weekblad-logo

week 41-2017

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de vraag van vorige week was Anneke Huijser. De nieuwe opgave komt dus van haar. De vraag is:

Welke straat is dit?
Waar staat de fotograaf?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Er komen best een flink aantal gebouwen met zo'n fronton in aanmerking. U moest wel inzoomen op het beeldhouwwerk in de fronton om de gekruiste ankers van de Admiraliteit te ontdekken om een hint te krijgen welk van alle mogelijke gebouwen in aanmerking kwam. We kijken hier naar een afgeleefde voorgevel van wat ooit de Compagnieslijnbaan was. Die stond aan de Oostenburgergracht en draagt nu het huisnummer 77. De foto zal kort na 1887 gemaakt zijn omdat toen kopgebouw en achterliggende lijnbanen gesloten werden.
Er bestaat een voortdurende verwarring welke lijnbaan dit nu betreft. Hier zien we in de timpaan toch duidelijk het wapen van de Admiraliteit terwijl na de restauratie door A.A.Kok in 1949-'50 dit vervangen is door dat van de VOC kamer Amsterdam. Toch is dat laatste wapen het juiste. Oude prenten, o.a. uit Commelin's stadbeschrijving (onder), tonen dat het grote kopgebouw dat van de VOC was en het kleinere met de trapeziumgevel van de Admiraliteit. In 1795 ging de VOC failliet maar echt geëfectueerd werd dat pas tijdens de beginjaren van het Koninkrijk. In 1820 werden terrein en gebouwen door de Koninklijke Marine in gebruik genomen en werd het admiraliteitswapen over dat van de VOC geplaatst (foto).

Foto: Stadsarchief Amsterdam

En dan nog de laatste vraag van Robert: vandaag fungeert het gebouw als Werkspoormuseum en dat bezochten we o.a. tijdens de ercursie waarover we het hierboven hadden. Het museum is voorlopig alleen op afspraak open.

Wanneer u de herkomst van het symbool met de twee gekruiste ankers wilt weten kijkt u naar de site Symbolen van de Nederlandse Zeestrijdkrachten. Klikt u op "de Gekruiste Ankers". Daarin leert u minimaal dat behalve door de Admiraliteit tijdens de Republiek dit symbool ook nog hier en daar door de Koniklijke Marine gebruikt wordt.

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Anna Denekamp, Hans Goedhart, Ria Scharn, Jan van der Hoeve, Han Mannaert, Hans van Efferen, Arjen Lobach, Jos Mol en Anthony Kolder.

Fotoquiz: Dolf's keuze

Het kan niet missen, we vliegen hier buiten de Singelgracht. Maar het is hier nog steeds erg Amsterdams.
De vragen zijn:

Welke buurt komt hier in beeld?
Welke waterloop slingert door het beeld?
Waartoe gaat het dijklichaam dienen?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: webmasters keuze

In 1890 begon de bouw van het nieuwe hoofd-postkantoor aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Dat zou tot 1899 gaan duren en dus moest er een noodvoorziening komen. Die werd gevonden op het Damrak, waar deze verzameling barakken werd neergezet. Slimme deelnemers ontdekten op de zijwand van de voorste barak de tekst "Pakketpost" en hadden zo snel het antwoord op deze vraag: tijdelijk postkantoor. Het stond er van 1890 t/m 1899. De foto zou van 1897 zijn.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Anneke Huijser, Hans Goedhart, Robert Raat, Ria Scharn en Arjen Lobach.

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Doe geen moeite dit stadsbeeld te zoeken. De huizen bestaan niet meer en de steeg alleen nog in naam.
De vragen zijn:

Waar was dit?
Welke steeg kwam hier uit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Dat de foto in spiegelbeeld in de Beeldbank staat vonden we niet zo geweldig. We hebben hem voor de quiz omgedraaid maar dan zou de tekst boven de deur leesbaar zijn geworden. Daarom hebben we die vervaagd omdat er dan niets meer te raden overbleef. Er stond namelijk: 's Konings Paviljoen.
Het gebouw stond ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1883 op het terrein achter het Rijksmuseum, toen in aanbouw, opening 1885. Alle bouwsels daar waren tijdelijk en soms van aan elkaar gekoppelde houten keten samengesteld, maar dan steeds fraai gedecoreerd aan de buitenkant. Zo ook dit paviljoen.
Op de tekenig in vogelvlucht-perspectief het hoofdgebouw in het verlengde van de doorgang onder het Rijksmuseum en rechts nog even het koninklijk paviljoen. De rokende schoorsteen linksachter hoort bij de Waskaarsenfabriek aan de Boerenwetering. Van het Concertgebouw (opening 1888) nog geen spoor. De tentoonstelling opende op 1 mei en sloot op 31 oktober 1883. De officiële naam was Exposition Universelle Coloniale et d'Exposition Générale, of op zijn Nederlands: Internationale, Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling.

We hebben het nog even nagekeken en vastgesteld dat ná de sluiting van de tentoonstelling en ná voltooing van het Rijksmuseum het terrein erachter in 1886 in gebruik genomen werd door de Amsterdamsche Sportclub, een initiatief van G.D. baron De Salis. De activiteiten bestonden uit harddraverijen, wedrennen, atletiekwedstrijden, spelen, enz. In de wintermaanden werd een deel van het terrein onder water gezet om een ijbaan te creëren.
Dit hele verhaal om duidelijk te maken dat er toen nog niet over het IJsclubterrein gesproken werd. Niet dat we dat fout gerekend hebben.
Het Paviljoen des Konings wordt op de plattegrond links aangegeven met een rode pijl. Op die plattegrond vallen een paar dingen op. Vorige week hadden we het over de annexatie van een deel van Nieuwer-Amstel. Dat moest ten tijde van de wereldtentoonstelling van 1883 nog gebeuren. Daarom reikte het terrein precies tot aan de stadsgrens en was er nog geen sprake van straten op het terrein. De Van Baerlestraat hield op bij de P.C.Hooftstraat en het Stedelijk Museum was nog niet gebouwd. Wel zien we de gegraven Hobbema- en Paulus Potterkade van de Singelgracht naar de Boerenwetering. Die gracht werd in 1893 weer gedempt en de naam Hobbemakade ging over op de westelijke oever van de Boerenwetering die tot 1893 ook Ruysdaelkade heette, net als de overkant nu nog steeds.

Foto genomen vanaf de ingang Van Baerlestraat, op de plattegrond helemaal rechtsboven; de bezoekers liepen meteen in de horeca-fuik rond de muziekkiosk; de fles was een kiosk van Brouwerij De Amersfoortse; links het paviljoentje van Algerije.
Er waren meer ingangen maar die op de Stadhouderskade bij het Rijksmuseum was gereserveerd voor hoge gasten.
De foto's van de diverse paviljoens laat een aankleding zien die ons onmogelijk en armoedig voorkomt. Op latere grootschalige tentoonstellingen werd dat elke keer wat beter.

Zonder enige gêne kon een land toen nog pronken met zijn kolonies zoals hier het paviljoen met een Nederlandse koloniale opstelling. Het kon nog veel erger; elders op het terrein was een Surinaams dorp nagebouwd waarvoor per schip tientallen inlanders als "bewoners" aangevoerd waren.

Deze foto werd gemaakt vanaf de Ruysdaelkade over de Boerenwetering. Rechts het hoofdgebouw met daarachter de landenpaviljoens en links het zgn. koloniale gebouw. Kolonialisme was toen nog geen scheldwoord.
De foto is kort voor de opening gemaakt, toen in lichte paniek zo'n 3.500 arbeiders zwoegden om voor de opening klaar te zijn. Dat lukte dus niet en pas gedurende de zomer kon men de groeiende bezoekersaantallen goed ontvangen.

Alle foto's komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam. De plattegrond komt uit de privéverzameling van Hans Ebberink

Wij vonden nog veel meer wetenswaardigs over de wereldtentoonstelling van 1883 en hebben daarom ook een PDF samengesteld met meer gegevens en meer afbeeldingen. Klik de omslag om te lezen.
Klik hier voor de printversie.

Goede oplossingen kwamen van Gerard Beerman, Anna Denekamp, Anneke Huijser, Hans Goedhart, Otto Meyer, Robert Raat, Ria Scharn, Jos Mol, Adrie de Koning, Hans van Efferen, Arjen Lobach,

Met de camera op pad...

In een verkoopakte van 1678 bedong de verkoper dat hij de toonbank uit de winkel en de figuur op de luifel mee mocht nemen. De gevelsteen zat "spijkervast", bleef daarom achter en zit er nog steeds.

Waar is deze gevelsteen te vinden? (+huisnummer)

Uw oplossing graag via deze link

Foto: VVAG

Foto van vorige week

Hier moest gewoon even nagedacht worden. De gracht is smal dus geen hoofdgracht maar een dwarsgracht. Daar zijn er niet veel van en dan blijft niet anders over dan uit te zoeken welke dwarsgracht eindigt waar aan de overkant een straat in het verlengde van de linker oever verder gaat. Dan kom je - als je enkele vergelijkbare situaties kunt uitsluiten - op de Blauwburgwal uit.

Goede oplossingen kwamen van Robert Raat, Anneke Huijser, Ria Scharn, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Hans van Efferen en Jos Mol.

Hulp gevraagd

Fons Baede heeft een open oog voor zijn woonomgeving: Oostenburg. Hij woont in een der laatste gebouwen die overbleven van de beroemde VOC-werf. Deelnemers aan de door hem geleide excursie (begin dit jaar) weten daar alles van. Nu stootte hij op een fraaie aquarel die Jan Spaan in 1765 maakte vanaf het Funen. Het Nieuwe Zeemagazijn en het pakhuis waarin hij nu woont staan helemaal rechts en in het midden één van de twee vuilwatermolens aan het Funen. Daar tussenin, net rechts van de stelling van de voorste molen, ziet hij een bouwwerk dat hij niet thuis kan brengen, een dak met twee staken of smalle torens (zie rode pijl). Beiden kunnen ook geheel los van elkaar staan en alleen door het perspectief samenvallen. Weet u wat dit is/was? Laat het ons weten via deze link.

Herinnert u zich deze nog?

de Pompbediende - door Jos Mol en Adrie de Koning

Vroeger waren alle benzinepompen bemand. De rol van de pompbediende was primair om te zorgen dat de auto's en motoren van brandstof werden voorzien. Mijn schoonvader, Joop Knaap, werkte vroeger  bij het benzinestation van Maurice Nuisker, daarvoor van zijn vader Maup (de bokser) aan de Weesperzijde 55-58 (vlak bij de 1e Oosterparkstraat). Hij werkte er niet alleen; kinderen en schoonzoons waren er regelmatig te vinden om een zakcentje bij te verdienen. Dit soort kneuterige garages met benzinepompen ziet men in Amsterdam nauwelijks meer. 
Hoe zag het benzine-complex eruit?
De benzine en diesel waren de hoofdinkomsten van de pompbediende, maar daarnaast werden er ook banden geplakt, olie ververst, gedestilleerd water aan de accu's toegevoegd, de ramen gewassen en wat dies meer zij. De brommer- en scooterrijders hadden een speciale mengpomp. Daarin werden eerst benzine en olie gemengd in een verhouding 10:1, de benodigde mengsmering met de hand opgepompt en overgeheveld naar het voertuig (op de foto staat er uiterst links een mengpomp). Bij de garage hoorde ook een grote loods die als stalling diende voor de autobussen van Van Ammers en Van Nood en de vrachtwagens van C&A. Naast het pompstation waren er diverse bedrijven gevestigd rondom Nuisker. Zo had je daar Willem Benoit's zaak bekend als WiMa (Willem en Marta), die Renault auto's kocht, ze 'opknapten' en weer doorverkocht. Even verderop werkte een autospuiter genaamd Dolf Niessen, die de deuken in Amerikaanse auto's volstopte met 'rattapaille' (een soort kunsthars), ze vervolgens gladschuurde en van een nieuwe 'verflaag' voorzag. Hij was bovendien een fanatieke lange afstandstippelaar. Ook zaten er mannen die uitsluitend Lelijke Eendjes repareerden en verhandelden. Achter de garage waren ook champignonkwekerijen. Het gebied werd daarom ook wel 'De Grot' genoemd.
Je maakte wel van alles mee
Adrie en ik studeerden nog en we werkten regelmatig 's avonds bij Nuisker. In de beginperiode wist ik natuurlijk van toeten noch blazen. Op een avond kwam een vrachtwagen vol japonnen van C&A, een paar honderd liter diesel 'innemen'. De driver schreeuwde Jos toe: 'vol diesel' onder het gelijktijdig afschroeven van de tankdop (althans dat dacht ik). Toen ik net de dieselpomp wilde aanzetten kwam de driver al schreeuwende 'nee eikel, niet spuiten' naar buiten. Hij had niet de tankdop afgeschroefd, maar de dop van de koelvloeistof..... Alle begin in moeilijk. We mochten wel enkele liters meer diesel opvoeren, die we dan weer verkochten! Er kwam steeds meer vraag naar dubbel gedestilleerd water (ddH2O). Op een gegeven moment was het gedestilleerd water op. Goede raad was duur. We hebben toen doodleuk kraanwater in de Wegenwacht flessen gestort en verkocht als ddH2O. Maurice Nuisker hield wel van show, zo was hij in 1961 Wereldkampioen Accordeon spelen geworden. Toen hij wat ouder werd kocht hij een Mercedes 190 SLC sport met open dak, waar hij de blits mee maakte. 
Tegenwoordig is er aan de Weesperzijde 55-58 niets meer terug te vinden van de voormalige bedrijvigheid! Op de plaats van het automobielbedrijf staan nu een school, een moskee en woningen. Zijn er mensen die de garage van Maurice Nuisker en Joop Knaap gekend hebben, grijp de pen dan en schrijf de redactie. 

Deze bijdrage van Jos Mol werd eerder in de Amsterdamsekrant (v.m. Oud-Amsterdammer) gepubliceerd en is met toestemming van die krant ook door ons opgenomen.

en dan nog even over...

...de scheepstrekker van Jos Mol
Daar konden we de klok op gelijk zetten, op het commentaar van Pieter Klein, de webmaster van Binnenvaarttaal. Scheepstrekkers bestaan niet, in elk geval volgens Van Dale niet. De juiste term voor de activiteit heet "jagen" en langs de vele vaarten en kanalen lagen daarvoor speciale "jaagpaden". Tussen deze paden en de vaarweg ontbraken - zoveel als mogelijk was - obstakels als bomen, palen, huizen en andere bouwsels. Als er een bocht in de vaarweg zat, waren voorzieningen nodig zoals rollen waarlangs het touw geleid kon worden. Jacob Olie maakte daar nog een prachtige foto van, die we u niet willen onthouden.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Ook Carol de Vries klom naar aanleiding van Jos' stukje in de pen. Carol heeft zijn werkzame leven in zijn tagrijn op Singel 2A gewerkt en verkeerde constant tussen binnenvaarders. Om te beginnen kwam hij met dezelfde opmerking over het niet bestaan van de scheepstrekker. Ook hij weet te vertellen dat dit "jagen" heet en dat het tuig dat de jager om had de "zeel" was. In 2000 heeft hij de laatste zelen van Vriese makelij in de vuilnisbak gegooid, bij gebrek aan kopers. De term cargadoor ontlokt hem de herinnering aan het bedrijf Cornelder, dat van Amsterdam de belangrijkste koffie-overslagplaats ter wereld maakte.

Op de foto: zo kan 't ook, het zware werk door paarden laten doen

Hijsraderen

Carol mijmerde nog even verder en kwam met "eindeloze stroppen" op de proppen waarvan hij er meer dan honderd gemaakt en verkocht heeft. Dat vergt wat extra uitleg en omdat wij daar toch t.z.t. een item over wilden maken dan nu meteen maar.
Iedereen kent wel het typische Amsterdamse fenomeen van de hijsbalk. In zijn eenvoudigste vorm is dat een balk die aan de nokbalk bevestigd is en buiten de gevel uitsteekt. Daarin is een haak bevestigd waaraan touw-en-blok gehangen kunnen worden. Aan een kant van het touw de vracht en aan de andere één of meer mannen die trekken. Dat is een één-op-één takel: de trekkracht moet minimaal zo groot zijn als het gewicht van de vracht. Eigen foto Singel 2

Dat het ook met minder inspanning kan bewijzen nog enkele hijsinstallaties in pakhuizen in de stad, waarvan Carols eigen Singel 2 een voorbeeld is. Dat komt voor in de PDF over de Haarlemmerbuurt (pp.11-12; foto boven). Een groot rad met een as waarop met vele windingen een touw is bevestigd doet het zware werk. Als het wiel ook nog vastgezet kan worden hoeft, als de vracht voor de juiste zolderdeur aangekomen is, geen blijvende kracht uitgeoefend te worden om de vracht op z'n plaats te houden. Over het wiel nu loopt een tweede touw, de bewuste eindeloze strop. Door de windingen van het touw heeft het goed grip door de ijzeren gaffels op het wiel.
We treffen deze raderen aan in twee typen: evenwijdig lopend aan de gevel en dwars daarop, zoals beide foto's.

Foto van het hijsrad van het West-Indisch pakhuis 's-Gravenhekje; bron: Wikipedia

Omdat een pakhuis meerdere zolders heeft (elke verdieping van een pakhuis heet "zolder") gaat het touw door een gat in de vloer (zie pijl op de foto hierboven) en is de lus zo groot dat het op elke verdieping bediend kan worden. Op het laagste punt gaat het touw weer terug naar het hijsrad. Zoals gezegd kan nu een vracht op elke gewenste verdieping gehesen worden door personeel dat op diezelfde verdieping staat en precies de juiste hoogte kan bepalen. Wij hopen dat het schema (van Singel 2) laat zien hoe het werkt.

Tekening: architectenbureau Sierhuis, zoals die voorkomt in het boekje "Singel 2" van J.Sisselaar (2010)

Bij het type hijsrad dat evenwijdig aan de gevel hangt, steekt de as met touwwindingen buiten de gevel. Omdat dit kwetsbaar is voor weer-en-wind is het buitenstekende deel afgedekt met een kast of huif. Op de foto hiernaast de installatie van de VOC-pakhuizen op de Prins Hendrikkade 176.
Door de windingen bij het ophijsen naar buiten toe op te laten lopen blijft de vracht steeds op afstand van de op vlucht gebouwde voorgevel.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Column: Tryn van Hamborg

p 30 december 1617 wordt avonturierster, dievegge en zedendelinquent Trijn Pieters in Amsterdam opgehangen. Daarna wordt ze op de Volewijck nog een keer opgehangen, zoals dat in die dagen gebruikelijk is. Ze is het niet eens met het vonnis, kijft als een bezetene  en spuugt de beul midden in zijn gezicht.
Waar Trijn vandaan komt is helemaal niet zeker. Zelf geeft ze aan uit Bruinsbetel te komen, wat later uitgelegd zal worden als Brunsbüttel bij Hamburg. Trijn duikt in Amsterdam voor ’t eerst op in procesakte van 1606 als zij voor drie jaar uit de stad verbannen wordt wegens diefstal. Dat hebben de omringende steden geweten! Ze wordt twintig maal gearresteerd in Hollandse steden en een keer in Middelburg. Ze wordt meerdere keren gegeseld en vijfmaal gebrandmerkt. In 1612, inmiddels weer in Amsterdam, worden haar beide oren afgesneden.
Als Trijn even de kans ziet, zorgt ze dat ze zwanger is tegen de tijd dat ze gegeseld zal worden. Dan mag de overheid n amelijk geen lijfstraffen toepassen. Een keer heeft ze een kind in gevangenschap ter wereld gebracht maar hoe de andere zeven zwangerschappen eindigen is niet bekend.

In 1617 pleegt zij met enkele kompanen een inbraak in een deftig huis en steelt waardevolle kledingstukken en goederen. Daarbij lopen ze tegen de lamp en worden veroordeeld. Trijn heeft het in haar korte leven zo bont gemaakt dat ze ter dood wordt veroordeeld.

Amsterdammers zijn stiekem verzot op schelmen en Trijn Pieters' leven wordt tot een legende. Ze ligt zo lekker in de markt dat de rederijkerskamer In Liefde Bloeyend de klucht Tryn van Hamborg op de planken brengt met als thema een gefingeerde juwelendiefstal. Dat wordt in 1627 ook nog eens in druk uitgebracht. Kan je nagaan!

Deze week honderd jaar geleden

De Egyptische oogziekte, beter bekend als trachoom, was met Franse soldaten naar Europa gebracht en had zijn weg gevonden naar de Amsterdamse jodenbuurt. Nadat in 1906 de verwekker van de zeer besmettelijke aandoening gevonden was, werd een behandelwijze ontwikkeld. Zulke haarden van besmetting hadden steeds iets te maken met armoedige omstandigheden en gebrek aan hygiëne. Het Binnengasthuis speelde een leidende rol in dat onderzoek, maar tegenstrijdige meningen voorkwamen dat de juiste maatregelen genomen waren. Wel was in 1874 de ooglijderskliniek in de Spinozastraat geopend. In 1914 had Amsterdam een onderzoekscommissie onder voorzitterschap van Straub en na diens overlijden in 1916 Zeeman ingesteld om te onderzoeken hoe trachoom het beste bestreden kon worden. In 1917 bracht deze commissie rapport uit: tussen 3500 en 4000 inwoners van de stad leden aan trachoom en de meesten woonden in de Jodenbuurt. Op woensdag 10 oktober besloot de Gemeenteraad dat er een polikliniek voor trachoomlijders zal komen. Omdat de aandoening vaak bij jonge kinderen al optreed, kwam het accent te liggen op schoolonderzoek. De bacteriële aandoening bleek redelijk eenvoudig te genezen en nog makkelijker te voorkomen.

Woensdag 10 oktober 1917 - De Gemeenteraad was toch bezig met spraakmakende beslissingen en nam het besluit dat onderwijzeressen op openbare lagere scholen bij een eventueel huwelijk niet meer automatisch ontslagen worden. Jarenlang is hiervoor gestreden en eindelijk hebben ze hun zin gekregen.

Woensdag 10 oktober 1917 - Of dat nog niet genoeg is neemt de Gemeenteraad het besluit Amsterdam-Noord "droog te leggen". Dat betekend dat er boven het IJ geen alkoholhoudende drank verkocht mag worden. Op dat moment zijn er alleen nog noodwoningen in de Buiksloterham en drankbestrijding is van dag één nodig.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2017. De keuze 2016, 2015 of 2014 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09
wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44 wk45
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave