weekblad-logo

week 40-2017

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de vraag van vorige week was Robert Raat. De nieuwe opgave komt dus van hem. De vragen zijn:

Waar is dit?
Wie gebruikt het nu?
Wat is de huidige functie/doel van het gebouw?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Deze voor een achteraf-straatje toch wel verrassende rij gevels staat in de Buiten Brouwersstraat en dat doen ze nog steeds, zoals de Street View hieronder laat zien. Van rechts naar links de huisnummers 2, 4, 6, 8, enzovoort. De jaartalsteen in de top van nr.2 luidt 1732.
Het markante pakhuis Haarlemmer Houttuinen v.m. nr.37 bleef buiten beeld, net als de RK kerk De Posthoorn. Ja, dan had u het wel geweten.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Robert Raat, Arjen Lobach, Willem Blok, Hans van Efferen en Ria Scharn.

Fotoquiz: Webmasters's keuze

Waar dit is zal niet moeilijk zijn, maar dat is dan ook niet de vraag. Op de foto is een verzameling barakken het onderwerp en wij willen graag van u weten waarom en wanneer die hier zijn neergezet.

Waarom staan deze barakken hier?
Weet u ook wanneer dat was?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing Maaike's keuze

Omdat we zo zelden van deze kant komen is dit beeld heel ongewoon. Prima quizfoto dus!

De fotograaf stond op de Nieuwmarkt achter het Waaggebouw ter hoogte van de Bloedstraat en keek richting Zeedijk. Die laatste straat wordt vanuit die gezichtshoek afgedekt door de vooruitspringende bebouwing van de Monnikenstraat. Helemaal rechts op de foto komt ook de Geldersekade net niet in beeld. De Bols-reclame staat op pand Geldersekade 132 en de Hero-reclame op Monnikenstraat 27-29. Het café in het midden van de foto is de zijkant van Zeedijk 138. De bovenwoningen hebben een eigen nummer 4A op de Nieuwmarkt gekregen. De Amstelreclame (links) hangt aan Nieuwmarkt 6.

Het Middeleeuwse warrige stratenpatroon was de noodzakelijke hint voor een aantal deelnemers.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Menno van Ham, Fanta Voord, Arjen Lobach, Peter Bastin, Adrie de Koning, Han Mannaert, Robert Raat, Jos Mol, Otto Meyer, Anneke Huijser, Ton Brosse, Ria Scharn, Minne Dijstra, Hans van Efferen, Ton Hupkens, Jan Snijders en Anthony Kolder.

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Ondanks dat dit gebouw er ogenschijnlijk heel solide uitziet heeft het maar korte tijd in onze stad gestaan. Wij moeten u er wel bij zeggen dat dit gebouw buiten de Singelgracht stond.

Waar stond het?
Ter gelegenheid waarvan is het er neergezet?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Op de Oudezijds Achterburgwal 52-54 staat dit fraaie dubbelpakhuis uit 1685 met de eveneens fraaie naam God is myn burgh. Vandaag herbergt nr.54 het Erotic Museum en kan je op nr.52 kamers huren. Vast niet per week of per maand.
Het pakhuis nr.52 heeft een verbinding met Oudezijds Voorburgwal 65 dat een gevelsteen met dezelfde tekst draagt. Alleen staat daar geen zeilschip op.

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Kees Huyser, Anna Denekamp, Adrie de Koning, Jos Mol, Hans van Efferen, Robert Raat, Ria Scharn en Anthony Kolder.

Met de camera op pad...

Kijken of u deze gracht ook herkent met deze jonge aanplant.

Welke gracht is dit?

Uw oplossing graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

We werken van vandaag naar het verleden. We staan op de Kloveniersburgwal en kijken aan de overkant het Rusland in. Vandaag is het gebouw op de hoek een dependance van het Radisson Hotel, verderop in het Rusland. In het gebouw "Het Wapen van Amsterdam" kwamen 70 kamers met allerlei voorzieningen voor zakelijke conferenties e.d. Tussen de hoofdvestiging aan de overkant en deze dependance loopt een tunnel. SAS heeft naar zeggen ƒ75 miljoen aan de verbouwing gespendeerd. De opening was in 1990.

Van 1942 tot 1987 was het gebouw Het Wapen van Amsterdam het domein van papiergroothandel Proost&Brandt. Deze combinatie was voortgekomen uit de bijbel-, boekdruk- en inbindactiviteiten van de firma's Brandt en later Proost in hetzelfde gebouw. In die periode werd het dak vervangen door dat wat op de quizfoto te zien is en dat opeens plaats bood aan twee volwaardige kantoorverdiepingen (en de kantine; foto). In 1984 besloot de firma te verhuizen naar Diemen, wat in 1987 eindelijk werd geëffectueerd. De directie die de activiteiten in 1942 voortzette, waren nazaten van de grondleggers van de combinatie.

In 1942 herdachten de 500 personeelsleden van de firma P. Proost & Zn dat het 300 jaar geleden was dat de oprichter van het bedrijf, de Duitser Hendrik Brandt, de poorterseed in Amsterdam aflegde en in de Warmoesstraat zijn boekbinderij en kerk-boekhandel opzette. Hij nam zijn oomzegger Joannes Brandt in de zaak, die deze vanaf 1814 voortzette als J. Brandt & Zn. Hij was het die als nevenactiviteit begon met de verkoop van papier, aanvankelijk bijbeldruk, d.i. een heel dunne maar sterke papiersoort (±60-65g/m2) voor het drukken van hanteerbare bijbels met meer dan 1000 pagina's. In 1823 kwam een schoonzoon van Joannes in de zaak, de Leeuwarder Pieter Proost, die na de dood van Joannes het roer overnam. In 1848 wijzigde de firmanaam opnieuw en nu in P. Proost & Zn. In 1870 nam de firma het pand aan het Rusland in gebruik, nadat het logement Het Wapen van Amsterdam op die stek failliet was gegaan. Op de foto uit 1910 hierboven zien we dat de dubbele ingang aan de burgwal gewijzigd is. Het dak verkeert dan in een tussenstaat.

In 1758 kocht Gerrit Braamcamp de twee brouwerijpanden tussen Rusland en Slijkstraat. Hij liet ze grondig verbouwen tot een groot logement. Het ging in 1771 open, telde 30 kamers en stak al snel het chique Oudezijds Heerenlogement naar de kroon.
Op het schilderij links fantaseert de kunstenaar Jan Spaan al in 1767 over de hoge gasten die binnenkort hier zullen neerstrijken. Voor beide ingangen komen koetsen aan om gasten af te leveren, één zelfs met zes paarden ervoor (prins of nog hoger!). Bovendien zou er een steiger zijn om over water te arriveren. Wat opvalt is dat er twee ingangen aan de Kloveniersburgwal waren.

Een maand na opening van het etablissement overlijdt Braamcamp en zijn zetbaas Reynier Welters moet de zaak alleen runnen. Welters was tot 1771 logementhouder van Het Rondeel geweest, dat gestopt moest worden wegens bouwvalligheid.
In 1809 zien we het logement aangeprezen als luxe verblijf voor veeleisende gasten. Men houdt ook "open tafel" wat waarschijnlijk betekent dat het restaurant ook niet-residente gasten ontvangt. Onder de gasten telt men daadwerkelijk vorstelijke personen, bijv. in 1781 Zijne Keizerlijke Majesteit Josephus II, die incognito reist als Graaf van Falkenstein. Er worden ook veilingen gehouden
van manufacturen, porceleinen, pendules, goud- en zilverwerken.

 

In 1608 worden vier huizen aan de Kluyveniers Kay tussen 't Ruslandt en de Slijkstraat op naam gesteld van Hendrik Willemsz Brouwer, die er een rosmolen voor "brouwkoren" (gerst) wil vestigen. In 1622 wordt voor dezelfde locatie Abraham Jansz. vermeld als brouwer van Het Amsterdamsche Wapen. Die wordt in 1627 opgevolgd door Jan Jacobsz. Granaat. Zij zijn beiden pachter of zetbaas, want H.W.Brouwer blijft eigenaar van het complex tot de verkoop in 1631. Daarna volgen in hoog tempo nieuwe eigenaren elkaar op, waarvan menigeen het complex weet uit te breiden door aankoop van naburige percelen.
Op de tekening hierboven historiseert Gerrit Lamberts op het thema brouwerij. Over de weg loopt een watergoot van gracht naar brouwerij en voor de wal ligt een waterschip. Daarop staan twee knechts het water op te pompen naar de watertank aan het begin van de goot. Op de kaart van Balhasar Florisz in de versie van 1647 staat de brouwerij met zijn walinrichting afgebeeld.
De kaart van Pieter Bast van 1597 laat zien dat op deze plek dan drie huisjes aan de burgwal staan. Op de kaart van Cornelis Anthonisz van 1544 tenslotte is dit nog gebied van kloosters. 't Rusland is dan de scheiding tussen het St.Ursulaklooster en dat van de Oude Nonnen.

Goede oplossingen kwamen van Gerard Beerman, Adrie de Koning, Robert Raat, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Kees Huyser, Han Mannaert, Jos Mol, Robert Raat, Ria Scharn, Hans van Efferen, Otto Meyer, Hans Goedhart en Anthony Kolder.

Op de foto het deurfries boven de ingang in het Rusland.

Herinnert u zich deze nog?

Scheeps- en bruggentrekkers - door Jos Mol

Scheepstrekkers komt men nergens meer tegen. Toch is er een tijd geweest dat twee mensen (meestal grote kinderen) aan een lang touw de vrachtboot langzaam over het water trokken. Het touw werd middels een stevige band om het lichaam bevestigd en middels pure mankracht werd het schip in beweging gebracht!. Als trekker konden ook paarden, ezels en ossen dienst doen. Met de schepen werden zowel personen verplaatst alsmede vrachtscheepvaart bedreven. Dit soort schepen verdween uit het zicht met de opkomst van de motorboten.

Bruggentrekkers, die ook wel ''kar-ga-door'' in de volksmond werden genoemd, trokken voor een vergoeding van een paar centen zware karren over de steile bruggen, die over de Amsterdamse grachten lagen in de stad. Aan de voor- en achterkant liep een bruggentrekker met een flink stuk touw. De voorste trekker trok de kar ophoog, de achterste liet hem naar beneden rijden. De houten kar die over de brug wordt getrokken was van de VAMI en vervoerder onder andere yoghurt (de brug is de Magere Brug over de Amstel). 

De term ''cargadoor'' wordt eigenlijk gebruikt voor de scheepsmakelaar, als tussenpersoon die betrokken was bij het laden en lossen van schepen. Je kunt het wel aan Amsterdammers overlaten om de link met de bruggentrekker te leggen.

Deze bijdrage van Jos Mol werd eerder in de Amsterdamsekrant (v.m. Oud-Amsterdammer) gepubliceerd en is met toestemming van die krant ook door ons opgenomen.

Annexatie Nieuwer-Amstel 1896

In 1795 ontstond de Bataafse Republiek en dat betekende het einde van heel veel heel oude instellingen. Eén daarvan was de opheffing van alle ambachtsheerlijkheden. In één klap was Amsterdam zijn greep op het achterland kwijt en Nieuwer-Amstel bijvoorbeeld weer heer en meester binnen zijn grenzen. Amsterdam deed er alles aan om die invloed weer terug te krijgen maar dat duurde totdat de Fransen in 1813 weer uit het land gejaagd werden. Helemaal terug naar het oude was echter ondenkbaar; Den Haag wilde een dikke vinger in de Nederlandse pap hebben. Van stadstaten, zoals Amsterdam geweest was, wilde men niets meer weten.

Op de afbeelding links de symbolische band tussen de ambachtsheerlijkheden Amsterdam, Amsterveen (Nieuwer-Amstel), Ouderkerk, Sloten, Sloterdijk en Diemen. Zo innig verstrengeld als op de afbeelding waren ze vast en zeker niet.

Door de effecten van de - laat ingetreden - industriële revolutie groeide Amsterdam als kool. Binnen de Singelgracht was voor die toewas geen ruimte dus begon men in de voormalige stadsvrijheid massaal huizen te bouwen (De Pijp). Door de Gemeentewet van 1851 waren die oude grenzen globaal overgenomen, zulks in overleg met beide partijen. Die grens verliep daarna uiterst grillig, veroorzaakt door stukken die óf Nieuwer-Amstel niet kwijt wilde (Overtoom) óf die Amsterdam niet bliefde (Waskaarsenfabriek). Praktijk werd dat bouwers zich niet precies aan die grenzen hielden en met volle medewerking van Nieuwer-Amstel "over de grens" bouwden (P.C.Hooftstraat, Concertgebouwbuurt). Het gevolg was dat menig Amsterdammer in zijn nieuwe huis opeens in Nieuwer-Amstel bleek te wonen. Hij voegde zich bij de vele Amsterdamse belastingvluchtelingen die in Nieuwer-Amstel een gunstiger klimaat aantroffen. Vooral de laatste groep zag met lede ogen de uitbreidingsplannen van Amsterdam aan.

Op de foto de Alexander Boersstraat, de ultieme grens tussen Amsterdam en Nieuwer-Amstel, voorheen de Verbindingsweg. Links de achterkant van de huizen aan de Van Baerlestraat, toen nog Houbrakenstraat

In 1867 begon Amsterdam te morrelen aan de gemeentegrens met Nieuwer-Amstel. Waarom juist die gemeente? Wel, hier was de meeste terreinwinst te behalen. Dan bleef er alleen een klein stukje Sloten en Diemen over.
Niet alleen hadden de inwoners van Nieuwer-Amstel geen trek om een flink deel van het grondgebied prijs te geven, ook de mooiste woonwijken lagen juist in dat gebied. En in die wijken juist oud-Amsterdammers die om diverse redenen niet terug wilden.

Annexatie..., Nieuwer-Amstel houdt de boot af (tek: SAA)

Volgens de nieuwe Gemeentewet van 1851 diende Gedeputeerde Staten zich te buigen over grenscorrecties. Amsterdam probeerde dat college waar ze niets van te verwachten hadden te omzeilen door direct de minister van Binnenlandse Zaken aan te schrijven. Die liet zich niet strikken en gaf de zaak terug om bij GS in te dienen. Dat Amsterdam van GS niets te verwachten had, bleek al snel. Ondanks geraffineerde drogredenen keurde GS een annexatie op de gronden die Amsterdam aanvoerde af. Waarmee schermde Amsterdam? Ze wilde een kanaal aanleggen tussen Schinkel en Amstel: het Amstelkanaal. Binnen de gemeentegrenzen was daar geen plaats voor en moest volgens Amsterdam gebeuren op het punt waar die waterwegen elkaar 't dichts naderden. Daarnaast wilde men de Overtoomsesluis naar het zuiden verplaatsten en de bottleneck binnen de stad verwijderen. En dat was allemaal grondgebied van Nieuwer-Amstel. GS vond echter dat kanaal en sluis best op grondgebied buiten Amsterdam kon komen, met hetzelfde effect. Ook argumenten dat het belangrijkste park van de stad, het Vondelpark, voor meer dan de helft over de grens lag, had GS geen begrip. In 1880 kwam GS met een voorstel dat beide gemeenten dienden te bespreken met alle belanghebbenden. In dat plan kreeg Amsterdam de ruimte om huizen te bouwen en bleef Nieuwer-Amstel redelijk ongeschonden.

Op de kaart het plan van GS, met in geel het deel van de polder dat Nieuwer-Amstel prijs moest geven; kaart: Nieuws van den Dag

Er volgde een vreselijk geharrewar over hoe de nieuwe grens er uit moest zien en drie wetsontwerpen waren nodig voor de kogel door de kerk was. Dat alles kostte ook nog eens meer dan 15 jaar. Nieuwer-Amstel bleef tegen welke grenscorrectie dan ook. Als er gecorrigeerd werd, verwachtte zij bovendien financiële compensatie. Daartegen had Amsterdam dan weer bezwaren. Het belangrijkste argument uit de polder was het verlies van 5600 van de 14600 inwoners (en belastingbetalers). Dat waren ook nog eens de rijkste inwoners van Nieuwer-Amstel. Dat dit van oorsprong hoofdzakelijk Amsterdammers waren vond Nieuwer-Amstel geen punt; het waren nú inwoners van haar gemeente!

Elke keer dat een wetsvoorstel teruggetrokken werd voor aanpassingen vierden ze in de polder feest; bron: SAA

Het beeld dat Nieuwer-Amstel wilde verbreiden, nl. dat alle inwoners als een blok achter de afwijzing stonden, was verkeerd. De gewone man had de stad dringend nodig voor aanvullende voorzieningen (winkels, edg.) en werk. Een flink deel van de bevolking reisde 's-morgens naar zijn werk in de stad of deed er zijn boodschappen. Ook B&W van Nieuwer-Amstel was helemaal niet zo afkerig van een grenswijziging, als er maar de juiste compensatie tegenover stond en de gemeente niet aan de bedelstaf kwam. In 1895 greep minister Van Houten (BiZa) in, hakte de knoop door en maakte zo een eind aan het geharrewar. Het resultaat was dramatsich voor Nieuwer-Amstel. De gemeentegrens kwam te liggen over de huidige Kennedylaan/Pr.Irenestraat en heel het deel oostelijk van de Amstel (Over-Amstelpolder) ging verloren. Het heeft nooit meer echt geboterd tussen Amsterdam en Nieuwer-Amstel, dat sinds 1964 Amstelveen heet.

Op de kaart in rood het gedeelte van Nieuwer-Amstel dat ingelijfd werd bij Amsterdam; bron HAGA

De Vereniging Historisch Amstelveen heeft zelf een boek uitgegeven over de hele gang van zaken en alle achtergronden: De Lusten en de Lasten (1996) ISBN: 90-801745-5-6.
Op deze site staan ook een aantal PDF's over deze en aanverwante zaken. Klik de omslagen om te lezen.

Column: de grootste roof aller tijden!

e hebbe me hele postkantoor weggeroofd! Het is er gewoon niet meer! Het zat op de Weitebagstraat 36a. Ik slofte er ‘n paar keer per week naartoe. Vanuit de Dapperstraat meneertje! ‘n Kleine tien minute sloffe. Dan kwam ik bij me postkantoortje meneertje. Dat was gelijk me uitje. Want bij ‘t postkantoortje was het somurs met die hitte heerlijk koel. Met die graniete vloer en die mooie gelakte grene richels. Ik kreeg daar sowaar ‘n VIP-behandeling, meneertje. Ik stond faak in ‘n lange rij. Maar dat deerde mij nooit. Effe in de rij staan. Je went eran! Dan kon ik lekker naar al die minse - allemaal Amsterdamse minse voor het meeste, meneertje – effe lekker effe koekeloerosse.
Of effe bijprate met Toos Framboos of Ome Hink  fan de bloemestal. Later kon je nog beter koekeloerosse, want toen kwam er zo ‘n rood apparaatje met zo ‘n rol kaartjes d’r in. Dan kon je effe ‘n nummertje trekke en dan kon je eerst effe op ‘n bankie zitte om bij te komme en effe rond te koekeloerosse.
Soms ging ik ook wel effe rondkoekeloerosse bij de gifte en de pakketdosies. Von ik altijt leuk om te sien. D’r lag van alles. Anfeloppe, pinne, filtstifte ensofoort. Ik kogt dan wel ‘n paar van die ansichte met een paar apies d’r op. Foor me kleinkindere!

Ze hebbe me hele postkantoor weggeroofd! Het is er gewoon niet meer! Het zat op de Weitebagstraat 36a. Weet U waar ’t is gebleve? De deure stonde altijd ope! Ses dage per week, meneertje! Ik kreeg d’r faak ’n VIP-behandeling. Dan see die mefrou van loket 4B: ‘..Mefrou Knottgering…U mag ’t segge!’ ‘Bin ik al an de beurt Door?’ see ik dan. Dan see se, Door, see dan: ‘ Ja hoor mefrou Knottgering, U bent,…segt U ’t maar.’ Nou dan haalde ik faak twintig possegels foor ’t binneland. En één keer per maand nam ik wat sente op fan me aaoowee.  Of ik mos effe ’n stortinkie doen foor ’t eenersjiebedrijf. Dat kon allemaal in één moeite mee.

Of ’n pakketje wege en dan seeë se wat of dat ’t koste. Dan ‘n paar stempeltjes d’r op en hoppa…dan bragte se me pakketje naar me sus op Teksul. Ach se benne so friendeluk hier. Ik was wel us ’n beetje door me hoeve gesakt, toen rent die lieve schat van loket 4B, Door seg maar, so maar effe uit d’r hokkie en se raapt me gewoon effe op en bringt me naar dat bankie. Lief tog?

Maar nou soek ik me postkantoor. De deure benne dicht, meneertje. Dat snap ik dan weer niet. Ik denk, Ali, waarom benne de deure digt? Weet U soms waar ik nou me pakketje mot bringe? Wasseggu? Effe naar de boekesjop? Op de Lieneejusstraat? En me Weekamppakkie? O dat mot weer bij de ferrufwinkul. En losse possegels? Die hebbe se niet. Maar se hebbe dus niet ’n nieuw postkantoor? En me aaoowee-sente? Bij de tapper! Weet U ’t seekur? Sjeesses, ik snap er geen joetje meer fan! Ik snap er niks meer fan. Se hebbe ut mijn nooit fertelt!

Se hebbe me hele postkantoor weggeroofd! Het is er gewoon niet meer! Het zat op de Weitebagstraat 36a. Ik slofte er ‘n paar keer per week naartoe. Vanuit de Dapperstraat meneertje! ‘n Kleine tien minute sloffe. Maar nu? O ja..nee natuurluk,…U ken ’t natuurlijk ook niet hellepe natuurluk. Logies. Dat neem ik U ook niet kwaaluk! U hep me al goet gehollepe, meneertje! Fijne dag nog meneertje. Ali gaat es effe naar de marrekt. Effe ’n fissie hale op ’t Dapperplein. En dan gaat Ali ’n adfekaatje neme. En dan…effe me sgoonsoon belle. Bertus. Dan mot die me maar hellepe met die possegels en so.
Hee, daar loopt Toos! Hee…Toos..Too-oos! Hei je ’t gehoord? Ons postkantoor is ferdwene! We motte nou naar de boekesjop, en naar de ferrufwinkel en so. Snap jij ‘t ? Het is gewoon roof, Toos. Gewoon ROOF!!!! Het was ONS postkantoor! ’t Is niet eerluk!!

Bij de foto's:

1 en 2: het postkantoor aan de Wijttenbachstraat 36A

3. viskraam op de Dappermarkt

Deze week honderd jaar geleden

Maandag 1 oktober 1917 - Koningin-moeder Emma bezoekt in het Stedelijk Museum de tentoonstelling "Holland's Noorderkwartier". De tentoonstelling is op 30 september al gesloten en vandaag alleen open voor Emma. Ze omvatte uitleg, kaart en beeld van de vroegere en huidige gesteldheid van het Noorderkwartier. Hoofdstad daarvan is Alkmaar en men kan zich afvragen waarom de tentoonstelling niet daar georganiseerd werd. Dat wordt duidelijk als we vernemen wie de tentoonstelling heeft samengesteld: het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2017. De keuze 2016, 2015 of 2014 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08 wk09
wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42 wk43 wk44 wk45
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave