel tijdens de oorlog Voûte als burgemeester optrad, wordt Feike de Boer toch meer als zijn opvolger gezien.

Column: Meester Gijsbreght -5

at leerde ik veel tijdens mijn werkzaamheden als schoolmeester met een eigen klasje op de Amsterdamse Lomschool De Kobald de Brouwerschool. Ik leerde veel uit de boeken, uit de lessen op de opleiding, ik pikte zaken op van m.n. pragmatische en begane collega’s, van de ouders van de leerlingen, maar het meest nog van mijn leerlingen zelf. Als je dagenlang bezig bent met je roedel, dan zie je als goed observator wel wat voor vlees je in de kuip hebt. Het is in het begin wel eens moeilijk, je kan er zomaar naast zitten, maar als je eenmaal het vertrouwen hebt van een aantal beschadigde kinderzieltjes, dan kun je veel, zeer veel, ze geven in feite de antwoorden op hun eigen hulpvraag. Bij Alena was het moeilijk tot foutloos Nederlands op schrift te komen. Het bleek dat ze zwaar dyslectische ouders had. De genen maar ook haar omgeving bepaalden dat het nooit wat zou worden, tot juf Teresa, onze remedial teacher ging werken met de methode Fernald, waarbij men de woorden roos, boom en vis nu eens verliet en zomaar een paar duurdere woorden erin gooide die dan onverwachts toch zouden beklijven en de saaiheid van de steeds weer terugkerende eenlettergrepige woordjes doorbrak. Dus kreeg Alena woordkaartjes die ze in de klas op bepaalde voorwerpen mocht plakken. Een kaartje met het woord ‘oliekachel’ plakten we op het rekje bij de oliekachel, het woord ‘vensterbank’ verscheen al snel op de vensterbank…, en waratje, het hielp en we maakten ineens enorme sprongen. Alena kon ook nog eens prima tekenen en won de OMO-tekenwedstrijd waar mijn klas aan deelnam  met als hoofdprijs een echt Karel-Appel-schilderij met een waarde van zevenduizend Nederlandse florijnen waarna Alena helemaal niet meer stuk kon en de schoolzin en leerprogressie een positieve boost meekregen. Marcel uit Duivendrecht had het hele etmaal een vrolijke lach om zijn roodbesproete wangen. Hij keek je zeer begrijpend aan, maar bij navraag bleek hij weinig bevattingsvermogen te hebben en waren taallessen en rekenlessen een regelrechte kwelling voor hem. Omdat je voor veel vakken – neem de wereld-oriënterende-vakken – nu eenmaal wat skills nodig hebt, wordt je dag al gauw een grauw gebeuren. Maar Marcel bleef lachen.

Ik probeerde uit te vinden waarin onze Marcel excelleerde en zocht het een beetje buiten de schoolvakken; e.e.a. kwam uit mezelf maar las ik ook via de uiterst leesbare boekjes van de Britse opvoeder John Holt. Ik fietste naar mijn werk en vond bij Café Wildeman op de Dam 11 een weggeworpen onthoofde barkruk. Toen lag er nog van alles op de straat en kon je heerlijk tweedehandse spullen jutten op de respectieve bakkendagen. Op school timmerde Marcel en ik een mooi rond plaatje multiplex op het onderstel en toen hadden we een echte barkruk die naast meesters bureau kwam en waar hij kinderen spreekbeurten op liet houden of privégesprekjes met meester zelf. Marcel mocht een paar speelpauzes binnenblijven om met schuurpapier, grondverf en lakverf de kruk weer als nieuw te maken, nou, en dat kón ie! De hele klas en de meester feliciteerden hem en hij glunderde zijn sproetenwangen tot glimmende ballonnen. Hij was duidelijk een jongen van de praktijk (thuis hielp hij op professionele wijze  bij de varkensverzorging en de varkensslacht vernam ik later). Goed dat er ambachtsscholen en zelfs meubelvakscholen zijn! (NB Een paar jaar later ten onrechte opgedoekt! Hemelschreiend!)

De binnenplaats van de school was een nachtmerrie. Het was een plek aan de achterzijde van de school waar je met  zijn negentigen net rechtop kon staan. Toch hielden we er twee keer per dag pauze en hoopten we er het beste van. Meester Gijsbreght merkte dat zich op één minuut lopen het Van Beuningenplein (↓) bevond met een enorme speeltuin, toen nog met een zichtbare speeltuinbaas. De meester besloot er na de middagmaaltijd met zijn kindjes naar toe te gaan om lekker te voetknallen, schommelen en glijden, hetgeen erg werd gewaardeerd door de kinderschare en de mare ging meteen rond, zodat er meer onderwijzers meetogen en na een tijdje hun kinderen gewoon meegaven zodat zij even lekker konden freewheelen en meester Gijsbreght de héle school uiteindelijk maar meetroonde. Ach wat kon het schelen, de kinderen hadden lol, meester Gijsbreght had lol, en het overig personeel kon even bijkomen of even lekker roddelen. Over van alles en over een zekere meester natuurlijk.

Wordt vervolgd

YouTube

Carol de Vries speurde YouTube af naar alles wat met (Oud-) Amsterdam te maken heeft en daar pikken wij er af en toe eentje uit die u zou kunnen interesseren.

Deze week de watersnoodramp van Tuindorp-Oostzaan.

