weekblad-logo

week 07-2016

Fotoquiz snelste

Arjen Lobach was de snelste met het juiste antwoord op de vraag van vorige week. Van hem komt dan ook deze nieuwe opgave. De vraag is:

Waar?

Oplossingen via deze link.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Utrechtsestraat 130-134 (volledig afgebeelde huizen). Het middelste huis met de erkers is 132. Dit is het laatste blok tussen Utrechtsedwarsstraat en Frederiksplein. De foto moet rond 1900 gemaakt zijn. Het is niet zo dat alle winkels tevens lampen verkopen. Het is gasverlichting voor het verlichten van de etalages.

Goede oplossingen kwamen van Robert Raat, Arjen Lobach, Ria Scharn, Maaike de Graaf en Otto Meyer.

Maaike de Graaf was nieuwsgierig naar de ondernemers in de drie panden 130-134. Op 134 was de naam G.B.Nieberg te lezen en dat was een uitgebreide familie met allerhande soorten winkels (veel speelgoed) op diverse locaties. Ook G.B. verhuist niet lang na het maken van deze foto naar de Vijzelstraat waar het assortiment blijkt uitgebreid met bovenkleding. Acht jaar later zien we hem terug op het Rokin, waar hij The American Hat gaat heten. De rommelige etalage laat kleding en accessoires zien. Uit de advertenties blijkt dat onderkleding en overhemden de producten zijn. Bretels waren rond 1900 echt een item want de etalage en vitrine hangen er vol mee. Het uithangbord 'Shirtmaker' en de letters 'London style' doen iets chiquers vermoeden maar wordt niet bewaarheid. In 1906 is G.B. uit het pand verdwenen maar het blijft een Nieberg die er nog steeds een winkel in herenmode drijft: Adolf. Die gaat het jaar erop (1907) failliet.
Ook op nummer 132, het huis met de erkers, komen we een familienaam tegen met leden die de verschillendste soorten winkels drijven: Merkelbach. De bekendsten zijn ongetwijfeld de speelgoedwinkel in de Kalverstraat en de fotograaf in het Hirschgebouw. Deze Merkelbach doet zo te zien in glas en porselein. Ook deze zaak blijft er niet eeuwig, want we komen op dit adres voor en na WO2 de Speciaalwinkel tegen die via kinderwagens belandt in babyuitzetten en Babyshop gaat heten.
Tot slot komen we op nummer 130 Berend Essink Jr. tegen die een comestibles-winkel drijft. Zijn assortiment is te verfijnd om zomaar kruidenier te heten. Je kunt er wel een brood kopen maar dan van het fijnste soort. Hij verkoopt ook thee maar dan als exclusief detaillist voor een hofleverancier. Essinks rookworst schijnt een delicatesse te zijn geweest.
Eind 60-er jaren verloedert dit deel van de Utrechtsestraat en kunnen we op de nummers 130-134 een snackbar, een speelhal en een goedkope tapijthal aantreffen.

Fotoquiz loting

Na loting werd Ria Scharn verzocht een nieuwe opgave te bedenken. Haar vragen bij de tekening hiernaast luiden:

Waar?
Wat?

Uw oplossing via deze link.

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

De tramlijn die uitverkoren was als eerste geëlektrificeerd te worden was lijn 10, die toen van het Leidseplein door de Marnixstraat naar het Haarlemmerplein reed. Op deze foto uit 1900 rijdt motorwagen nr.1 door de Marnixstraat voor een proefrit. Nog geen passagier te bekennen. Die zitten in de reguliere paardentram die achter de elektrische aansjokt. Arjen Lobach wist nog: eerste rit 31 juli, officiële opening 14 augustus. Op de foto gebeurt de stroomafname nog m.b.v. een trolly. De beugels kwamen vanaf 1902. 

Goede oplossingen kwamen van Ria Scharn, Arjen Lobach, Robert Raat en Cor Fijma.

Fotoquiz Wat? Waar?

Dit zou Amsterdam moeten zijn. Waar rijdt dat meisje met haar broertje?

Oplossingen graag via deze link. Foto: Wordpress.com

Oplossing vorige week

 

Dit is de volledige foto van Jos Mol van vorige week. Het gaat om het Jonas Daniël Meijerplein en de bebouwing die in plaats van het Leprozenhuis kwam. Op de hoek met de Lazarussteeg was dat de politiepost nr.4 en rechts daarvan het gebouw van het Physiologisch Chemisch laboratorium van de Gemeente Universiteit Amsterdam.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ad Tiggeler, Ria Scharn, Hans Goedhart, Robert Raat en Otto Meyer.

Met de camera op pad...

Deze week een oudje. De fotograaf stond op de Prinsengracht, maar wat is/was het adres van het pakhuis waar de lading van de dekschuit gelost werd?

Uw oplossing voor deze week graag via deze link. Foto: Wordpress.com

Foto van vorige week

Het 'blurren' van de borden met de naam van het pand "Den Grooten Heeren" hielp niets. Met behulp van de huisnummers 179-197 en Google kom je linea recta op de Herengracht terecht. Die combinatie is blijkbaar uniek. Dit is het pand dat de Associatie Cassa vanaf 1900 liet bouwen. In 1900 begon de sloop van Herengracht 179-189 en mocht architect C.B. Posthumus Meyes een groot kantoorgebouw neerzetten. Tussen 1916 en 1920 werden de panden 191-197 ook afgebroken en kwam daar een uitbreiding door dezelfde architect. Het werd geen voortzetting van wat er al stond maar een nogal afwijkend pand, dat de ruimte tot de Driekoningenstraat vulde.

In 1952 fuseerde de Associatie Cassa met de Kas-Vereeniging in de Spuistraat. De uit de fusie ontstane Kas-Associatie besloot dat de activiteiten in de Spuistraat gebundeld zouden worden en de panden aan de Herengracht werden aan de Rottersamsche Bank verkocht. Ook die bank kende een hele reeks fusies en in 1973 werden de panden aan de Slavenburg's Bank verkocht.
In 2001 werden beide delen Rijksmonument (#18339).

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Voor de bewuste panden was een fraaie gevelwand gesloopt, waaronder twee classicistische huizen. Op 179 stond al sinds 1585, de Tweede Uitleg, een woon-/pakhuis De Vier Hollanders dat in 1645 eigendom werd van advocaat Willem van Loon. Die liet het geheel vervangen door het kapitale pand op de tekening hierboven. De achterzijde grensde aan de Hameterssteeg die op het Singel uitkwam tussen nrs.192 en 194 (bestaat nog steeds). Het tweede classicistische huis verving een pakhuis dat toebehoorde aan Reinier Pauw (8x burgemeester) en correspondeerde met het huis De Groote Pauw op Singel 194-198. Het pakhuis, annex stallen en koetshuis aan de Herengracht werden in 1639-'42 door Jacob of Jacomo Pauw, zoon van Reinier, vervangen door twee woonhuizen onder één schilddak (de Noordpool en de Zuidpool). In 1645 werden beide huizen apart verkocht. In 1841 kwamen beiden weer aan één eigenaar, Matthias van Greuns, directeur van de Associatie Cassa. Dit was de basis voor de enorme nieuwbouw op deze plek.

Waar komt de naam 'De Groote Heeren' vandaan? Desgevraagd schreef een voormalig peroneelslid van de Kasbank (opvolger Kas-Associatie) het volgende:
"m.i. is het geen historisch gerelateerde naam. Deze naamgeving lijkt pas te zijn ontstaan nadat midden jaren negentig met inzet van Des Bouvrie werd gekozen voor een opzet van zeer luxe appartementen die de upperclass moest gaan aanspreken. Wie weet heeft Jan des Bouvrie destijds zelf nog meegedacht over deze naam". Erwin Meijers wordt bedankt voor zijn nader onderzoek naar de naam.

Goede oplossingen kwamen van Erwin Meijers, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Ruud Fontijn en Ria Scharn.

Zomaar...

Een ingekleurde foto van kort voor 1900. Foto: Wordpress.com

Reacties

Justus Houthuesen schrijft:

"Op de foto van de hoek J.P. Heyestraat-Jacob van Lennepkade staat ook het huis van mijn grootouders. Het meest linkerraam van het benedenhuis op de foto van begin 1900 is van Lennepkade 175, op dat moment net of net nog niet het atelier van H.M.J.Missët".

Over deze studio werd uitgebreid bericht in week 23 van 2015.

Amsterdam Historische Vereniging

Lezing 'De Stelling van Amsterdam, toen en nu' door Peter Saal, adviseur erfgoed en publieksprojecten.
De Stelling van Amsterdam is een cirkelvormige verdedigingslinie rond Amsterdam, die tussen 1880 en 1914 is aangelegd als een laatste toevluchtsoord voor Kroon, regering en leger wanneer alle andere linies zouden zijn bezweken onder een vijandelijke aanval. In de lezing wordt de ontstaansgeschiedenis behandeld vanaf de Napoleontische Tijd tot aan de Eerste Wereldoorlog.

Donderdag 18 februari 2016 Locatie: Keizersgracht 218b (bij Westermarkt), 1016DZ Amsterdam. ACHV-leden gratis; swp-Leden € 2,50; Gasten € 5,00

WatWasWaar offline

WatWasWaar is per 1 januari 2016 beëindigd. Dit betekent dat de website www.watwaswaar.nl vanaf 1 januari 2016 niet meer beschikbaar is.

De minuutkaarten, waaruit u in deze kolommen en in de PDF's wel eens details zag, zijn niet langer online ter inzage. De scans zijn overgedragen aan de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE). Zodra we de weg weten op de nieuwe plek zullen we u dat melden. Heeft u het eerder uitgevonden dan wij, dan horen we dat graag.

De minuutkaarten zijn de eerste kadestrale kaarten van onze stad, opgezet in 1795 voor belastingdoeleinden, aangevuld met alle nog niet meegenomen panden in 1810 en bijgehouden tot 1830. Ze tonen de stad met de vestingwerken nog intact. De scans van WatWasWaar waren zeer gedetaileerd te bekijken en dat lukt niet met de minuutkaarten die het RCE op dit moment toont. Die zijn in wit/zwart en in veel lagere resolutie. De eerste buurtkaarten in het Stadsarchief, die dezelfde dienst kunnen doen, beginnen bij 1853. Bovenstaand voorbeeld (Jordaan-Noord) is in hoge-resolutie en kunt u ter bestudering downloaden.

Metamorfose

De meest voor de hand liggende metamorfoses in Amsterdam zijn de ontelbare dempingen in het laatste helft van de 19de eeuw. De volgende drie weken nemen we de zes*) gedempte Jordaangrachten als onderwerp. Drie weken elk twee en in chronologische volgorde. We zullen zien dat de eerste bittere noodzaak waren terwijl de laatste twee best open hadden kunnen blijven. Dat was mogelijk geweest omdat de doorspoeling van de grachten sterk verbeterde doordat het stoomgemaal bij Zeeburg in 1879 in werking trad.
*) afgezien van de Elands Stinksloot (Lijnbaansstraat: 1859) en Oude Looierssloot (Derde Looiersdwarsstraat: 1897)

1857

Foto's van de Goudsbloemgracht zijn niet bekend, dus moeten we het met tekeningen doen. De Goudsbloemgracht was de eerste Jordaangracht die gedempt werd en dat niet voor niets. De hygiënische toestand rond de gracht was abominabel te noemen. De stank was soms niet te harden en de ratten liepen over je tenen.

Heb je van de Goudsbloemgracht wel gehoord
Dat grachtje al zonder boomen?
Waar vaak door de stank je keel werd gesmoord
En niemand uit pret zou komen?

Versteende wallekanten waren hier niet te vinden, iets dat bij nagenoeg elke stadsgracht wèl 't geval was. De omstandigheden van de Goudsbloemgracht waren inderdaad afwijkend van de rest van de Jordaangrachten. Bijna zonder enige aanpassing was de bestaande pre-stedelijke weersloot gehandhaafd. Dat maakte de Goudsbloemgracht tot de smalste van de elf Jordaangrachten.
De herinnering aan deze gracht werd ook gewist: het resultaat van de demping ging Willemsstraat heten.
Het vers ging nog verder:

Zoo vestigt Amsterdam zijn grond
Een fiksche straat waar water stond
En Amstel's burgemeester Boot
Schept pleinen uit een moddersloot'
Tot heil van iedere burgerwoning
Lang leve Hij! Lang leve Neerlands koning!

Bij de demping van de Goudsbloemgracht werd, volgens een ooggetuige, gebruik gemaakt van een andere methode dan bij de latere dempingen. Bij deze latere dempingen werd zand aangevoerd en gedumpt tussen de beide wallen van de gracht en zo het water weggedrukt. Bij de Goudsbloemgracht werd echter eerst het water weggepompt, waarna de open gekomen greppel gevuld werd. Onderstaande foto: Wikimedia


1860-1861

De reden om de Anjeliersgracht te dempen hinkte op twee gedachten. Het begon om gezondheidsredenen, net als de Goudsbloemgracht. De Anjeliersgracht was veel ruimer uitgelegd, zodat zij als tweede plan een rol kreeg in de alternatieve verkeersdoorbraak i.p.v. de op handen zijnde Raadhuisstraat-Rozengracht. Dat alternatieve plan omvatte een doorbraak vanaf de Oudebrugsteeg naar de Blauwburgwal, Herenstraat en Prinsenstraat. Het werd door de grote hoeveelheid te slopen bebouwing in het oudste gedeelte van de stad afgeschoten. De Anjeliersgracht werd toch als tweede gedempt. Ook deze gracht kreeg een andere naam: Westerstraat. Het was in 1862, toen zij voor verkeer vrijgegeven werd, de breedste straat in de stad. De stad had zich het project het gigantische bedrag van ƒ80.000,- laten kosten. Dit was meteen het einde van de eerste dempingsgolf. Volgende week verder!

Alle afbeeldingen: Stadsarchief Amsterdam

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 14 februari 1916 - Koningin Wilhelmina komt met haar dochter Juliana voor een vijfdaags bezoek naar Amsterdam en neemt haar intrek in het paleis op de Dam. Diezelfde dag nog bezoekt zij enkele opvanglocaties in de stad en in Buiksloot, Nieuwendam en Schellingwoude. Op 15 februari bezoekt Wilhelmina het panoramagebouw in de Plantage waar een speciaal aan de watersnood gewijde tentoonstelling is ingericht. Op 16 februari, tijdens haar bezoek, zal opnieuw een hevige storm nieuwe dijken doen doorbreken en zullen opnieuw mensen verdrinken. Alle geplande bezoeken voor die dag worden uitgesteld. De dag erop bezoekt ze Alkmaar en Purmerend en daarna ontvangt ze op het paleis de dames die de kledinguitdeling aan watersnoodslachtoffers hebben georganiseerd en uitgevoerd. Op vrijdag de 18de, de laatste dag, bezocht de koningin opnieuw enkele opvanghuizen op Herengracht 196 en Singel 340. Daarna vertrekt ze naar Den Haag. Hendrik is tezelfdertijd in Amsterdam voor een vergadering van de Nederlandsche Padvindersorganisatie, waar hij zich sinds 1915 intensief mee bemoeit. Foto: wereldoorlog1418.nl

Koningin Wilhelmina had het maar moeilijk met alle tegenslag voor haar en haar land. Hendrik schreef zijn moeder dat hij zich zorgen maakte over zijn vrouw, dat ze 's morgens vermoeider opstond dan ze de avond ervoor naar bed was gegaan. Dat hijzelf deel uitmaakte van de zorgen van Wilhelmina negeerde hij.
Toen de koningin hoorde dat er in de stormnacht in januari een meisje was geboren riep ze uit: "Dan wordt dat mijn petekind!" en liet de moeder een wieg en kleertjes bezorgen. Dat deed ze later nog een keer en opnieuw was het een meisje. Maanden later zou Wilhelmina de streek nog eens bezoeken om de herstel-werkzaamheden te bekijken.
Op de foto de nieuwe hulpdam achter de doorgebroken dijk bij Zuiderwoude. Foto: ONH

Zaterdag 19 februari 1916 - Vandaag wordt H.P.Berlage 60 jaar en die speciale dag heeft B&W van Amsterdam uitgekozen om zijn definitieve Uitbreidingsplan-Zuid te publiceren. Berlage had in 1904 al eens een plan ingediend dat misschien wonderschoon was maar onbetaalbaar. In 1914 diende Berlage een veel soberder plan in dat meer kansen bood om uitgevoerd te worden. Het college had duidelijk geen haast en dat zal wel met de oorlog te maken hebben gehad. Vandaar dat de publicatie pas in 1916 plaatsvond. Het werd ook nog 1917 voor de Raad het plan goedkeurde, maar toen kon de uitleg ook van start gaan. Het werd toch nog 1925 voor alle wijken gereed waren. Die pikten daarmee de vruchten van de Amsterdamse School mee, wat een paar briljante architectonische hoogstandjes opleverde. Plan-Zuid omvatte de Rivierenbuurt, de Nieuwe Pijp, de Apollobuurt en de Stadionbuurt. Niet alles is volgens het boven afgebeelde plan uitgevoerd, zoals de Stadionbuurt die in het teken van de Olympische Spelen van 1928 kwam te staan. Zie voor het hele plan en de uitvoering daarvan Wikipedia. Bovenstaande afbeelding: Wikimedia

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2016. De keuze '2015' leidt naar de laatste aflevering van 2015, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2015 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07          

Wilt u zelf ook eens grasduinen in een kwart miljoen afbeeldingen van Amsterdam? Bezoek het Stadsarchief Amsterdam online.

 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave