ls je Nederlandse auteurs hoort over hun herinneringen aan de "Gordel van Smaragd" krijg je meestal geromantiseerde beelden van paradijselijk landschap en klimaat, meestal van rijkeluiskinderen die daar de tijd van hun leven hebben gehad. Zelden hoor je aanklachten tegen de door de kolonisator begane wandaden jegens de inlandse bevolking, zoals Multatuli of Van Hoëvell wèl deden. De Indische geschiedenis tussen 1813 (het einde van de Napoleontische overheersing) en 1949 (de nasleep van de Japanse overheersing) staat bol van die wandaden. Die van de houwdegen Van Heutsz (zie foto hieronder) in Atjeh of de Politionele acties 1947-49 (onder) kennen we intussen wel, maar een andere grote killer, die vele 100.000-en inlanders het leven kostte, wordt nog te vaak als glorietijd van het Nederlands bestuur gezien. We hebben het over dat speeltje van koopman-koning Willem I en zijn Indische ambtenaren: het Cultuurstelsel dat in 1830 geïntroduceerd werd en tot 1870 van kracht bleef, ondanks toenemende protesten van het Parlement. Het werd in het leven geroepen om de kolonie grondig uit te melken om zo de miserabele toestand van de staatskas te verbeteren. |
|
Wat
vooraf ging.... |
|
Het gevolg van een overhaast ontwerp voor een nieuwe grondwet voor het Koninkrijk en de grote invloed die de nieuwe koning daarop uitoefende was dat deze o.a. de koloniën als eigen speeltuin mocht zien. Willem I maakte het daarbij niet zo bont als Leopold II van België met Belgisch Congo als zijn persoonlijk eigendom maar feit is dat het Parlement tot de grondwetswijziging van 1848 geen enkele invloed kon uitoefenen op de gang van zaken in Nederlands-Indië. Eerst stuurde de koning Du Bus de Gisignies (1826-31) om de kolonie winstgevend te maken en toen dat niet snel genoeg lukte werd zijn werk overgenomen door de nieuwe Gouverneur-generaal Johannes van den Bosch (1831-34). Deze was eerder 's konings adviseur geweest voor de kolonies in de West en kreeg daadkrachtige steun van J.C. Baud, toen nog directeur op het Ministerie van Koloniën. Het door hem ontworpen cultuurstelsel zorgde uiteindelijk voor veel winst. Tot 1850 droegen de koloniale baten oplopend tot éénderde van het totale staatsbudget bij. Dat ging geheel ten koste van de levensomstandigheden der Javaanse boeren. Toen rond 1850 hongersnood in sommige Javaanse residenties voor enkele honderdduizenden doden had gezorgd werd er vanuit Den Haag ingegrepen. Dat was mogelijk door de grondwetswijziging van 1848. Lees hier meer over op de subpagina over de praktijk van het cultuurstelsel. Afbeelding: J.C. Baud |
|
Van
den Bosch had gedurende zijn periode in Indië last gehad van tegenwerking
door de Raad van Indië, vooral van Merkus. De koning maakte Van den Bosch
het werken makkelijker door hem J.C. Baud als nieuwe G.g. te sturen en
V.d.Bosch in het diepste geheim tot commissaris-generaal te benoemen wat hem
het oppergezag gaf om zich daarna alleen met het cultuurstelsel te bemoeien
en beslissingen te nemen buiten de Raad van Indië om.
Afbeelding: Johannes van den Bosch
|
Gouverneurs-generaal in deze periode: 1816-1826 J.D. van den Capellen 1826-1831 L.P.J. Du Bus de Gisignies 1831-1833 Johannes van den Bosch 1833-1836 J.C. Baud 1836-1840 D.J. de Eerens 1841-1844 P. Merkus 1844-1845 J.C. Reynst (ad interim) 1845-1851 J.J. Rochussen 1851-1856 A.J. Duymaer van Twist 1856-1861 C.F. Pahud 1861-1866 L.A.J.W. Sloet van de Beele 1866-1872 P. Mijer 1872-1875 J. Loudon Afbeelding: Gouveneur-generaal J.J.Rochussen |
Uit boven- en onderstaande lijstjes wordt duidelijk dat de benoemingen uit een kleine groepje deskundigen ontsproot. Dat zou nog duidelijker worden als we ook een lijst van leden der Raad van Indië erbij zouden betrekken, waar figuur als Merkus bijvoorbeeld uit voortkwam. Ook Van den Bosch had zijn sporen eerder verdiend, maar dan in Suriname. |
|
Regeerperioden Oranjevorsten in deze periode: 1814-1840 Willem I 1840-1849 Willem II 1849-1890 Willem III Afbeelding: koning Willem I |
Ministers
van Koloniën in deze periode: 1834-1839 Johannes van den Bosch 1840-1848 J.C. Baud 1848 J.C. Rijk 1848-1849 J.C. Baud 1849 E.B. van den Bosch 1849-1855 C.F. Pahud 1856-1858 P. Mijer 1858-1860 J.J. Rochussen E. de Waal Afbeelding: minister C.F.Pahud |
Ook al
ging Van den Bosch' voorkeur uit naar gebruikmaking van de bestaande feodale
structuur in Indië, hij kreeg onvoldoende rendement uit het landbouwareaal
zonder zogenaamde herendiensten door de bevolking. Zo werd elk dorp
verplicht éénvijfde deel van de landbouwgrond ter beschikking te stellen
van gouvernementscultures plus de benodigde arbeidskrachten voor het
bebouwen. Door plaatselijke misstanden werden deze diensten afgewenteld op
de armsten terwijl de welgestelden zich vrijkochten. Voor overheidsprojecten
als infrastructuur, aanleg van nieuwe plantages en verdediging (fortenbouw)
werden nog eens extra arbeidskrachten gevorderd. Rond 1850 was meer dan 50%
van de Javaanse bevolking in een of andere vorm werkzaam voor het
cultuurstelsel. De verplichte cultures als suiker en indigo strookten ook niet met de cyclus van rijstbouw. Een complete oogst suiker vergde 14 tot 18 maanden. In de rest van dat lopende seizoen was er geen tijd genoeg voor een rijstoogst, zodat die grond de rest van dat 2e jaar onbebouwd bleef. Op dorpsniveau werd er op grote schaal gefraudeerd met het uitbetalen van het plukloon (zie foto) en het innen van de vele belastingen of pachten. Dorpen werden ook gedwongen materiaal als hout mee te brengen voor de bouw van bedrijfsgebouwen op plantages waarvoor zij een vaste vergoeding kregen die soms onder de marktprijs voor dat materiaal lag. Alles bij elkaar verarmde de bevolking door toedoen van het cultuurstelsel en zag bovendien de kansen op de zelfverzorging in het gedrang komen. Dit heeft in belangrijke mate de eerder vermelde hongersnoden veroorzaakt en niet alleen misoogsten door het slechte weer zoals de overheid wilde doen geloven. Bovendien stierven rond 1850 aan die hongersnoden niet ongeveer 86.000 mensen (!) zoals de overheid meldde maar enkele 100.000-den zoals lokale waarnemers aan Van Hoëvell (intussen 2e-Kamerlid) berichtten. |
|
Het einde van het Cultuurstelsel |
|
Samenvattend
valt te bezien of Nederland zich tot een - weliswaar klein maar in
West-Europa niet weg te cijferen - industrieland ontwikkeld zou hebben
zonder de vele 100-den miljoenen uit Nederlands Indië. Van dat geld zijn
grote projecten als de grote noord-zuidverbindingen over land en te water
gerealiseerd. De betekenis daarvan werd negatief beïnvloed door het verlies
van België maar bleef ook later van betekenis voor de bereikbaarheid en
ontwikkeling van de zuidelijke provincies. Verder is het hele 19-de eeuwse
spoorwegnet er van aangelegd. |
|
Ik vond op internet voor u een PDF-bestand met nog meer informatie over het Cultuurstelsel. Klik het icoon om direct te lezen of rechts-klik en kies voor Doel opslaan als... om te downloaden en later te lezen of printen. | |
Pagina herzien: 11-04-2009 - Afbeeldingen van internet plus eigen producties. |