weekblad-logo

week 39-2020

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Robert Raat. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. Robert denkt dat u wel weet waar dit is en daarom wil hij iets anders van u horen. De vraag is tweeledig:

Wat is de oorzaak van de bouwput achter de schutting rechts?

Robert heeft ook nog een vraag voor de cracks, die echter niet bepalend is voor de goede beantwoording van deze opgave.

Wie schreef hierover in een dagboek?
Waar zijn nog sporen van deze gebeurtenis te vinden?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Dit is genieten voor een Amsterdammer. De krochten van de oude stad, de Windmolenzijde dit keer. Als je je ogen half sluit zie je hier mensen door de modder stampen, onderaan de dijk langs het Damrak. Dit is niet eens het oudste stukje van de stad, die in de 13de eeuw ophield bij de Nieuwezijdskolk. Daar kom je pas als je door dit straatje de bocht volgt. Bent u er?

Dit is de Sint Jacobsdwarsstraat gezien naar die kolk. En als u van hier doorloopt botst u tegen de zijgevel van het Korenmetershuisje.

Hoe is zo'n doorsteek ontstaan en vooral waarom? Een deel van het verhaal vindt u in de PDF over de poorten op de Nieuwendijk.


Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Robert Raat, Anneke Huijser, Arjen Lobach, Harry Snijder, Aschwin Merks, Adrie de Koning, Jos Mol, Mike Man, Hans van Efferen,

Fotoquiz: ?'s keuze

De keuzefoto's betreffen locaties buiten de Singelgracht.

Wij waren weer eens slordig met de administratie en hebben geen idee meer wie deze foto stuurde. We weten zeker dat de foto aan de eisen voldoet: buiten de Singelgracht. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing: Ton's keuze


U kunt Ton Brosse niet beschuldigen altijd in dezelfde hoek te zoeken naar plaatjes. Deze keer zocht hij het in De Baarsjes. Oud naast nieuw vertelden we al. Dit is de Slatuinenweg, een pre-stedelijk (kerke)pad van de Tolbrug naar Sloterdijk. Een klein deel daarvan bestaat nog steeds.

Foto: © Ton Brosse

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Arjen Lobach, Adrie de Koning, Ria Scharn, Anneke Huijser, Otto Meyer, Robert Raat, Harald Advokaat, Harry Snijder, Han Mannaert, Jos Mol, Mike Man, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

Jammer dat dit niet te behouden was. Het was vast een gewilde yuppen-burcht geworden. De vragen zijn:

Hoe heet het water in de voorgrond?
Waartoe dienden de pakhuizen?

Laat het ons weten via deze link

Afb: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Dit is de oude uitmonstering van de ME, zoals die tot 1993 dienst deed. Het eerste deel van het gedicht op de zijmuur is van Van Randwijk zoals dat voorkomt op het monument/fusilladeplaats op het Weteringplantsoen. Het tweede deel is bedacht door de krakersbeweging die in de 70-er jaren aanzette tot weerstand tegen het slopen in de stad. Iets dat tot een ware burgeroorlog leidde naar aanleiding van de metroaanleg dwars door de Nieuwmarktbuurt.
Maarten Helle weet meer: het gedicht stond sinds 1974 op de zijgevel van Dijkstraat 7 en de grootste rellen waren op 24 maart en 8 april 1975. Het gebouw rechts is de Flesseman, links de Keizersstraat.

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Anneke Huijser, Adrie de Koning, Ria Scharn, André de Raaij, Harry Snijder, Robert Raat, Otto Meyer, Harald Advokaat, Maaike de Graaf, Jos Mol, Mike Man, Han Mannaert, Maarten Helle, Aschwin Merks, Hans Goedhart, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Met de camera op pad...

Weer zo'n oudje, deze keer een stereofoto. De vraag is:

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Herkenningspunten waren het Aalmoezeniersweeshuis/Latijnse School, gebouw Odeon en de Sint Catharinakerk. We zijn dus op het Singel. In het water het Leidse veer. Welke brug er ter plekke over het Singel ligt schijnt nogal een dingetje te zijn. Een bloemlezing van verkeerde oplossingen: Koningssluis/brug#29, Koningsplein (alsof het plein uitgebreid is en het Singel ter plekke gedempt) en tot slot het veel gehoorde Oude Turfmarkt.
Sommige oplossingen werden onderbouwd met foutieve benoemingen in de Beeldbank. De correcties zijn doorgegeven.

De brug is dus de Heiligewegsluis (brug#2) en ook al ligt er een hoop asfalt overheen, het is nog steeds een brug waar je onderdoor kunt varen. Dan zou je meteen de restanten van de sluiskolk kunnen zien die hier sinds mensenheugenis ligt en een grote rol speelde in de beheersing van het waterpeil in de oude stad (tekening hieronder).

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Op de tekening het Singel met de Heiligewegsluis. Dwars daarop de Heiligewegsburgwal. Situatie 1620.

 

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anneke Huijser, Kees Huyser, Ria Scharn, Harry Snijder, Jos Mol, Adrie de Koning, Otto Meyer, Mike Man, Maarten Helle, Han Mannaert, Aschwin Merks, Hans van Efferen, Anthony Kolder,

Hulp gevraagd...

Deze foto zit in de Beeldbank met als enige beschrijving: "Ongelokaliseerd, rijwielherstelplaats J. Kamphues". Wij weten niet of dit wel Amsterdam is.

Waar is dit?

U kunt de foto rechts klikken en downloaden voor een groter beeld.

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Hulp gevraagd... maar niet gekregen

 

 

Ondanks de herkenbaarheid van de bouwstijl als Berlagiaans is het niet gelukt deze foto te plaatsen. Wanneer u in de toekomst daar alsnog kans toe ziet, laat het ons weten via deze link

Hulp kwam niet

en dan nog even over...

...schuitemans. Wij vroegen u of u meer wist te vertellen over deze beroepsgroep. Pieter Klein van Binnenvaarttaal.nl heeft de volgende suggestie:

Een schuiteman is iemand die met een schuit werkt. De term is al sinds de 15de eeuw in gebruik dus het staat niet voor één bepaald beroep.

In dit geval, de afbeelding in aanmerking nemend gaat het om het verzamelen van stratendrek en gezien de ratelaar bij de woningdeur, ook huisvuil. Ik weet niet hoe dat toen in A'dam geregeld was, maar in de provincie was dat vaak uitbesteed aan boeren, die het spul als mest gebruikten.

Wel..., in Amsterdam was dat sinds 1848 uitbesteed aan Samuel Sarphati. Zijn Maatschappij ter bevordering van Landbouw en Landontginning was één van zijn meest lucratieve ondernemingen. De werkzaamheden werden in 1875 overgenomen door de stad zelf, de geboorte van de Stads Reiniging (SR).
Gezien het jaar van de kermiswens zal die door Sarphati's personeel uitgereikt zijn.

Goede oplossingen kwamen van

redactioneel

herinrichting van de openbare ruimte in de 19de eeuw

In de Amsterdamse binnenstad doet zich een bijzonder fenomeen voor in verband met het verschil in bouwgrond in eigendom en de ligging daarvan aan de openbare weg. Een uit de oudheid stammende regel maakt de aanwonenden verantwoordelijk voor de openbare weg, zowel aanleg als onderhoud. In een grote stad als Amsterdam wordt dat al snel via keuren geregeld en dat neemt bizarre vormen aan. Bijvoorbeeld als een koper grond tot aan een gracht kocht en dan een deel daarvan aan de stad kosteloos ter beschikking moest stellen om een weg aan te leggen die hij ook nog zelf moet betalen. Sommige kosten bleven voor de aanwonenden maar de uitvoering nam de stad op zich om eenheid in het resultaat te krijgen. Een volgende regel bepaalt dat het huis niet tot de rand van de weg gebouwd mag worden maar er een strook grond vrij gehouden moet worden. Dat is privé grond die naar believen ingericht en gebruikt werd, bijvoorbeeld door winkeliers die er hun waren uitstalden, ambachtslieden die er lekker in de frisse lucht hun werk deden, slagers die er hun beesten slachtten en verder toegangstrappen, stoepen en pothuizen die zoveel mogelijk een praktische rol in het huishouden of de bedrijfsvoering kregen of apart verhuurd werden. Daar danken we in de hele stad de stoepen, hekken, kelderluiken en pothuizen aan, om maar te zwijgen over uithangborden en luifels.

Op de tekening links de Nieuwebrugstraat rond 1800. Een tekening van Gerrit Lamberts.
Bron: Stadsarchief Amsterdam

En toen kwam in de laatste helft van de 19de eeuw het vervoer per as op gang. Vracht werd voordien bij voorkeur per schip vervoerd en anders per kruiwagen of handkar. Dat veranderde tamelijk plotseling. Ook groeide het inwonertal in diezelfde periode tot tweeënhalf keer, zonder dat de stad navenant veel groter werd. Het was de tijd van de grote verkeersdoorbraken maar ook van een moeizame strijd tegen de oude regels en het verbeurd verklaren van privégrond om er openbare weg van te maken. Dat was inderdaad moeilijk te verkopen en heeft aanleiding gegeven voor veel juridische strijd. Een strijd die de stad moest winnen, wilde men het verkeer de plaats te geven die het nodig had.

In 1859 werd een verordening van kracht die gericht was op het verwijderen van alle obstakels buiten de rooilijn. De obstakels die van belang waren voor de toegang tot huizen werden uitgezonderd, met dien verstande dat de stad per geval bepaalde hoe ver het veranderd, ingekort of verplaatst kon worden. Dat hield desnoods een verbouwing in, bijvoorbeeld een toegangsdeur naar de begane grond verhuizen om de stoep weg te kunnen nemen. De gewonnen ruimte werd veranderd in een verhoogd voetpad voor voetgangers, een unicum. Dat was geen proces dat in een paar jaar afgerond was, maar duurde decennia. Op de foto links de Sint Anthoniesbreestraat rond de eeuwwisseling, met een poelier in de kelder van het café.

De Kalverstraat had eind 1861 de landelijke primeur met trottoirs aan beide zijden. Op de afbeeldingen de straat met de situatie vóór (1820) en ná de aanleg van trottoirs (1908). Duidelijk zijn de uitgebouwde winkelkassen te zien.

Voorheen waren de straten redelijk uniform bestraat met kinderkopjes die speciaal gebikt waren om paardenhoeven beter grip te kunnen bieden. Daarop loopt het beroerd voor een voetganger dus kreeg de zijkant van de straat een voetpad van gele IJsselsteentjes, maar wel op hetzelfde niveau zodat karren daarover konden uitwijken. Op diverse afbeeldingen hierboven zijn voorbeelden te zien; waar weinig ruimte is, zoals op de foto van de Keizersgracht, is het voetpad smal, in de Kalverstraat was het royaler.
In 1873 begon men te experimenteren met asfalt en opnieuw had de Kalverstraat de primeur. De eerste helft tot de Rozenboomsteeg werd geasfalteerd (het Spui was toen nog niet gedempt). In 1884 volgde de rest tot de Munt nadat het Spui wèl gedempt was. In dat laatste kwart van de 19de eeuw volgden meer grote winkelstraten en radiaalstraten.

Dat ook een Leidsestraat dit beleid nodig had om tot het huidige uiterlijk te komen, bewijst deze tekening van de nummers 88-92 uit 1866. De kelders/souterrains zijn nog volop in gebruik, ze zijn inclusief de stoepen allemaal verdwenen. Wel kostelijk dat in zo'n straat deze twee pandjes het hebben uitgehouden.

Het eerst waren de radiaalstraten naar de diverse stadspoorten aan de beurt. Die waren in de loop der tijden getransformeerd in winkelstraten. Gelijk daarmee de grote winkelstraten: Kalverstraat, Nieuwendijk, Warmoesstraat, Heiligeweg, enz. In winkelstraten had zich een ander obstakel ontwikkeld, de uitstalkas ofwel de voorloper van de etalage. Ze moesten allemaal sneuvelen alhoewel er een enkele de storm overleefde en er vandaag nog zit. Meestal in een kleinere straat en dan bijvoorbeeld als bloemenraam. Vergelijk bovenstaande afbeeldingen van de Kalverstraat en verlekker u nog aan de gespaard gebleven winkelkas van Binnen Brouwersstraat 33, de buurman van de meest uitzinnige overdekte stoep annex pothuis van Amsterdam op nr.35. Lees over pothuizen de bijdrage in het jaarboek 2016 pp.38-43.

 

Na 1875 komt een goed net van railvervoer tot stand dat van invloed is geweest op de ontwikkeling van de stad. Na drie decennia van gekwakkel met verschillende ondernemingen met omnibussen gaat de stad in zee met een consortium (AOM) dat paardentrams laat lopen. Wij bespraken enkele weken geleden de voordelen van trams tegenover omnibussen en ook de stad zag dat in, zodat de AOM alle medewerking kreeg bij leggen van rails. Dat had ook consequenties voor de vele bruggen in de diverse trajecten. De paarden hadden grote moeite met de stenen boogbruggen die nog steeds op hoogte waren voor vervoer over water. De ene na de andere brug moest er aan geloven en werd verlaagd. Pas in recentere tijden worden bruggen weer herbouwd als boogbrug maar dan lager. De meeste echter werden gesloopt en vervangen door fantasieloze liggerbruggen. Als er nog een welving aangebracht werd, mogen wij van geluk spreken, de meeste zijn kaarsrecht.
Beide afbeeldingen boven geven brug#68 in de Leidsestraat over de Prinsengracht weer, vóór en ná.

De komst van een goed functionerend openbaar vervoer had gevolgen voor de ontwikkeling van de stad. Waar in andere wereldsteden selfsupporting satellietsteden ontstonden door het gebrek aan goed vervoer naar het centrum, bleef in Amsterdam het oude centrum de trekpleister voor de aanschaf van duurzame consumptiegoederen als kleding, woninginrichting, enz. De dagelijkse benodigdheden werden wel lokaal gekocht maar voor ‘grote stukken’ bleef men graag naar ‘de stad’ gaan en de tram hielp daar bij. Tegen het eind van de eeuw kwam er een kink in de kabel; de stad was in dat laatste kwart  van de eeuw zozeer gegroeid dat de ritten per paardentram onacceptabel lang werden. De elektrische tram had zich al aangediend maar de AOM zag op tegen de enorme investeringen. Het stadsbestuur hakte de knoop door en naastte de AOM in 1900 en elektrificeerde het net binnen 6 jaar.
Wat er aan bruggen nog niet vervangen was voor de paardentram moest alsnog vernieuwd/verstevigd worden voor de veel zwaardere tramstellen, zeker toen die met bijwagens gingen rijden. De bruggen in de radiaalstraten werden ook nog eens verbreed om als passeerstrook te dienen, zodat de omslachtige verkeersregeling niet meer nodig was.

Resten ons nog de grote verkeersdoorbraken van de 19de eeuw. Van de vier in totaal zijn de Vijzelstraat en de Weesperstraat van de 20ste eeuw, de twee in de 19de eeuw zijn de Damstraat-Paleisstraat en de Raadhuisstraat. Die hebben we uitgebreid gedekt in twee PDF’s die u gerust nog eens kunt inzien. Klik de omslagen om te lezen.

Bovenstaande maatregelen werden slechts ten dele afgedwongen van de burgers, de rest was voor rekening van de stad. Ook de AOM draaide voor veel aanpassingen zelf op, ook het wijzigen van bruggen. De stad stelde zich nooit keihard op tegen de inwoners, ook niet tegen de AOM. Als er onredelijk veel aanpassingen gedaan moesten worden, zoals het verlagen van de Hooge Sluis, nam de overheid een deel van de kosten op zich. Dat alleen vergde een investering van ƒ800.000. Dat dit geheel een miljoenenoperatie werd, zal u niet verbazen. Maar goed dat Amsterdam tegen die tijd in z’n tweede gouden eeuw was beland.

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.
Info: Clé Lesger in 'Het Winkellandschap in Amsterdam'.

van Kuiperspad naar Kuipersstraat

De annexatie van een deel van Nieuwer-Amstel in 1896 betekende dat Amsterdam verrijkt werd met een compleet bebouwd gebied, vol met kleine huisjes op polderniveau. PW wist niet beter dan de bestaande paden omvormen tot straten en stukje bij beetje de lege plekken volbouwen met stadshuizen op opgehoogde percelen. Elk huisje dat in aanmerking kwam om gesloopt en herbouwd te worden, werd tussengepast op eveneens opgehoogde grond.
Wat volgde was een moeizame weg van aanpassingen van straat en toegangen tot huizen. Dat heeft tijden geduurd en is nog steeds niet 100% afgerond.
Nu zelfs huizen die na 1896 gebouwd werden aan vervanging toe waren krijgen de straten een wat ´normaler´ uitzien. Het wordt zoeken naar aanpassingen maar ze zijn er nog wel.
Hieronder en links een paar foto´s van de Kuipersstraat van 1907, met nog volop oude huizen die met kunst-en-vliegwerk toegankelijk gehouden zijn. Zelfs de voortuintjes werden gespaard.
Al deze (kostbare) moeite die de stad zich getroostte laat zien dat de geannexeerde bewoners zeker niet rechteloos waren.

Natuurlijk gaat het niet alleen om de Kuipersstraat, ook de Tolstraat (Ververspad), Rustenburgerstraat (Rust en Werkpad; heette in 1896 al Rustenburgerstraat) en de Van Ostadestraat (Hoedenmakerspad) vertoonden hetzelfde beeld en ook daar kunt u nog een enkel huisje van vóór 1896 vinden. Eentje ervan, Rustenburgerstraat 8, vond men zo typerend voor de oude polderhuisjes dat het onlangs gerestaureerd is in dezelfde vorm als voorheen. De straat werd wel op verhoogd niveau gehouden, dus moet u bukken als u binnen wilt. En de ramen komen vandaag net op straatniveau.

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: Daan & Daan -22

oensdagmiddag. Opa en Oma zaten genoeglijk in de huiskamer met hun gezellige hondje Flip. Ze zaten lekker te klessebessen toen er gebeld werd. Daar was Jelle. ‘Is Daan er nog niet?’ Nee, die was er nog niet. Er werd weer gebeld. Daar was Oom Gijsbreght. ‘Is Daan er niet?’ vroeg hij. ‘Nee, die zal zo wel komen.’ Daan kwam even later op zijn snelle sportfietsje aangescheurd. ‘Zijn jullie al begonnen?’ vroeg hij nahijgend van het fietsen. Nee, ze hadden allemaal op Daan gewacht. Wel hadden ze alvast een stuk oma-appeltaart weggewerkt. ‘Waarom ik zo laat ben?’ zei Daan. ‘Nou ik reed bij Molen de Gooijer en daar voelde mijn voorband nogal zacht aan en die heb ik toen opgepompt. Er kwam een gezelschap voorbij met een gids. Die vertelde over de molens in Amsterdam en omdat ik dat best interessant vind, heb ik even meegeluisterd. Het schijnt dat Amsterdam in vroeger tijden een stuk of twintig bolwerken had en dat op elk bolwerk een molen stond. Om koren te malen of om….’ ‘Een bolwerk? Wat is dat?’ vroeg Jelle. Opa Daan en Oom Gijsbreght vertelden om beurten over de bolwerken en Oma liet op de computer oude tekeningen zien over de zesentwintig Mokumse bolwerken en hun molens.
‘Gaan we nog op pad, foto’s maken?’ Ja dat wilden ze wel. Oma bleef thuis om op Flip te passen en ze zou ondertussen wat gevelstenen opgoogelen met een molen erop.
‘We gaan naar een plek waar “Molen De Victor” heeft gestaan,’ zei Oom Gijsbreght. ‘We zien jullie zo, op de kruising Marnixstraat / Rozengracht.’ Oom Gijsbreght en Opa Daan reden erheen en Daan en Jelle peddelden erachter aan.


Bij de brandweerkazerne parkeerde Opa zijn karretje (o, o, dat wordt een boetetje Opa!) en Daan en Jelle zetten hun fietsen op de standaard.
Hier heeft dus zo’n molen gestaan, bovenop een bolwerk en het was ook nog een stellingmolen, extra hoog dus, om in de stad tóch wind te kunnen vangen. Van allerlei molens stonden hier, zoals korenmolens, zaagmolens etc. ‘legde Opa uit. ‘Ja het ziet er nu effe anders uit, maar toen stond hier dus “De Victor” ‘, viel Oom Gijsbreght bij. ‘De Victor?’ ‘Jazeker, genoemd naar de patroonheilige van de molenaars “Sint Victor van Marseille’’ die in de derde eeuw vanwege zijn geloof werd gedood. 'De molen werd ook wel “De Veghter” of “De Smeerpot” genoemd.' ‘Hier zie je een steen gewijd aan deze heilige,’ zei Opa. ’Het is de grootste gevelsteen van Amsterdam, wisten jullie dat? Wie weet wat de maten zijn, krijgt een ijsje van me!’ Daan en Jelle besloten om thuis op de computer de steen op te zoeken en te kijken wat de maten waren. ‘O ja,’ zei Oom Gijsbreght, ‘en wie weet waarmee ze de arme Victor martelden, krijgt van mij iets lekkers.’

Gysbreghts vragen voor week 39:

1. Wat zijn de afmetingen van de gevelsteen van St.Victor?
2. Op welke wijze werd St.Victor gemarteld?

Laat het ons weten via deze link

Oplossing van de raadplaat van week 37:

Gijsbreght van Aemstel door Lambertus Zijl aan de Beurs van Berlage.

Het beeld van Gijsbreght (mijzelf ha ha ha) is goed geraden door Kees, Hans, Otto, Anneke, Jos, Adrie, Maaike, Mike, Hans en Anke

Oud Amsterdam in kleur

Sinds er programma's zijn die oude zwart-witfilms automatisch van kleur voorzien verschijnt de ene na de andere film ook op YouTube. De uitgever is DeOldify Colorization en wij stellen u de eerste film voor over de Jodenbuurt. Er zijn al diverse films gepost maar niet allemaal gaan ze over Amsterdam; let even op de rechterkolom waar aangegeven wordt welke film als volgende gestart wordt en skip als die niet interessant is voor u.
Klik de afbeelding links om te starten.

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 29 september 1920 - Na een beperkte proef met een telefoontoestel, dat zonder tussenkomst van een juffrouw van de centrale direct verbinding maakt met het gewenste nummer, heeft de Telefoondienst besloten 4000 van zulke toestellen bij Siemens & Halske te bestellen. Wegens leveringsproblemen zal het nog wel een tijdje duren voor ze uitgeleverd en geplaatst kunnen worden.
Voor die toestellen was een aparte centrale nodig en het zou nog jaren (1925?) duren voor die er kwam.
In 1962 kreeg de laatste gemeente in Nederland (Warfum) zo'n automatische centrale. Daarmee werd Nederland het tweede land ter wereld dat geheel automatisch kon bellen.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
wk31 wk32 wk33 wk34 wk35 wk36 wk37 wk38 wk39 wk40 wk41 wk42
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave