Zie ook: De restauratie van 1887 tot 1916 - Sterre der Zee - Het verdwenen Patriarchaalkruis | |
|
|
![]() Bij bodemonderzoek in het pandhof zijn resten gevonden van een eerder bouwwerk, mogelijk ook een kerk uit ±600. Omdat uit schriftelijke bronnen bekend is dat hier een bisschopszetel moet zijn geweest is de verleiding groot in de resten de fundamenten van een Merovingische bisschopskerk te zien. Het metselwerk is weliswaar typisch Romeins maar die techniek bleef ook na de Romeinse tijd in zwang. Tegen de stelling spreekt het gebrek aan Merovingische graven. In de 7e eeuw werd bij de kerk begraven, de Romeinen deden dat buiten de stad. Het kapittel is rond 1000 gesticht door bisschop Notger van Luik. Rond die zelfde tijd zijn de bouwactiviteiten begonnen die geleid hebben tot het gebouw dat er nu staat (zie maquette rechts). |
|
Kapittelrivaliteit![]() Dat de St. Servaas de O.L.Vrouwe probeert te overvleugelen is dus al 100den jaren oud. Het kapittel van St. Servaas schuwde zelfs niet een vervalste oorkonde van Hendrik IV op te voeren die moest bewijzen dat het altijd al de bisschopszetel was geweest. Dat is op z'n minst onwaarschijnlijk. In de 4e eeuw, doordat Tongeren door toenemende aanvallen van Germaanse stammen onveilig werd, verhuisde Servatius de bisschopszetel naar Maastricht. Toen hij zich met zijn hele gevolg en met alle attributen en relikwieën op pad begaf was dat nauwelijks naar een of andere plek buiten Maastricht maar naar het enige kerkgebouw binnen het Romeinse castrum, omdat het daarbuiten nog onveiliger geweest zou zijn dan in Tongeren. Toen in 722 Hubertus de bisschopszetel naar Luik verplaatste stond op de plek van de OLV een redelijk grote kerk (31x15,5m) en was de Servaas nog steeds een eenvoudig (tot 2e helft 6e eeuw zelfs houten) kapelletje boven het graf van Servatius. Karel Martel gaf in 725 opdracht die kapel (intussen versteend i.o.v. bisschop Mondulfus) te restaureren en uit te breiden. Zelfs in de 10e eeuw nog stond er op het Vrijthof slechts een bescheiden centraalbouw (fundamenten opgegraven in 1981, op afb. rechtsboven nog zichtbaar tegen de 11e eeuwse kerk). ![]() Momenteel wordt de St. Servaas ons gepresenteerd als dé kerkelijke bezienswaardigheid van Maastricht en mag u daar aan de kassa een fors entreegeld betalen, zelfs op open monumentendag. Door de eeuwen heen heeft dat voor de O.L.Vrouwe, door gebrek aan geld en invloed, geresulteerd in minder rigoureus hakken, breken en vernieuwen en dat mag u als een voordeel zien. Ook de restauraties van Pierre Cuijpers (eind 19e eeuw) hebben de atmosfeer geen geweld aangedaan. |
|
![]() Alhoewel de O.L.Vrouwekerk de in de romaanse bouwstijl gebruikelijke basilicale vorm heeft slaat het predikaat "basiliek" niet op de bouwwijze, maar is een door het Vaticaan verleende eretitel, die de O.L.V. in 1933 kreeg. Bij deze titel hoort ook het recht een wapen met de pauselijke symbolen te voeren (zie afbeelding hiernaast). |
![]() Het gebouw is een voor de 11e eeuw gebruikelijke basilicaal langhuis met schip, zijbeuken en (in later stadium vergroot) transsept (dwarsschip) en twee pseudotransepten. De viering is voorzien van een koepelvormig gewelf dat gedecoreerd is. Een absis is direct tegen het transept geplaatst en biedt plaats aan het koor, dat ook de hele viering in beslag neemt. Die absis heeft twee verdiepingen en vertoont niet de naar buiten gerichte dwerggalerij zoals gebruikelijk (zie St. Servaas) maar biedt wel plaats aan een unieke kooromgang met daarboven liggende gaanderij. Zie ook de PDF met de monumentbeschrijving en meer foto's. Zie ook de maquette hierboven. |
![]() Aan het O.L.Vrouweplein staat een ongenaakbare facade met dubbele toren. Duidelijk zichtbaar is dat de gevel twee keer verhoogd is, de eerste keer begin 12e eeuw. Aan het einde van die eeuw kwam daar nog de natuurstenen opzet met bogen op, net als bij de traptorns ernaast. Van romaanse kerken in de regio zijn westwerken nog zelden zo summier uitgevoerd. Vaak is er een voorhal met een fraaie bewerkt entree. Helemaal ongewoon is het westwerk nou ook weer niet, getuige een mozaiek van een vroeg-christelijke kerk met een vergelijkbaar westwerk. Klik hier voor dat mozaïek. |
![]() De koorzijde van het gebouw is veel vriendelijker, zoals op nevenstaande litho van Schaepkens uit 1850 te zien is. Dit was de situatie voordat Cuijpers begon te restaureren. Op zich is er niet zo veel veranderd; er staan nu forse bomen die iets van dit uitzicht belemmeren. Het gebouwtje rechts op de voorgrond hoort niet bij de kerk; het is het wachtgebouw dat bij de nabijgelegen stadspoort hoorde. |
![]() |
|
![]() In het interieur is het oostelijk koor het indrukwekkendst. De schildering in de koepel is gerestaureerd. Dit type absis met open omgang komt deze streken niet veel voor. Het komt voort uit de grafbasilieken in Rome van de 4e eeuw en was bedoeld om in de absis relieken tentoon te stellen terwijl de pelgrims die via de omgang konden zien en aanbidden. In de OLV ziet u boven de kooromgang nog een galerij. Let op de middelste gebundelde zuilen met bijzondere dubbelkapitelen (foto onder). Meestal zal zo'n galerij naar buiten open zijn om de relieken aan het volk te kunnen tonen maar dat was de OLV door toedoen van de Servaas verboden. Hier is de galerij dus naar binnen open. |
![]() De kapitelen zijn alle 12e eeuws en vertonen scenes uit het Oude Testament. Ze zijn gemaakt door rondreizende beeldhouwers van een groot Duits atelier. Stijlkenmerken zijn in elk geval dezelfde als die van de Sint Servaas, die uit dezelfde tijd stammen. Links van de trap naar het koor is een automaat waarmee u enkele minuten licht krijgt op alle details van architectuur en decoratie. Die laatste is waarschijnlijk een product van Cuijpers, die toen net zo'n succes had met zijn bonte polychromeringen (ook die van het Bergportaal in de St. Servaas is van hem). |
![]() De eerste oostcrypte werd gesticht tijdens de ambstperiode van bisschop Balderik II van Luik (1008-1018) en werd in 1018 door Balderik gewijd. Het is bekend dat de crypte kort na de wijding is ingestort en - met een extra zuilenrij versterkt - opnieuw opgebouwd. Van de vernieuwde oostcrypte (gewijd in 1037) zijn vier zuilen van die eerste crypte afkomstig. De oostcrypte is in een aantal bouwfasen ontstaan naar het voorbeeld van die van de St. Lambert in Luik. In noord- en zuidwand zijn de aanzetten te zien van koortorens uit een eerder bouwplan, die echter nooit zijn uitgevoerd maar ook niet gesloopt werden. |
|
![]() |
![]() |
![]() De beide crypten zijn maar zo'n 3 meter hoog. |
|
![]() De kerk (en de schatkamer) zijn rijkelijk voorzien van beelden, vaak van hout. Links en rechts van het koor zijn enkele, waaronder een Anna-te-drieën door Jan van Steffensweert. |
![]() St. Christoffel, houten beeld van Jan van Steffensweert, begin 16e eeuw |
![]() |
|
Schatkamer De kerkschat van de O.L.Vrouwe is te zien in de schatkamer. Ondanks de ravage die de Fransen direct na 1794 hebben aangericht is die niet onaanzienlijk. De hoge ouderdom van de kerk zorgde voor een rijke verzameling reliekhouders, liturgisch vaatwerk en textilia. Oude "toningsformulieren" laten alle topstukken van vóór 1794 zien en daarop vallen een drietal 10-11e eeuwse reliekhouders uit Constantinopel op, waarvan er echter nog maar één in de schatkamer te zien is (foto boven). Het verhaal achter de beide verdwenen stukken vindt u hier: "verdwenen patriarchaalkruis". |
|
![]() h: 118mm incl. sluiting en oogje b: 73mm De voorzijde toont een email cloisonné kopie van een in het Byzantijnse keizerrijk zeer aanbeden Maria-icoon. De inhoud zou bestaan hebben uit een deel van de mirre en wierookkorrels die het Christuskind van de Drie Koningen kreeg. |
![]() |
![]() De deur die naar sacristie en schatkamer leidt geeft toegang tot de kruisgang. Die kunt u niet helemaal aflopen omdat die uiteindelijk toegang geeft tot de ruimte waar de Sterre-der-Zee staat. (zie plattegrond) Van de kruisgang komt u in het pandhof. Hier zijn in 1981 opgravingen gedaan en zijn resten van een eerder kerkgebouw gevonden. |
|
Restauratie van 1887 Lees over de ingrijpende restauratie door architect Sprenger onder supervisie van Pierre Cuijpers |
|
Bezoekersinfo Meer weten? Heel veel details haalt u nog uit het proefschrift van A.F.W.Bosman uit 1990, ISBN 90-6011-688.7 Walburgpers |
Op de foto de zuidoostelijke transeptkapel tijdens de restauratie, 1888 |
Eerst vernieuwde men grote delen van de vloeren en gewelven. Daarna kwam de zuidelijke transeptarm, de aangebouwde Rochuskapel en de zuidelijke koortoren aan de beurt. Dit deel was zo bouwvallig dat de Rochuskapel nooit meer herbouwd is. De zuidelijke koortoren werd gerestaureerd waarbij een extra aangebracht tussenverdieping werd verwijderd. In de evenknie van deze partij, in het NO, was de koortoren al in 1775 verdwenen en de H.Drievuldigheids (transept-)kapel bouwvallig. Die kapel is herbouwd en de toren geheel gereconstrueerd. |
![]() Op de afbeelding rechts de afbraak van de steunberen, eind 19e eeuw. (vergelijk met litho Schaepkens) |
In de 19e eeuw drukten restauratiearchitecten een veel zwaarder stempel op het werk maar dat is in de hele bouwgeschiedenis nooit anders geweest. De enige uitglijer van Cuijpers is de decoratie van het koor, alhoewel kleurgebruik niet persé foutief hoeft te zijn; er zijn in de crypte verfresten rood en donkergrijs gevonden. Niemand weet echter of de kapitelen ooit geschilderd zijn geweest en naar andere Romaanse kerken te oordelen ook niet gebruikelijk. Wel zeker is dat de zuilen niet zwart horen te zijn. Onder een dikke laag pleister en verf zit namelijk een geraffineerd spel van verschillend gekleurde lagen zandsteen en kolenzandsteen, zoals u die ook in de rest van de kerk kunt zien. Deze moeite zou men niet gedaan hebben om ze even later weer te bedekken. |
![]() |
|
|
![]() Voorzijde -hoog: 383mm, breed: 244mm |
![]() Het hout zo mooi om te zien voor de ogen |
![]() |
|
![]() |