

Zoals U uit vorige columns heeft gedestilleerd, was ik een échte verslaafde etalagevoyeur. Als jochie stond ik stil bij met name banketbakkerijen met ronddraaiende toptaarten c.q. acrobatische zwarte pieten en bij feestwinkeltjes vol kleurige vlaggen en maskers, kleine goocheltrucjes en kaartspellen met dames met ontblote borstjes. Als ik al fietsend langs de Stadhouderskade 127 kwam, moest ik altijd even in de etalage kijken bij ‘de vakmannen van de ronde ballen’, vroeger van het arme uitstervende medeschepsel de olifant gemaakt, maar heden ten dage gelukkig van precies de goede kunststof. Het was ook de enige sport waar ik me mee bezig hield: carambolebiljarten c.q. snooker-biljarten.


De Begijn, een beeld door Gré Taal (1974)
Op 23 mei 1971 overleed de laatst overgebleven begijn op het Begijnhof, zuster Antonia, op de leeftijd van 84 jaar. Drie jaar later werd als eerbetoon aan alle begijnen van Amsterdam dit beeld onthuld door mejuffrouw Fichtner die toen 41 jaar op het Begijnhof woonde.
Goede oplossingen kreeg ik van Jos Mol, Kees Huyser, Maaike de Graaf, Anneke Huijser, Philip Schmit, Peter Waagen, Arjen Lobach, Kees Leseman, Han Mannaert, Robert Raat, Otto Meyer, Mike Man, Peter van Efferen en van Adrie de Koning.


Canon van Joods Amsterdam
Die stad aan de Amstel werd in die zevenenhalve eeuw gemaakt door heel veel mensen. Een stad is een construct, de mensen maken het. Een stad is geen natuurverschijnsel en in die 750 jaar hebben talloze mensen gezorgd voor de identiteit van de stad. Zij waren en zijn het kloppende hart. Dat hart van een stad wordt niet gevormd door personen in hun bestuurstempels die we vereren met een schilderij of met het vernoemen van een straat, maar juist door de gewone vrouw of man, de visionair en de sjacheraar op de markt. En tussen dat amalgaam van mensen bevond zich een belangrijke minderheid. Een essentiële minderheid voor de nesjomme, de ziel, van Mokum. De grootste minderheid die Amsterdam tot 1943 kende, drukte vanaf 1600 een stempel op de stad.
De veerkracht en het thuisgevoel van de Joodse Amsterdammer zorgde voor een ongekende bijdrage aan de ontwikkeling van de stad. Om dat een plek te geven is er uit de honderden verhalen van deze website een selectie gemaakt die de Canon van Joods Amsterdam vormen. 425 jaar Mokum verdient een prominente plek in het verhaal van 750 jaar Amsterdam. Joods Amsterdam is geen voetnoot maar een hoofdstuk in de geschiedenis van deze stad.
De selectie, bestaande uit 101 vensters, is gebaseerd op de vele verhalen van de website Joodsamsterdam.nl. Bij elk venster kunt u onderaan die pagina 'lees verder' aanklikken voor het totale verhaal.




Woensdag 4 november 1925 wordt het besluit goedgekeurd de spoorwegovergang Linnaeusstraat te verbreden. De bovenste foto is uit 1900, de middelste uit 1920 en de onderste uit 1930.
Als de uitvoering met dezelfde voortvarendheid gebeurde als de besluitvorming zou de onderste foto wel eens ter gelegenheid van de ingebruikneming gemaakt kunnen zijn.
De onderste foto hebben wij u eerder laten zien ter gelegenheid van de oplevering van een nieuwe brandweerpost voor de Watergraafsmeer.
De middelste foto ook, ter illustratie van de voetgangersloopbrug over het spoor.

Op zaterdag 7 november zet sleepboot Hector de geredde drenkelingen van de SS IJsselstroom op de Oostelijke Handelskade aan land. De IJsselstroom was 's nachts voor de kust van West-Afrika op een rots onder water gelopen, menende dat het 3 km uit de kust voer. Het maakte zo snel water dat een noodroep verzonden werd, waarop de bemanning en 4 passagiers door een Belgisch schip aan boord genomen werden. Die zette ze aan land en vandaar ging het met een schip van de eigen maatschappij - de Albireo - naar IJmuiden. Daar werden ze door de sleepboot overgenomen, inclusief wat geredde goederen. Op de bovenste foto klautert de bemanning via touwladders op de sleepboot, op de onderste foto worden de scheepsofficieren van de IJsselstroom apart naar Amsterdam vervoerd.
Triest slot van het verhaal: hoewel niemand enig letsel had opgelopen was de scheepskat verdronken. De heren officieren hadden hun hoeden weten te redden maar de scheepskat niet.
Bijna nog triester is het naspel. De douane wilde dat de sleepboot de goederen terug bracht naar de Albireo in IJmuiden, omdat een sleepboot geen goederen mocht vervoeren. De kapitein walgde van deze ambtenarij en weigerde, waarop de douane de Hector in beslag nam.



Deze avondfoto maakte Stef van de Planciusstraat, staande op de Zoutkeetsgracht. Rechts is markant de GLO-school het Smalle Pad in beeld. Meer moeite hadden deelnemers met de vraag naar de tramlijn die over de rails op de foto rijdt. Dat was ook niet fair als de tramlijnen in Amsterdam elke 14 dagen wijzigen. Dat hier een mensenleeftijdlang (sinds 1951) lijn 3 reed, was velen bekend, maar door de vernieuwing van brug de Bullebak (sinds 2020) werd het eindpunt van lijn 3 verlegd naar de Van Hallstraat waar ooit de 10 en later de 5 stonden. Lijn 3 is in 2024 ingekort tot het Frederik Hendrikplantsoen waar nog steeds het eindpunt is. Tot de nieuwe dienstregeling in 2026 ingaat, dan wordt lijn 3 helemaal opgeheven. Het traject vanaf de Zoutkeetsgracht wordt sinds 8 oktober 2025 pas weer bediend, maar nu door lijn 13 met eindpunt Geuzenveld.
Natuurlijk was dit een strikvraag en daarom hebben we dit niet al te streng beoordeeld.
Eerste melding: 09:02 uur
Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Kees Huyser, Marike Muller, Anthony Kolder, Han Mannaert, Mike Man, Jos Mol, Peter Waagen, Tom Tand, Kees Dalmeijer, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Ton Brosse, Robert Raat, Kees Leseman, Willem Alexander van Meerland,

Wij omschreven deze foto van Jacob Olie uit 1902, die hij maakte op het Markenplein, gezien naar de Joden Houttuinen.
De tweede foto van dezelfde hoek is uit 1928.
Het eind van het Markenplein werd ingeluid in 1968 toen het ingelijfd werd bij het Mr. Visserplein. Wat vandaag Markenplein heet ontstond na de aanleg van de metro en de herinrichting van de buurt.
Goede oplossingen kwamen van Marike Muller, Ria Scharn, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Mike Man, Jos Mol, Hans van Efferen, Robert Raat,

Deze foto werd volgens de Beeldbank gemaakt op 20 februari 1865 op de binnenplaats van het oude stadhuis op de Oudezijds Voorburgwal. We zien het muziekkorps van de schutterij ter gelegenheid van de 48ste verjaardag van koning Willem III, die echter op 19 februari viel.
Eerste melding: 09:05 uur
Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Kees Huyser, Arjen Lobach, Ria Scharn, Marike Muller, Jos Mol, Adrie de Koning, Anthony Kolder, Mike Man, Peter Waagen, Han Mannaert, Kees Dalmeijer, Hans van Efferen, Robert Raat, Kees Leseman,


Stef fotografeert Amsterdam
Even een puzzel..., dat is toch het Rijksmuseum in de achtergrond?
© Stef Coronel; bezoek zijn blog


Overal in Europa werden leprapatiënten ondergebracht in aparte kolonies. Ook in Amsterdam. De ziekte was even eng en gruwelijk als onbegrijpelijk. De zieken werden ‘melaatsen’ genoemd en ze werden gevreesd en geminacht. In onze stad moesten zij verplicht in het Leprozenhuis wonen, dat lag aan de Leprozengracht, nu deel van het huidige Waterlooplein.