Klik het titelscherm om te starten

Pleziertuinen, uitspanningen: Volkspark

Aan de Buitensingel op de hoek met de weersloot die vandaag Hugo de Grootgracht is, stond het buitenhuis annex zomerverblijf Gelderland met een flinke lap grond er omheen. In 1880 werd het verkocht en de nieuwe eigenaars wilden het omvormen tot pleziertuin. De laatste jaren stond het al leeg en was verhuurd aan een cartonnagebedrijf die diverse loodsen op het terrein had laten bouwen. Die werden in dank aanvaard en omgebouwd te worden tot vergaderzaal, feestzaal met toneel, een kegel- en kolfbaan en een overdekte boogschietbaan. Het grote stenen huis werd feestgelegenheid en kon wel 1500 man bergen. In de open lucht werd een kinderspeeltuin aangelegd met schommels en wipplanken.

Tek: Het Volkspark door J.M.A.Rieke -1889

De doelgroep die de pleziertuin zou moeten bevolken, was volgens de eigenaars de kleine burgerij en handwerkslieden. De naam werd Volkspark. Dat boogschieten niet bepaald een volkssport is, bleek toen er zo weinig animo was dat de eigenaars die loods in 1884 verder verhuurden aan de Sociaal Democratische Partij (SDP, later SDB) als vergaderlokaal. Dat was een ernstige misrekening. Vaste spreker op de zondagse partijdagen was onder meer Ferdinand Domela Nieuwenhuis die zijn gehoor zo opzweepte dat de avond regelmatig afgesloten werd met een protestmars door de stad. En dat was destijds bij politieverordening verboden. De openbare vergaderingen werden verboden, maar de SDB maakte er besloten bijeenkomsten voor leden van en gingen onverminderd door. De zondagen op het Volkspark werden zo berucht dat de politie de bezoekers bij het hek al stond op te wachten en met de wapenstok uiteendreef. Dat leidde weer tot stenen gooien en vechten tot op zondag 4 juli 1886 een heethoofd Johan H. Geel) met een vuurwapen op politiecommissaris Stork schoot en deze licht verwondde. Niet door het schot - dat doel miste - maar door het tumult dat daarna ontstond.

Tek: Vergaderzaal (met toneel) van de SDB; spreker Domela Nieuwenhuis.

Voor de eigenaars van het Volkspark was er geen eer meer te behalen aan de tuin. Het Volkspark was synoniem geworden voor het opkomende socialisme dat in die jaren helemaal niet zo breed gedragen werd. De politie had hen dringend geadviseerd geen bijeenkomsten van de SDB meer toe te staan. De zalen raakten in verval en de verwarming was ondermaats. Als het regende moest niet alleen buiten de paraplu op maar ook binnen. Het park zelf werd een grote modderpoel. Zodra ze van de SDB af konden (1887) werd met de gemeente Amsterdam overlegd om tot woningbouw op het grote erf over te gaan. Er werd in 1892 grond geruild zodat de Tweede Hugo de Grootstraat aangelegd en de Van Oldenbarneveldtstraat doorgetrokken konden worden. Al met al een zeer kort bestaan van het Volkspark van 1880 tot 1897, maar wel roerig!

Op de prentbriefkaart de kruising Tweede Hugo de Grootstraat en Van Oldenbarneveldtstraat, daar waar tot kort daarvoor het Volkspark was. Let op dat brug#165 (Raampoort) toen nog niet voor de straat lag.

Voor de volledigheid moeten wij nog even aanstippen dat er verschil van mening is over het eigendomsrecht van het buiten Gelderland. Volgens de ene bron (B. Ram in Ons Amsterdam jg.18 -1966) kocht de gemeente Amsterdam het grondstuk in 1880 en verhuurde het totdat het nodig zou zijn voor de aanleg van de Frederik Hendrikbuurt. Een andere bron is Jacobus van Eck die voor zijn boek De Amsterdamsche Schans en Buitensingel de archieven naploos op alles wat met stadsuitbreidingen net buiten de Singelgracht te maken had en vermeldt dat het grondstuk werd gekocht door de uitbaters van het Volkspark. Dat laatste komt beter overeen met de grondruil waarmee de stad zich inliet. Dat doe je niet met huurders.

Alle afbeeldingen, behalve het boekomslag, zijn afkomstig uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 26 maart 1919 - Twee meldingen over werkverschaffing, deze week. Allereerst gaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken een brief naar alle Commissarissen der Koningin, waarin de minister aandringt op het benaderen van alle gemeenten in hun provincie om door aanbestedingen te zorgen dat de fabrieken en werkplaatsen kunnen blijven draaien. De minister wijst erop dat wanneer fabrieken wegens gebrek aan opdrachten moeten sluiten daar later veel nadeel van ondervonden wordt. Wat was namelijk het geval? De koopkracht van de burgers was op een dieptepunt en daar bovenop werd landelijk de mening verbreid dat na de oorlog de prijzen wel snel zouden zakken. De knip bleef dus dicht.
In de Amsterdamse raadszitting van 26 maart kwam de werkverschaffing ook aan de orde. De brief van de minister was hier kennelijk doorgedrongen en de Raad besteedde er een deel van de zitting aan. Raadslid Wollring (SDAP) roept dat het plan om de riolering van de Jordaan uit te voeren al jaren klaar ligt en nu dus prima van start zou kunnen gaan. Wethouder De Vlugt repliceert dat als de gemeente de beschikking over de benodigde afsluiters kon krijgen er niets in de weg stond om dat ook te doen. De afsluiters komen er echter nog niet. De Vlugt zegt nog dat dit probleem heel veel werk ophoudt: de fabrieken draaien niet goed genoeg en importeren is vloeken in de kerk.
In dezelfde zitting besluit de Raad toch tot het aangaan van een lening van ƒ20 miljoen om de nodige werken uit te kunnen voeren. Om het walletje bij het schuurtje te laten wordt ook besloten om de vermakelijkheidsbelasting te verhogen.

Op de foto de boldootkar die in 1919 nog steeds actief is in de Jordaan

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave