weekblad-logo

week 14-2019

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Harry Snijder. Als nieuwe opgave stuurde hij deze foto. Zijn vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

In 1866 werd het begraven op het Sint Antonieskerkhof verboden. Tien jaar later werd de grond deels in gebruik genomen als proeftuin voor de Hortus Botanicus en in 1885 werd de rest omgetoverd tot Hortusplantsoen waar twee scholen op gebouwd werden. De foto werd vanuit dit plantsoen gemaakt richting Nieuwe Herengracht. Het bruggetje ligt over een restant van de Plantage Muidergracht, dat veranderd werd in een tweetal vijvers.
Lees meer...

(zoek op Sint-Antonieskerkhof, 1640 – 1866)

 

De fotograaf stond met zijn rug naar de J.C.Ammanschool (1928-1976) voor dove en slechthorende kinderen. De school is nu op een andere locatie gevestigd. Een monument op het Hortusplantsoen herinnerd aan het wegvoeren van dove joodse kinderen door de Duitse bezetter.

Rinus Michels (foto: 1954) was gymnastiekleraar van 1956 tot 1965 op de J.C.Ammanschool. Op YouTube staat een film waarin twee oud-leerlingen "aan het woord komen". Voor horenden is de film ondertiteld. Uit de film wordt helaas niet duidelijk of Michels in deze jaren gebarentaal heeft geleerd. Wèl dat hij gewend was om te converseren met slechthorenden. Het is een lange film maar zeer de moeite waard.

Natuurlijk waren er daarvóór en daarná andere gymnastiekleraren, maar de school zelf koketteert nogal met deze beroemdheid in het lerarenkorps. Ria Scharn vond uit dat juffrouw Jasperse degene was die voor Michels (vanaf 1948) gym gaf en dat ook zij in "de 50-er jaren" les gaf. Niets tegen in te brengen dus.
Han Mannaert vond uit dat een leraar I. Jasperse (familie? echtgenoot?) spraakles gaf op dezelfde school. Vroegen we niet, maar goed om te weten.

Goede oplossingen kwamen van Harry Snijder, Adrie de Koning, Anneke Huijser, Maaike de Graaf, Ria Scharn, Kees Huyser, Carol de Vries, Jos Mol, Anje Belmon, Han Mannaert, Kees Boas, Anthony Kolder, Hans Olthof, Arjen Lobach, Hans van Efferen,

Fotoquiz: Ton's keuze

Een wat recentere foto dan u gewend bent. Er valt niet veel bij te verzinnen dan hoogstens de vraag:

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Jan's keuze

Voor het geval u sinds vrijdag niet meer naar deze opgave gekeken heeft: de inzender was Jan Burgers. Niet te weten welke problemen Jan u hiermee berokkende.
Als u in de spits met uw fiets van de Raadhuisstraat richting Rozengracht racete was dit het fietspad op de Westermarkt.
Als de ijscoman er nu nog zo zou staan werd hij ondersteboven gefietst. Toen de foto genomen werd was dit een grindveld.
We kijken naar de huizen aan de even zijde van de Prinsengracht en rechts buiten beeld is de Westerkerk.

Blijft u nog even hier staan, dan gaan we direct met de camera op pad verder.

Foto: familiearchief Jan Burgers

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Jan Burgers, Mike Man, Jos Mol, Hans van Efferen, Arjen Lobach,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.
Blijf sturen, zodat wij de aantrekkelijkste platen kunnen kiezen!

Fotoquiz Waar? Wat?

Deze foto werd meer dan 100 jaar geleden gemaakt vanuit een verdieping van een tamelijk hoog gebouw. De huisjes aan de overkant zijn dus matig hoog. De vragen zijn:

Aan welke straat staat het gebouw van waaruit de foto werd gemaakt?
Bij welk gebouw hoort de dichtstbijzijnde toren?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Zie hier het Sint Bernardusgesticht aan de Oude Turfmarkt. Het tehuis voor arme katholieke bejaarden streek in 1839 neer op het Gasthuishof om in 1843 in deze nieuwbouw te betrekken. De buurman van het gesticht was de Nederlandsche Bank, die huis na huis opkocht op zoek naar meer kantoorruimte. Zonder noodzaak voor de bejaarden werd het tehuis door de bank in 1912 opgekocht en met de ongetwijfeld riante uitkoopsom werd er een nieuw gebouw neergezet aan de Nieuwe Passeerdersstraat, aan de Singelgracht. De heiligenbeelden nam het tehuis mee naar de nieuwe locatie. U ziet het aftakelen van het grote beeld van Sint Bernardus, dat al die jaren boven de entree had gestaan. En dat was dus het antwoord op deze vraag.

En denk nu niet dat De Nederlandsche Bank de boel platgooide en een eigentijds kantoorpand ervoor in de plaats zette..., Sint Bernardus staat er nog steeds. Zonder beeld en zonder kruis op het dak natuurlijk.
Vandaag is deze hele rij in gebruik bij de UvA.

 

Foto boven: Stadsarchief A'dam

Foto links: Street View

Goede oplossingen kwamen van Adrie de Koning, Anneke Huijser, Maaike de Graaf, Kees Huyser, Carol de Vries, Ria Scharn, Erwin Meijers, Anje Belmon, Han Mannaert, Jos Mol, Mike Man, Arjen Lobach, Harry Snijder, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Een prentbriefkaart uit de Beeldbank. De naam van het café hebben we moeten verwijderen, om het een puzzel te laten zijn. De vraag is:

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

U staat nog op de Westermarkt of u spoedt zich van de Oude Turfmarkt snel weer hier naartoe terug. De blik naar links en dan ziet u dit pand: Westermarkt 11-15.
Toen architect A. Jacot in 1912 het Hirschgebouw opleverde besteedde hij zijn tijd weer aan dit soort panden. In 1913 betrok Café Central de benedenverdieping, maar het duurde nog tot 1915 voordat de rest van het pand (hotel, woning) volledig in gebruik was. Voor dit pand sneuvelden de huisnummers 11, 13 en 15.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Suikerzakje Central

 

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Ria Scharn, Harry Snijder, Mike Man, Ton Hupkens, Jos Mol, Adrie de Koning, Arjen Lobach,

De Oud Burgemeesters van Amsterdam -5

Feike de Boer (1892-1976)

Personalia
Feike de Boer was een van de kortst zittende burgemeesters, namelijk van 7 mei 1945 tot 1 maart 1946. Hij bekleedde het ambt dus 'slechts' 10 maanden. Maar wel heel belangrijke maanden voor de stad. Feike de Boer kwam uit het Friese Goingarijp, waar hij op 17 januari 1892 was geboren. Zijn vader was het Tweede Kamerlid Rients Feikes de Boer.
Feike de Boer zelf was aanvankelijk marineman, maar stapte over naar de koopvaardij. Eerst werd hij onder-directeur bij de SMN (Stoomvaart Maatschappij Nederland) in Batavia en in 1934 werd hij directeur. Vervolgens werd hij directeur van de SMN in Amsterdam. Hij was gehuwd met een Deense, Aagot Verstesen. Ze krijgen twee dochters, maar zijn vrouw overlijdt kort na hun 40-jarig huwelijk. Twee jaar daarna, in 1962, trouwde hij op 70-jarige leeftijd met zijn tweede vrouw, Helene Kettner. Op 15 augustus 1976 overleed hij in Amsterdam.

Waarom de Boer?
Reeds tijdens de oorlog werd nagedacht over een opvolger van burgemeester Voûte, want het was duidelijk dat deze collaborateur na het einde van de oorlog het veld zou moeten ruimen. De regering in Londen wilde ervoor zorgen dat Nederland klaar was voor de bevrijding en dat er snel nieuwe bestuurders en andere gezaghebbers konden worden aangesteld. Daarvoor was er een College van Vertrouwensmannen gevormd, dat zich ook bezighield met het burgemeesterschap van Amsterdam. Deze Commissie kwam met de directeur van de SMN Feike de Boer, op de proppen. Ze kende De Boer want hij was als directeur van de SMN reeds voor het einde van de oorlog betrokken bij geheim overleg over het herstel na de oorlog. Daarbij kwam ook de vraag aan de orde wie dan de opvolger moest worden van Voûte.
De regering gaf echter de voorkeur aan de oud-directeur van de Nederlandse Spoorwegen, Prof. dr. J. Goudriaan en benoemde deze zelfs, tegen de wil van de Vertrouwensmannen in. Maar omdat Goudriaan inmiddels vertrokken was naar bevrijd gebied, kon hij niet in functie treden en kwam Feike de Boer weer in beeld. Hij stond niet meteen te springen. De Boer wilde graag aan de slag met het herstel van de haven, maar de benoemingscommissie wist hem toch over te halen om tijdelijk het burgemeesterschap op zich te nemen. De voorkeur voor hem had vooral te maken met de noodzaak om zo snel mogelijk te zorgen voor economisch herstel via wederopbouw. Dat wil hij bereiken door van de Amsterdamse haven een doorvoerhaven te maken. Maar ook zijn goede relatie met belangrijke sociaal-democraten, waaronder oud-wethouder Franke, speelde een rol.
De Boer werd benoemd als burgemeester 'met den titel van voorlopig regeerings commissaris' en was daarmee feitelijk de opvolger van Willem de Vlugt, want Voûte was niet officieel als burgemeester beëdigd.

Op de foto: Feike de Boer heet veldmaarschalk Montgomery welkom tijdens diens bezoek aan Amsterdam

Algemene kenmerken van De Boer en belangrijke gebeurtenissen tijdens zijn ambtsperiode
De Boer was een harde werker die heel sterk was in het creëren van draagvlak voor de belangrijke beslissingen die hij wilde nemen. Hij stond erom bekend dat hij vele talen beheerste, naast het Frans, Duits en Engels kon hij ook uit de voeten met Maleis, Italiaans, Noors, Zweeds en Deens. En de laatste kwam goed van pas in zijn huwelijk met zijn eerste vrouw, een Deense.
Hij was lid van de Liberale staatspartij 'de Vrijheidsbond' en enige tijd actief in de Nederlandse Unie.
Bij de herdenking van de Februaristaking in 1946 ontving De Boer van koningin Wilhelmina de toevoeging van het devies 'Heldhaftig, Vastberaden, Barmartig' aan het wapen van de stad. De koningin was zelf daarvoor naar Amsterdam gekomen. Ze bleef wel het grootste deel van de plechtigheid in de auto zitten.

Op de foto: koningin Wilhelmina en Feike de Boer tijdens de bevrijdingsfeesten 26-28 juni 1945
Hieronder van diezelfde feesten een historische optocht met deze "praalwagen". Op het balkon de generaals Foulkes, Crerar en Koot en waarnemend burgemeester Feike de Boer.

Wetenswaardigheden
Een van zijn eerste daden was de Euterpestraat voortaan Gerrit van der Veenstraat te laten heten, ter nagedachtenis van deze Amsterdamse beeldhouwer, die in het verzet zat en door de bezetters was vermoord.
De Boer was belangrijk voor het herstel van de haven (affiche) en Schiphol. Hij was een belangrijk pleitbezorger voor het voltooien van de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal, om zo zijn visie over de doorvoerhaven gestalte te kunnen geven. Daarmee boekte hij succes, want begin 1946 deed de regering hieromtrent een toezegging. Toen in 1946 de scheepvaart weer op eigen benen kwam te staan - tot die tijd had de regering het gezag overgenomen - keerde de Boer weer terug naar zijn geliefde SMN. Hij bekleedde daarnaast vele haven-gerelateerde functies en commissariaten en was ook directeur van de NDSM.

Ambtswoning
De Boer woonde niet in de ambtswoning vanwege de tijdelijkheid van zijn burgemeesterschap.

Andere bestuurders en opvolger
Feike de Boer kende Bernard Franke die van 1939 tot 1941 wethouder in Amsterdam was. Daarom benaderde hij hem om meteen na de oorlog weer wethouder te worden en wel voor de belangrijke portefeuille Arbeidszaken. Franke zou dat tot 1951 blijven. De straat waar hij woonde, de Nieuweweg, een zijstraat van de Middenweg in de Watergraafsmeer, werd in 1956 naar hem vernoemd. De andere wethouders die met Feike de Boer het dagelijks bestuur van de stad vormden, waren J. Bommer (Volkshuisvesting), mr. K. Jansma (Onderwijs), mr. W. Schokking (Openbare Gezondheid) en F. van Wijk (Sociale Zaken). Pas 5 maanden na zijn vertrek wordt er een opvolger voor de Boer benoemd, namelijk Arnold d'Ailly. In de tussentijd wordt het ambt waargenomen door wethouder Franke.

Op de foto: installatie burgemeester d'Ailly door waarnemend burgemeester Franke

YouTube

Carol de Vries speurde YouTube af naar alles wat met (Oud-) Amsterdam te maken heeft en daar pikken wij er af en toe eentje uit die u zou kunnen interesseren.

Deze week een geraffineerde aaneenschakeling van 18de eeuwse tekeningen waar altijd de gezichtshoek bij vermeld wordt en regelmatig eigentijdse beelden in gekopieerd worden.

Klik het titelscherm om te starten

Column: Meester Gijsbreght -6

at leerde ik veel tijdens mijn werkzaamheden als schoolmeester.
Mijn vader heeft in zijn jeugd in de van Boetzelaerstraat nummer tachtig gewoond. Ontegenzeggelijk bezocht hij de RK School van de Vincentiusvereniging in de Eerste Keucheniusstraat waar ik later schoolmeester was. Misschien zat hij wel in de klas bij een lieve non en warmde hij zich aan dezelfde potkachel waar mijn klas en ik zich in de jaren zeventig ook aan warmden. Stom…, ik heb het hem nooit gevraagd en nu is het te laat.
De kinderen die aan mijn zorgen waren toevertrouwd waren vaak ras-Amsterdammers c.q. Jordanezen. Dat klikte best goed met Meester Gijsbreght die zelf  een moeder had die op de Lindengracht het levenslicht had aanschouwd en die tot op hoge leeftijd met een tasje aan haar fietsstuur de markten zoals de Westerstraatmarkt e.d. afstruinde op zoek naar koopjes en gezelligheid. Ik had Ricardo in mijn klas. Die zat vaak te dromen. Het was een lief joch. Maar wel een echt speciaalonderwijsgastje. De hoofdvakken gingen hem slecht af en je moest hem de hele dag bij de les houden, anders dwaalde hij weg. Wel met een gelukzalige glimlach om de mond. Een beetje zo’n beklijvende lach als Sonja heeft als ze tijdens de middagpauze op het van Beuningenplein zat te schommelen, en schommelen, en schommelen. Vaak geeft een huisbezoek wat helder inzicht. Bij Ricardo die in de Willemsstraat woonde, zat ik heerlijk op mijn praatstoel bij een paar gezellige ouders, maar al gauw viel op dat Ricardo te pas en te onpas in het gesprek werd betrokken.

Op mijn netvlies staat het nog steeds: moeder die Ricardo met zijn volle acht jaar op schoot neemt en hem bij toerbeurt overdreven knuffelt en daarna alles weer neutraliseert door Ricardo een paar corrigerende fletsen op zijn achterhoofd te geven. ‘Ach het is toch zo’n lekkertje Meester Grijsbaard, ach het is toch zo’n lekkertje, hè, Ricardo…, zoen zoen!’ ‘Ach het is toch zo’n zeikertje Meester Grijsbaard, ach het is toch zo’n zeikertje, hè, Ricardo…, flets flets!’.
Mario Costa Pinto was een beetje een kinderlijk en week joch. Hij had een Portugese opa en daar vertelde hij altijd over. Ik maakte me een beetje zorgen over hem omdat hij aan zelfoverschatting leed, hij vond dat ie alles al kon. Ook hij was een goedlachse leerling. Ik vroeg tijdenlang aan hem, maar ook aan zijn moeder die hem vaak bracht,  waarom hij elke dag alleen een watterig bolletje at met hagelslag en een blikje cola. Dat kon toch niet de bedoeling zijn. Na een tijdje werd ik vriendje met hem en vertelde ik dat ik een huisbezoek bij hem zou doen. Dat kon. Moeder woonde bij haar vader, een Amsterdammer met een Portugezenachtergrond. Ze woonden meteen naast de Magere Brug en ik nam mijn viool mee, want opa was goed in violenbouw e.d. en kon mij tijdens het bezoek best even helpen met het installeren van mijn vioolstapel. Het werd een gezellige avond en mijn verstandhouding met Mario groeide. Na aan paar weken zei ik tegen Mario: ‘Mario, zie ik het goed? Je eet een broodje met ham en je drinkt een beker melk!’ Mario knorde van genoegen en zijn glimlach met Portugezenachtergrond was nu duidelijk op zijn grootst!

- wordt vervolgd

Bij de foto's:

LB: Van Boetzelaerstraat 80 voorzijde

RB: Van Boetzelaerstraat 80 achterzijde

L: Hier woonde de opa van Mario

 

Pleziertuinen, uitspanningen: Frankendael e.a.

Watergraafsmeer
Zo'n twee eeuwen geleden veranderde de Watergraafsmeer in een aaneenschakeling van hofsteden, lusthoven, buitenplaatsen, pleziertuinen en uitspanningen. Meer dan honderd pleziertuinen en lusthoven somt J.H.Kruizinga op in zijn boek 'Watergraafsmeer'. Wij bekijken er twee van die de 20ste eeuw gehaald hebben: Frankendael en Schollenbrug. De eerste een landgoed dat een aantal jaren als lusthof voor het publiek opengesteld werd. De tweede de voortzetting qua naam van pleziertuin Schollenbrug aan de Pauwenlaan, die opgedoekt werd. Als bescheiden kinderspeeltuin rond een café aan de Schulpbrug over de Ringvaart sukkelde die uitspanning de 20ste eeuw in.

Afb: Frankendael aan de Middelweg. Bron: Stadsarchief Amsterdam

Frankendael begon zijn leven ±1660 zijn bestaan als de - toen nog - bescheiden en naamloze buitenplaats van Nicolaas van Liebergen. Pas toen het in 1663 in handen van de familie Balde kwam, kreeg het de naam Franckenthall en werd flink uitgebouwd. Elke volgende eigenaar liet wel iets verbeteren, vernieuwen of verfraaien. Frankendael had al een lange geschiedenis als buitenplaats en lusthof achter de rug toen eigenaar Cornelis Proot in 1844 de tuin (10 bunders bosgrond) openstelde voor publiek. Op het terrein was een waterpartij met kettingbrug en op een eilandje in de vijver een nagemaakte kluis met bijbehorende (houten) kluizenaar stonden. Zijn hoofd en rechterarm konden bewegen. Hij wees met die arm op een doodskist waarop geschilderd stond: 'Gedenk te sterven'. Elders stond een kloostertje met tralies voor de ramen en op het glas geschilderd de hoofden van nonnen. Griezelen! Er waren picknickplaatsen en er was een speeltuin met schommels en wippen. Voor elk wat wils!

De toegangspoort van Frankendael in de tijd van Linnaeus. Voor de verbreding van de Middenweg werd de poort meters naar achteren verplaatst, maar als genoegdoening door de stad gerestaureerd. Foto: SSA

In 1866 was de pret al weer voorbij. In dat jaar telde een commissie van de Tuinbouw Mij. Linnaeus ƒ50.000 neer voor het geheel om er een kwekerij te beginnen. Het huis werd geschikt gemaakt om tuinbouwonderwijs te geven. Het bezoek van buitenstaanders werd tot één dag per week beperkt en alle flauwekul werd opgeruimd. Toch bleven de bezoekers komen. Op die bezoekdagen gaf het orkest van het Paleis voor Volksvlijt in de tuin van Frankendael concerten. Voor leden van Linnaeus waren er meer activiteiten, zoals kindermiddagen voor het grut van de leden.
De tuinbouwschool op Frankendael stond zeer in de belangstelling van de koninklijke familie. Koning Willem II kwam er, Sophie, de eerste echtgenote van Willem III was enthousiast bezoeker, Wilhelmina speelde er als kind vaak en kwam er later meermalen op bezoek.
In 1882 werd de gemeente Amsterdam eigenaar van Frankendael. Linnaeus wierp de handdoek in de ring; de exploitatiekosten waren te hoog. De bedoeling van de stad was om Frankendael als stadskwekerij de capaciteit van het kweken van stadsbeplanting uit te breiden. De Tuinbouwschool bleef voorlopig. Vandaag is Frankendael een park en de gebouwen spelen een rol in het plaatselijke wijkcentrum.

Op de plek waar ooit herberg De Schulp stond, aan de Amstel op de hoek van de ringvaart van de Watergraafsmeer, werd meteen aan het begin van de 19de eeuw café Schollenbrug gebouwd. Het café was vernoemd naar de brug in de Weesperzijde over die ringvaart. De eenvoudige houten brug droeg de naam van de herberg: Schulpbrug. Wie er verantwoordelijk is voor de verwarring rond de naam van brug en café zal wel nooit opgehelderd worden, maar het café ging als Schollenbrug door het leven.

Gerrit Lamberts: Schulpbrug 1817

Vlakbij het café stond café Maas, een groot etablissement aan de Weesperzijde dat Schollenbrug ver overklaste. In het derde kwart van de 19de eeuw werd café Maas eindpunt van zowel een paardentramlijn als een geregelde stoombootdienst. Omdat de uitbater van Schollenbrug meer gezelligheid creëerde, activiteiten organiseerde en een speeltuin had, werd zijn café het echte doel van de veel dagjesmensen. Zo zelfs dat de Haven Stoombootdienst de eindhalte naar het café benoemde: Schollenbrug.

Het café was geheel van hout opgetrokken en had aan de kant van de ringvaart een grote waranda. Die hing schots en scheef maar dat deerde de bezoekers niet. Achter het café was een bomenrijke tuin met een kinderspeelplaats.
In 1931 bepaalde de stad Amsterdam, die in 1921 de Watergraafsmeer ingelijfd had, dat de brug in de Weesperzijde verbreed moest worden. In 1932 werd het café afgebroken. Alleen de naastliggende villa Bertels kon blijven staan.

Alle afbeeldingen bij dit item: Stadsarchief Amsterdam

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 9 april 1919 - De Gemeenteraad machtigt de burgemeester tot instelling van een stedelijke filmkeuring. Er bestond al een landelijke commissie, de CCF, die voorstellen deed, maar elke gemeente had het recht een eigen filmkeuring te organiseren. Amsterdam voegde zich dat jaar bij de rij die al zo'n keuring kende. Het debat erover was een jaar ervoor aangezwengeld door de leraar Simon Stokvis (foto). Hij werd het die de Amsterdamse filmkeuring zou gaan organiseren. Stokvis ontwikkelde zich tot een dictator in filmland. Een ooggetuige beschreef Stokvis' bezoek aan de bioscopen in het gezelschap van twee rechercheurs. "Hij treedt op de meest arrogante en prikkelende wijze tegen de ondernemers op, dringt, in strijd met de voorschriften van de brandweer, de cabines binnen om de goedkeuringsmerken met zijn duimstok na te meten, onderzoekt in de theaters, en in de eerste plaats weer bij kindervoorstellingen, of er niet één of twee kinderen méér op een rij zitten dan het door de brandweer voorgeschreven aantal (waarmede hij niets te maken heeft) en dreigt tenslotte de ondernemers bij de minste overtreding 'hun theaters te zullen sluiten!!'"
Zoveel weerzin wekte Stokvis op, dat de redactie van de Haagsche Post het volgende grapje afdrukte: "Moet stokvisch eerst gebeukt en dan geweekt worden òf is het: eerst geweekt en dàn gebeukt?" Het antwoord luidde: "Stokvis moet eerst een kwartier flink gebeukt worden en dàn moet hij minstens een half uur onder water liggen." Wie de verhalen over hem leest, denkt onwillekeurig aan recente zaken rond ambtenaren op het stadhuis. Ook Stokvis maakte zich schuldig aan belangenverstrengeling en toonde (in de woorden van Het Parool over zo'n hedendaagse kwestie) "gebrek aan professionele distantie die van een ambtenaar op zijn niveau mocht worden verwacht". Bron: Ons Amsterdam

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2019. De keuze 2014 t/m 2018 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07
wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave