weekblad-logo

week 27-2018

Fotoquiz snelste

De snelste met het goede antwoord op de moeilijke opgave van vorige week was Aschwin Merks. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. De vragen zijn:

Welke straat is dit?

In het midden van de rij gelijkvormige gevels is een deur of poort.

Wat gaat er schuil achter deze gevelrij?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Dit is rijksmonument 425, op de lijst sinds 1970 en daarna gerestaureerd tot 1972. De straat is zo smal dat je deze foto alleen kunt maken als je toestemming van de overburen krijgt om vanuit hun raam te fotograferen. Die straat heet Beulingstraat en dit dubbelpand nummert 5-7.
Nu is nr.5 verdeeld in appartementen en op nr.7 zit een Italiaans restaurant.

Aschwin beschrijft hoe hij tijdens het zoeken te werk ging.
"De enige zinvolle aanwijzingen die er volgens mij te zien zijn, zijn die twee 'gevelstenen' met anno en een jaartal erop. Via de Beeldbank uitgebreid geprobeerd te zoeken, maar niks gevonden. Na wat googlen kwam ik er achter dat zoiets een jaarlint wordt genoemd. Weer niks via de Beeldbank. Maar op de website 'Het Digitale Grachtenboek', na zoeken op jaarlint, vond ik vervolgens snel het juiste pandje. Het is een site waar panden vaak zeer uitgebreid en precies staan beschreven, wat erg handig is bij zoeken op trefwoord".

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Aschwin Merks, Mike Man, Ria Scharn,

Fotoquiz: Floor's keuze

Eerder hebben wij u een puzzel laten oplossen die Floor van der Vliet voorlegde. In de Beeldbank zit een hele serie foto's zonder aanduiding van de locatie, met alleen de vermelding dat ze vanuit een rondvaartboot van rederij Kooy werden gemaakt. Floor heeft een hele rits foto's weten te localiseren maar de Beeldbank heeft dat om onbekende redenen nog niet ingevoerd. Als u de foto in de Beeldbank ook al zou vinden, weet u nog niets. Leuk materiaal voor de keuze-rubriek, lijkt ons. Aan u de vraag:

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Annie's keuze

Deze hoek werd gesloopt voor de bouw van de Kweekschool voor de Zeevaart, hoek Schippersgracht en IJgracht (na 1879 Prins Hendrikkade; de school werd in 1878 geopend). Het ging meer om het hoge gebouw dat velen herkenden als dat van de schuilkerk De Pool. Deze kerk was eigenlijk gewijd aan Sint Anna. Niemand die zijn verwondering uitsprak over de windvaan op deze katholieke kerk, namelijk een haantje. Het is usance dat er alleen een kruis op een katholieke kerk staat; protestantse kerken hebben een 'weerhaan' boven het kruis. Nou is dat geen ernstige afwijking van wat gebruikelijk is; deze site meldt tientallen afwijkende windvanen op kerken.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Onno Boers wijst nog even op deze gevelsteen, die een hele zwerftocht achter de rug heeft. Deze steen zat ooit in het pakhuis De Pool en was naamgever voor de schuilkerk die in dit pakhuis ingericht werd. Onno Boers; "De gevelsteen met een fraai uitgedoste Pool van het oorspronkelijke pand kwam later terecht in de R.K. Sint Annakerk op Wittenburg en is nu te bewonderen in de gevel van school De Pool op Wittenburg".

Foto: VVAG

Leest u nog eens het item: "De quizfoto die niet kan..." door Ria Scharn. Dat handelde helemaal over beide Sint Annakerken.

Goede oplossingen kwamen van Harry Snijder, Arjen Lobach, Dick van der Kroon, Anneke Huijser, Ria Scharn, Onno Boers, Robert Raat, Mike Man, Jos Mol, Adrie de Koning, Aschwin Merks, Hans van Efferen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b.

Fotoquiz Waar? Wat?

Van dit soort panden staan er misschien wel honderd in Amsterdam. U moet het dus van de details op de foto hebben om dit op te kunnen lossen.

Aan welke gracht staat dit pand?
Wat is de bijnaam van dit pand?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Het hek op de foto was zo opzichtig dat sommigen onder u dachten dat dit nooit de hint kon zijn. Dat was 't toch wel. Het is het fraaie smeedijzeren hek van de Doopsgezinde kerk "Bij 't Lam". Het is de achteringang van de kerk dus de gracht moet de Herengracht zijn, omdat de kerk aan het Singel staat.
Er is nogal wat verschil van mening over de kerken van protestantse gemeenschappen, anders dan de gereformeerde. De laatste achtte zich de ware protestantse kerk en bedong bij het stadsbestuur dat geen der andere stromingen, doopsgezind of luthers, een kerkgebouw mocht hebben dat op een kerk leek. Het gaat te ver om dit schuilkerken te noemen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Arjen Lobach weet meer over het hek: "Het ijzerwerk is uit 1839-1841 en van M.G. Tetar van Elven, directeur van de afdeling bouwkunst aan de Koninklijke Academie voor beeldende kunst in Amsterdam".

Er waren weinig deelnemers die zich van de wijs lieten brengen en zagen de Doopsgezinde kerk als de hint.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Onno Boers, Ria Scharn, Ton Brosse, Minne Dijkstra, Han Mannaert, Jos Mol, Adrie de Koning, Mike Man, Robert Raat, Jan Six van Hillegom, Aschwin Merks, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

Niet zo moeilijk, deze week. U moet ook nog bekomen van die moeilijke opgave van vorige week. Het zou ons niet verbazen als deze foto of iets dergelijks al eens hier vertoond is. Maar het blijft een kostelijk plaatje, toch? Dit is een heel vroege foto van de stad. Er staat een onderdeel op dat in 1865 verdween.

Waar is dit?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Inderdaad rijp voor een aflevering van 'Metamorfose', deze blik op dat korte stukje Sarphatistraat tussen Frederiksplein en Amstel. Wij kijken niet richting Frederiksplein, zoals het bijschrift luidt, maar naar de Hogesluis. Deze bebouwing met de huisnummers 1 t/m 15 kwam gereed in 1888, alhoewel ze toen 1 t/m 1H genummerd waren.
Behalve de studentensociëteit NIA op nr. 3 is de Gynaecologische Kliniek op nr.13-15 nog het vermelden waard. Architect daarvan was Ed. Cuijpers. Allemaal verdwenen.

Foto's: Stadsarchief Amsterdam


Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Ria Scharn, Maaike de Graaf, Robert Raat, Mike Man, Jos Mol, Adrie de Koning, Aschwin Merks, Hans van Efferen,

Hulp gevraagd...

Fons Baede vraagt uw steun bij het volgende probleem:
Dit pand staat in de Ferdinand Bolstraat 49. Fons vraagt zich af of u misschien weet wat de letters J.H.C.V. in de top van de gevel betekenen.

Hortus Botanicus -3 (slot)

Met de opening van een artsenijtuin in de Reguliershof was de eerste stap gezet. Het zal u niet verbazen dat de medische staf van het Atheneum Illustre daar niet tevreden mee was en aanstonds verdere eisen en voorstellen presenteerde om de stedelijke overheid volledig achter de hortus te krijgen. Een 'tuinbaas' was maar behelpen; er was een vakkracht nodig, een praefect en dat tegen een passend inkomen. De burgemeesters vonden dat het nut van de hortus eerst maar eens bewezen moest worden. Patstelling!

In augustus 1643 werd nog eens een dringend beroep gedaan op de Raad; er moest nu toch eens een preafect komen. Dat verzoek zat handig bijgevoegd bij een verzoek om wat reparaties uit te voeren aan schuurtjes, enzovoort. In oktober 1644 wordt het geheel weer eens herhaald, opnieuw samengevoegd met verzoeken om reparaties uit te voeren. Opeens kwam in 1645 Joannes Snippendael (geen enkel portret van de man te vinden) in beeld, niet als praefect maar hij ging de bijbehorende werkzaamheden wèl vervullen. Net als Brosterhuysen eerder had Snippendael gestudeerd maar niet als bioloog of pharmaceut. Zijn omvangrijke kennis over planten en kruiden had hij gedurende zijn verdere carrière opgedaan..., ook een amateur dus. Onbekend is of de burgemeesters gezwicht zijn of dat het atheneum niet langer wilde wachten en het heft nogmaals in eigen hand nam.

Onder Snippendaels leiding groeide de tuin binnen een jaar uit van 330 verschillende medicinale planten naar een echte hortus met ongeveer 800 planten. Die catalogiseerde hij meteen en publiceerde in 1646 de catalogus. Het werk kreeg zo'n aanzien dat er vandaag nog enkele exemplaren in vakbibliotheken aanwezig zijn. Zijn eigen benamingen in het pre-Linnaeustijdperk (1753: Species Plantarum) zijn tot vandaag stof tot 'vertalingen' naar de Linnaeus-nomenclatuur. Slecht 80% is nu bewerkt.
Snippendael stelde voor om aangrenzende gronden te kopen om de tuin uit te kunnen breiden. Dan kon de hortus en het aantal planten flink uitgebreid worden. Door dan van elke soort meerdere planten te houden kon door ruil of verkoop aan andere horti de collectie verbeterd worden. Daar waren steeds stedelijke financiën bij nodig. De Raad zag in dat de tuin bij Snippendael in goede handen was en samen met de illustere school kocht men in 1647 een hele aangrenzende tuin in de Reguliershof die de hortus aanmerkelijk vergrote. Snippendaels honorarium werd verbeterd tot ƒ400,- per jaar, door het atheneum zuinigjes aangevuld tot een redelijk niveau.

Zonder dat daarvan de reden bekend is, werd Snippendael in 1657 ontslagen. Toen was nog niet bekend dat de tuin binnen afzienbare tijd zou moeten verdwijnen voor de Vierde Uitleg. Op de plek van de Reguliershof zou binnen afzienbare tijd de Keizersgracht in de Amstel uitmonden. De plannen daartoe werden in 1659 concreet en het werk begon in 1662. Van de Leidsegracht werd gestaag gegraven richting Amstel. Dat is de situatie die bij het 25-jarig bestaan van de artsenijtuin (1663) aangetroffen werd. De soortenomvang beliep meer dan 2000, allen vergaard door de nijvere Snippendael die nooit preafect heeft mogen heten. Of zijn plaats meteen werd ingenomen door professor Gerard Blasius (portret) weten we niet; in elk geval was dat wel 't geval toen de tuin opgedoekt werd en verhuisde naar de artsenijtuin op het terrein van het Gasthuis dat we in aflevering 1 zagen. In 1665 was het zover. De verhuizing betekende de genadeklap voor de soortenrijkdom die Snippendael verzameld had. Alleen de hoogstnodige planten vonden een plek in het minituintje van de apotheker. Blasius maakte er het beste van en drong bij de burgemeesters aan op een definitieve regeling.
In 1665 ook zette de dichter Jan Six van Chandelier Snippendael de 'steetuynkroon' op met het volgende gedicht.

"Wat groensel dat de werreldkloot
Ontkruijpt, uit haaren vruchtbren schoot,
Langs bergh, en dal, en vlakke weiden,
Als Karel Kluis voor 't wyse Leiden.

Vergaarderde, in haar kruidenhof,
Van ceder tot aan ysoplof,
Soekt Snippendael steetuinbesorger,
Voor 's Amsterdammers meedeborger.

[....]

O kruidenier, die braaf, om prijs,
Nabootst 't volmaakte Paradijs,
Kan 't menschdom aan volmaaktheid raaken
Ghij zult den Amsteltuin volmaaken".

Wat er van Snippendael is geworden weten we niet, alleen dat hij in 1670 overleed. Hoelang Blasius de leiding over de tuin gehad heeft, is ook niet bekend. Wel weten we dat de tuin in 1682 mocht verhuizen naar een stuk grond in de Plantage, daar waar ze vandaag nog steeds is. Of Blasius toen nog de leiding over de tuin had is niet zeker maar in 1696 werd dat Johan Commelin (portret), broer van de boekverkoper en -uitgever Caspar. Commelin, werd samen met burgemeester Joan Huydekoper aangesteld als commissaris van de Hortus Medicus in de Plantage.
Jan Commelin was kruidenkoopman en amateur-botanicus. Opnieuw was het een amateur die de tuin zou leiden! Door zijn handel en contacten binnen de VOC verzamelde hij privé een grote collectie kruidenplanten uit tropische streken, west en oost. Op zijn landgoed Zuiderhout bij Haarlem bouwde hij een grote kas waar hij o.a. sinaasappels kweekte. Deze botanicus zou de hortus uitbouwen tot wereldfaam en ook hij publiceerde een catalogus.

Over de verdere geschiedenis van de hortus zijn dikke boeken geschreven; daar is hier geen plaats voor.

Amsterdamse hofjes: Het 'Oude/Nieuwe' Doolhof

Het 'Oude/Nieuwe' Doolhof en het Rozenhofje

door Jos Mol en Adrie de Koning

Het Oude en Nieuwe Doolhof zullen bij weinigen een belletje doen rinkelen. Het waren geen verblijfplaatsen voor bejaarde mensen, maar lusthoven voor een dagje vermaak.

Ligging
Het Oude Doolhof was van circa 1620 tot 1862 gevestigd achter de Prinsengracht 336-338, hoek Looiersgracht. Het Nieuwe Doolhof, ook wel 'de Oranje Pot' genoemd, werd kort voor 1629 gesticht op een aangrenzend terrein aan de Looiersgracht en verhuisde in 1649 naar de Rozengracht. Beide doolhoven zijn verdwenen maar op de plaats van het Nieuwe Doolhof verscheen later het Rozenhofje aan de Rozengracht 147-181.

Bijzondere kenmerken
Het oudste doolhof werd rond 1620 opgericht. Het was een pleziertuin van Vincent Jacobsz. Coster ('Vincent de Peyldertuin'). Omdat er enkele jaren later nog een kwam, werd dit doolhof aan de Prinsengracht het Oude Doolhof genoemd. Het was een bron van vermaak, waarin een tuin met diverse attracties was. Het werd in 1862 opgeheven, omdat de toenmalige eigenaar, Jacob Brands, kinderloos overleed en de erven tot verkoop besloten. Het was dus niet, zoals de meeste andere hofjes, een verzameling huizen, maar meer een lusthof dat via een toegangspoort te bereiken was.

Tekening: Eén van de attracties van de Oude Doolhof: Eva Vliegen bijgenaamd het Besje van Meurs (1575-1637), (Mors, Westfalen) die 32 jaar lang niet gegeten zou hebben. Als voorbeeld van een aartsleugenaar werd een bewegende pop van haar tentoongesteld.
Bron: Stadsarchief Amsterdam

Het Nieuwe Doolhof werd ontworpen door David Lingelbach, een uit Frankfurt afkomstige klokkenbouwer, samen met Chrispijn van der Pas. Later kreeg Lingelbach de leiding over dit doolhof dat gesticht werd door Jonas Bargois. Bargois was een Fransman afkomstig uit Parijs die de eerste fonteinen aanlegde in de stad. Er werd muziek gemaakt, in de herberg kon worden gedronken en men kon uitrusten bij de fontein. Er was ook een beeldengalerij met personen uit de oudheid of bijbelse geschiedenis (bijv. beelden van David en Goliath, die tegenwoordig in het restaurant van het Amsterdams Museum staan), zelfs beelden van vorsten. De beelden bevatten een mechanisme dat in werking kon worden gesteld, zodat men verhalen erover te zien kreeg.

Tekening: Stadsarchief Amsterdam

Voordat het Nieuwe Doolhof gesticht werd, was er op die plek aan de Rozengracht ook een tuin met enkele fonteinen en bedriegertjes. Ook stond er het beeld van Van Speyk die onverwachts zijn pistool afschoot. Het maakte van de tuin een echt stukje Efteling. Het verval van de tuin viel in en de bezienswaardig-heden verdwenen naar het Panopticum, de Plantagebuurt en het Rembrandtsplein. Het terrein wisselde vervolgens van eigenaar, die er het Rozenhofje op schiep. De binnenplaats van het Rozenhofje werd opgesierd door twee stenen pompen. In 1884 werd de zandstenen poort (tekening links) afgebroken en vervangen door het tegenwoordige gebouw. Het hofje werd gerenoveerd in 1890. Het Rozenhofje is nog steeds eigendom van de oorspronkelijke stichting.

Tekening oude gevel Rozenhofje door Gerrit Lamberts (1817); bron: Stadsarchief Amsterdam

Doelstellingen
Het Oude en Nieuwe Doolhof waren vanzelfsprekend geen verblijfplaatsen voor bejaarde mannen en/of vrouwen, maar pretparken. Het Rozenhofje aan de Rozengracht daarentegen was voor op leeftijd zijnde vrouwen. De houtkoper Jan de Jager stichtte het hofje in 1740 en het was gereed in 1744. In de loop der tijd groeide het hofje uit tot een complex van zo'n 55 huisjes door legaten en schenkingen. Het staat alleen open voor dames boven de 50 jaar, bij voorkeur van Doopsgezinde, althans protestantse opvattingen. Het college van regenten beslist over de toewijzing. Een directrice houdt toezicht op het hofje. Wegens leegstand als gevolg van het niet meer voldoen aan moderne wooneisen, heeft het bestuur in 1987 besloten tot een zeer ingrijpende restauratie van het Rozenhofje. Het woningbestand werd van 55 teruggebracht tot 28 woningen. In 1990 werd het hernieuwde hofje feestelijk ingewijd.

Foto onder links: nieuwe ingang Rozenhofje 1884; foto door de auteurs
Foto onder rechts: binnenplaats Rozenhofje met stenen pomp; bron: Stadsarchief Amsterdam

Toegankelijkheid
Helaas is het Rozenhofje niet meer toegankelijk voor het publiek!

Column: GREEN LIGHT FOR THE RED LIGHT

e BV Amsterdam 'Sexwerksters Legaal BV ‘ moet natuurlijk wél alle kans krijgen!
Een unicum voor de wereld! Wat een verschillen zijn er in de wereld, van landen waar je iedere dame maar mag pakken en straatprostitutie tot mooie gladde escortdiensten die soms jaren best gedijen, tot landen als Zweden, waar zelfs de hoerenloper op de bon gaat. Asscher heeft de bezem er als wethouder eindelijk eens rigoureus doorheen gehaald, maar dat was ook wel nodig ook, als je zag wat voor idiote mensonterende praktijken er geschiedden, als daar zijn: slavernij; vrouwen 24x7 opsluiten, hun lichaam exploiteren en de verdiende pecunia stelen! We willen geen Saban B.'s meer!! We protesteren mondiaal tegen Indiase misstanden m.b.t. vrouwenleed, terwijl het hier midden in 'Good Old Mokum' wèl geschiedt, vaak in leven gehouden door geldverdienende gewetenlozen en likkebaardende toeristengroepen! Het red-light-district-lampje schijnt al heel wat eeuwen op onze schitterende en soms knusse en aaibare Wallen. Het begon ooit in de Stoofsteeg waar men in oude tijden heerlijk op elkaar gepropt lag om het oude lijf warm te houden. Het is een geschiedenis waar zich maar weinigen écht in hebben verdiept.
In de Maastrichtse Stokstraat heeft de Gemeente decennia geleden oude verlopen binnenstad-stegen fraai opgepimp waardoor het centrum weer aantrekkelijk werd en de toerist weer terugkwam en beknuffeld kon worden. Dit in tegenstelling tot de oorspronkelijke Stokstratenaren die niet konden oproeien tegen de daarna volgende kwadratische huurprijsstijging! In de luxere buurten die dan ontstaan, komen topparfummerken en topkledingmerken; daarna ontstaat daar een slaapverwekkende branchemonocultuur die in alle wereldsteden gelijk is. We zagen het o.a. in het actuele tv-programma ‘Hier Komen De Van Rossems’. Gemeentes zouden - net als op markten - de diversiteit van zulke winkelbestanden moeten stimuleren en waarborgen. Bij onze Zeedijk is het ook gelukt! Met de Wallen wilde wethouder Asscher ooit ook die kant op. Hoeren eruit, winkeltjes en museumpjes erin. Op zich een goed streven, want het scheelt een boel corruptie en mensenhandel e.d. Alhoewel de ervaring leert dat deze zich natuurlijk ogenblikkelijk verplaatsen! Echter waarom zou je de gezellige rode lampjes niet laten dóórschijnen? Veel buitenlanders willen best gezellig even over de Wallen hobbelen.
Je slaat vele vliegen in een klap:

1. Gezellige winkeltjes. Straten en gebouwen en grachten moet je onderhouden. Toeristenstroom wel ietsje afremmen. Meer controle op met name Engelse toeristenhooligans! Deze buurt moet juist als veilig worden ervaren. Dus geen drugs! Geen drankverslaafden en geen lawaaibootjes! En controle daarop!

2. Een aantal gedoseerde ramen met sexwerksters die wat meer ruimte hebben dan die armoedige vierkante meter peeskamer van weleer. Zij werken zelfstandig en de dames die problemen hebben, krijgen hulp. Die hulp hebben ze toch al van allerlei hulpinstanties die zich met vrouwenleed bezig houden. Maar als de vrouwen niet meer overgeleverd zijn aan die mensenhandelaren en uitbuitende pooiers, kan men via dezelfde hulporganisaties administratieve en/of belastinghulp en de broodnodige artsencontrole krijgen.

De Gemeente weet waar de sexbedrijven zich ophouden. Desnoods wordt e.e.a. beheerd door een op te richten stichting of BV die nauw samenwerkt met en verantwoording aflegt aan de Gemeente. Hierdoor voorkom je een lastige dubbelpositie van de Gemeente. Werk met vaste tijden. Laat vrouwen niet meer werken dan zoveel uur per dag of avond. Als er toch weer voor een klein percentage mensenhandel wordt gesignaleerd, doe daar dan ogenblikkelijk iets aan en roep niet meteen dat het project stopt! Werk Europees (vooral Oost Europees!) samen met andere landen op dit gebied. Verzin een tussenwetje voor vrouwen waarvan men 100% zeker weet dat er mensenhandel was of is en laat die vrouwen niet in de kou staan omdat ze bijvoorbeeld geen klacht indienen of geen paspoort hebben. De politiek moet voor deze vrouwen opkomen en zelf een klacht indienen en met het land waar ze vandaan komen een voorlopig paspoort regelen!
PS Je zou ook een betaalsysteem kunnen uitvinden waarbij je een soort sexwerksterpasje koopt bij een Wallenwinkeltje.
De sexwerkster hoeft dan geen geld in huis te hebben en de administratie wordt vergemakkelijkt; met name voor de
vaste wekelijks of maandelijkse sexwerksterscliënt is dat handig.
3 .De hogehakkenrace, Miss Keetje Tippelverkiezing e.d. jaarlijkse ludieke festiviteiten moeten de sfeer gemoedelijk maken. Propaganda en info op Stadhuis en op andere grote punten.

4. Een toegangssysteem, labyrinth-hek voor het gebied om mensen onder de achttien te weren. Is heel normaal in diverse grote wereldsteden

5. De bewoners van deze buurt regelmatig enqueteren over bovenstaande problematieken en het geluid van deze bewoners, winkeliers, ondernemers en wetshandhavers serieus nemen! Idem m.b.t. het enqueteren van de sexwerksters.

6 Nota Bene: Maak het project doorlopend! Dus niet net als de conducteur van de tram....dan weer conducteur op de tram en meer van dat soort projecten. Een project als dit, valt of staat met een eeuwigdurende prolongatie!

7. Amsterdam! De belangrijkste stad in de oude Nederlanden, beroemd om haar tolerantie!! In de hippietijd 'City of Love'! Vele popminnende wereldburgers proefden al blokfluitend het Vondelparkgevoel. Laat daarom een project als dit slagen en wie weet zetten we de trend!? ( Of is het ‘
setten’ we de trend?) Ga ook eens in het buitenland kijken hoe ze het daar doen.

PS:
E.e.a. heb ik hierboven in een spontane bui wellicht wat simpel en naïef neergezet, maar weet dan...:
” 't Kán in Mokum” & “I am Mokum” ! Kom op, meedenken, Heren Schout & Schepenen van Amstellodam!, de Amsterdammers en de'Red-Light-Ladies‘ hebben het verdiend! En wees op Uw hoede! Dat er niet weer bordelen (vgl. 'Yab Yum') in criminogene handen vallen!!

 

Deze week honderd jaar geleden

De omgekeerde wereld. Na eerst vermogens verdiend te hebben aan leveringen een oorlogvoerende landen, willekeurig welke kant, moeten diezelfde landen nu ons aan het eten en verwarmen houden. Op maandag 3 juli komt eindelijk het bericht uit New York dat de Nieuw-Amsterdam uit die haven is vertrokken. Weliswaar veel later dan gepland en met veel minder graan dan aanvankelijk beloofd, maar toch. Die week zullen nog twee kleinere vrachtschepen, de Hector en de Zijldijk, uit New York vertrekken met een lading graan. Dinsdag 9 juli arriveert de Hollandia in IJmuiden, eveneens met een lading graan. Op vrijdag 12 juli verschijnt het heugelijke bericht dat vanaf de maandag daarop dagelijks twee kolentreinen met steenkool uit Duitsland zullen arriveren.

Donderdag 11 juli 1918 - Oplevering van een blok gemeentewoningen aan Van Beuningenplein en Van Hallstraat. Het project was door de Gemeente overgenomen van bouwvereniging 'De Arbeiderswoning'. De architect was niet de minste: K.P.C. de Bazel.

Donderdag 11 juli 1918 - De architect Gerrit A. van Arkel overlijdt in Abcoude. Hij heeft zijn werkzame leven in Amsterdam gewoond en ook zijn meeste bouwwerken staan daar.

GasthuismolensteegNieuwendijkSpuistraat

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2018. De keuze 2014 t/m 2017 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06 wk07 wk08
wk09 wk10 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18 wk19 wk20 wk21
wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30 wk31 wk32 wk33
 
Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave