weekblad-logo

week 28-2020

Attentie! De Beeldbank is deze week een tijdje uit de lucht geweest en onvoorspelbaar is of dat in de komende weken niet nog eens gebeurt. Probleem is de gerechtelijke uitspraak ten nadele van het Leids stadsarchief i.v.m. het digitaal aanbieden van afbeeldingen. Let wel, het betrof prentbriefkaarten waarvan de fotograaf/maker al 70 jaar geleden overleden was en waardoor het archief meende dat het auteursrecht daarmee verlopen was. De uitgever van de kaarten kon echter voor de rechtbank ‘bewijzen’ dat de maker het recht aan hen had overgedragen. Lees: https://nos.nl/l/2229158
O.i. een zeer dubieuze uitspraak van de rechtbank omdat in principe volgende week nog zo’n goochemerd op elke reproductie van bijvoorbeeld Rembrandt rechten kan claimen. Het Leids archief heeft, met ondersteuning van diverse andere archiefinstellingen, terecht beroep aangetekend. Ook in dit geval zou de termijn van 70 jaar gehandhaafd moeten worden.
Neemt niet weg dat wij, als hobbyisten op de zaterdagmorgen, ernstig gedupeerd zouden zijn wanneer direct de helft van de foto’s van de Beeldbank zou verdwijnen. Het is waarschijnlijk dat de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam bliksemsnel een aantal afbeeldingen heeft verwijderd, dus houdt u daar rekening mee.

Fotoquiz snelste

De snelste met het juiste antwoord op de foto van vorige week was Kees Huyser. De nieuwe opgave komt dan ook van hem. De vraag is:

Welke straat is dit?

Oplossingen via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Als u niet elke dag over deze straat loopt en de hoek meteen herkent, is het zaak de naam van het café op de hoek te ontcijferen: Café de Rijnvaart. Met dat gegeven zoekt u vlekkeloos het adres van dit (voormalige) café op: Warmoesstraat 45, hoek Heintje Hoeksteeg. Het pand staat er ongewijzigd bij, net als de melkslijterij. De gaten zijn natuurlijk opgevuld..., dure grond!
Enkele oplossingen zochten het - onterecht - in de Jordaan. De ban was immers opgeheven?!

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Kees Huyser, Maarten Gaillard, Mike Man, Anje Belmon, Arjen Lobach, Louis Hoekzema, Ria Scharn, Anneke Huijser, Han Mannaert, Jos Mol, Bert Brouwenstijn, Kees Huyser, Otto Meyer,

Fotoquiz: Carol's keuze

Deze keuzefoto betreft een locatie buiten de Singelgracht.

Carol kiekte dit gebouwtje en stelde vast dat van dit soort diverse gelijkvormige of bijna gelijkvormige exemplaren in de stad voorkomen. Het enige houvast dat u heeft, is dat deze buiten de Singelgracht staat. Aan u de taak om vast te stellen waar dit object staat.

Waar is dit?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Carol de Vries

Oplossing: Ton's keuze

Dit was een moeilijk geval. Als u de moeite deed om de collectie schoorstenen in de Beeldbank door te spitten ontdekte u al snel dat deze schoorsteen op het erf van het voormalige Sint Elisabeth Gesticht staat, het huidige Hotel Arena. Maar van waar uit gezien?
Tussen het Montessori Lyceum en Van Moof (e-bikes) is een zijstraat die eveneens Mauritskade heet. Daaraan stond ooit de paardenstal van de Amstel Brouwerij. Een hint zat in het parkeerverbodsbord opgesloten: letters met hoefijzers. Het gebouw staat er nog steeds en kwam mee op de foto van Ton. Verder ziet u de achterkant van de Dubbeltjeshuizen en daar weer achter de schoorsteen in de tuin van Hotel Arena. Hier onder een vogelvluchtopname van de situatie. De grote pijl is de locatie en kijkrichting van de fotograaf en de kleine pijl geeft de schoorsteen aan.

Foto: Ton Brosse

Anthony Kolder vond nog deze foto in de Beeldbank van de paardenstal in vol bedrijf. Op het toen open voorterrein staat vandaag de nieuwbouw van fietsfabriek Van Moof. Helemaal rechts nog een glimp van de Dubbeltjeshuizen.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Anthony Kolder, Anje Belmon, Anneke Huijser, Ria Scharn, Harry Snijder, Han Mannaert, Mike Man, Jos Mol, Robert Raat, Adrie de Koning, Kees Huyser, Hans van Efferen,

Heeft u ook een opvallende foto gevonden?

Laat ons meegenieten en stuur hem naar de redactie. Vanaf 2020 moet het onderwerp zich juist buiten de Singelgracht bevinden. Wij verwachten wel een niet alledaags beeld dat ook niet-buurtbewoners wel eens op het netvlies kregen. Graag via deze link en alléén via deze link a.u.b. Blijf sturen!

Fotoquiz Wat? Waar?

De vragen bij deze foto zijn:

Waar staat de fotograaf
Aan welke straat/weg/kade staan de huizen op de achtergrond ?

Het gebouw links op de hoek heeft het niet overleefd.

Wie of wat heeft op die hoek nieuw gebouwd?

Laat het ons weten via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Oplossing vorige week

Om een antwoord vinden op het neo-gotische geweld van Pierre Cuyper c.s. bouwde de Dienst Publieke Werken eind 19de eeuw dat wat zij mochten neerzetten 't liefst in neo-renaissance-stijl. De ontwerpen daarvoor waren aan Willem Springer (1815-1907) wel toevertrouwd. Hij kwam in 1858 in dienst bij PW als assistent van stadsarchitect Bastiaan de Greef. Dat neemt niet weg dat zijn 'handtekening' duidelijk herkenbaar is zodat we nog goed kunnen zien waar hij de hand in had.
Diverse deelnemers viel de gelijkenis met bijvoorbeeld de Kweekschool voor de Zeevaart op. Voor hen was de zoektocht niet al te moeilijk. Ook dit was een kweekschool maar dan de gemeentelijke Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen op de Nieuwe Prinsengracht 89.

Foto: Carol de Vries

Kleine foto: 020apps.nl

Goede oplossingen kwamen van Anje Belmon, Arjen Lobach, Ria Scharn, Mike Man, Jos Mol, Otto Meyer, Hans van Efferen,

Met de camera op pad...

Daar komt weer eens een koninklijke rijtoer door de stad aan. Even goed kijken hoe de toeschouwers opgesteld staan om de vragen te kunnen beantwoorden. Die zijn:

Uit welke straat komt de stoet?
Waar gaat ze zo te zien naar toe?

Oplossingen graag via deze link

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto van vorige week

Het huis midden achter geeft een indicatie dat deze straat niet recht-toe-recht-aan doorloopt, maar met een knik. Als u zich dan ook nog herinnert dat de fotograaf in de Jordaan woont (Egelantiersgracht) weet u waar u zoeken moet.
Dit is de Kromme Palmstraat in de noordelijkste punt van de Jordaan. Gefotografeerd is vanuit de Lijnbaansgracht en het huis op de achtergrond staat aan de Palmgracht.
Er staat een PDF klaar over de geschiedenis van dit uiterste puntje van de Jordaan.
Klik hier om te lezen.

Foto: Han Mannaert

Goede oplossingen kwamen van Arjen Lobach, Ria Scharn, Anneke Huijser, Mike Man, Jos Mol,

Hulp gevraagd...

Saskia Leune vraagt de deelnemers om hulp bij het zoeken naar de locatie waar deze foto gemaakt is.
Even wat achtergrond-informatie:
het is 1940 en op de foto staan Louis Schenkkan en zijn verloofde Betty. Saskia gaat ervan uit dat het paar voor de winkel van Betty's vader staat.
Louis werd tijdens de Februaristaking op 22-23 februari 1941 opgepakt en kwam via Westerbork in Buchenwald terecht. Saskia vermeldt niet hoe dit is afgelopen maar het voorspelt weinig goeds.
Misschien dat u kunt helpen bij het compleet maken van het materiaal voor een biografie en het geheel dan aan Kamp Westerbork aan te bieden.

Weet u waar dit is? Laat het ons weten via deze link

Wij zorgen dan dat uw vondst bij Saskia terecht komt.

Hulp gevraagd... en gekregen

De koets op deze staatsiefoto staat voor het plantsoen dat op de gedempte Achtergracht werd aangelegd. De nieuwe naam van deze straat werd Falckstraat. Het moet een koets zijn van één van de grote stalhouderijen in de Huidekoperstraat: Van Delden of Gebrs. van der Kuijlen. Wij tippen op de eerste. De Huidekoperstraat begint t.h.v. het cirkelvormige plantsoen. Het hoekhuis is op beide foto's herkenbaar.

Hulp kwam van Anje Belmon, Paul Graalman, Ria Scharn, Mike Man, Otto Meyer, Anneke Huijser, Harry Snijder, Robert Raat, Charles Philip,

redactioneel

Museumplein - intermezzo

Han Mannaert, die we eerder aan het woord lieten over 'zijn' werf 't Kromhout, herinnerde er ons aan dat i.v.m. de diverse tentoonstellingen op het braakliggende museumterrein de werf ook nog een rol speelde. In 1887 was er de Voedingsmiddelen Tentoonstelling waarvan na afloop de diverse tijdelijke gebouwtjes en attracties geveild werden. Han vertelt dat Daan Goedkoop (Reederij Gebr. Goedkoop) op die veiling de kapspanten van het hoofdgebouw voor ƒ2200,- kocht voor de werf van zijn zoon Daniël Jr. Deze bouwde een dak boven de helling en werd daarmee de eerste overdekte scheepshelling in de stad. Han vertelt verder...

In 1867 was de werf 't Kromhout door Daan Goedkoop voor zijn 17 jarige zoon Daniël Goedkoop Jr. aangekocht omdat deze scheepsbouwer wilde worden. Daniël Jr. had al bij diverse werven stage gelopen.
Op de werf stonden van oudsher een paar houten loodsen voor opslag. Schepen werden toen in de openlucht gebouwd. Hiernaast de vroegste afbeelding van de oorspronkelijke werf. Na de Wereldtentoonstelling kwamen onderdelen van het hoofdgebouw in veiling. Daniël kocht hiervan de ijzeren spanten en houtwerk.
Hij sloopte de oude houten loodsen en plaatste de spanten op zijn werf. Hiermee kon hij overdekt zijn schepen bouwen en was daarmee de eerste overdekte scheepswerf.

Een paar jaar later was er brand op de werf waarbij in hoofdzaak de werkplaats afbrandde.
Met o.a. het verzekeringsgeld kocht hij een deel van de naastgelegen grond en bouwde een tweede hal overeenkomstig de eerste van de Wereldtentoonstelling. Daarin kwamen de werkplaatsen waar stoommachines en stoomketels gebouwd werden en later ook motoren. Dat bracht hen uiteindelijk in 1908 tot de Kromhout Motorenfabriek in Noord.
In 1911 werd werf 't Kromhout verkocht aan de naastgelegen werf Vredenhof en richtte Goedkoop zich geheel op de motorenbouw.

Gesol met het Museumplein - nog meer plannen (slot)

Het verhaal gaat verder! In 1925 schreef de Wagner-vereniging een prijsvraag uit voor een ontwerp van een operagebouw dat op het museumterrein zou moeten verrijzen. De zes deelnemers waren door de vereniging zelf uitgezocht en winnaar werd architect J.F. Staal. Die situeerde zijn Opera direct tegenover het Concertgebouw, waarbij hij zoveel mogelijk open ruimte voor de stad vrij liet. De ruimte tussen het Stedelijk en de Opera vulde hij met plantsoenen. Doordat de Opera niet tot aan de rooilijn werd geplaatst ontstond een pleintje. Vooral door een heftige lobby van het Concertgebouw werd het plan (met een heel kleine meerderheid) door de Gemeenteraad in 1928 verworpen.

In datzelfde jaar 1928 presenteerden de architecten De Casseres, Van Eesteren, Karsten en Merkelbach een plan dat definitief een einde maakte aan invulling van de middenruimte. Intussen was namelijk de De Lairessestraat een logisch vervolg geworden op de as van de onderdoorgang van het Rijksmuseum en werd de Stadhouderskade logisch verbonden met de Amstelveenseweg. Alles in het belang van het verkeer! Alhoewel het plan van de vier meer een praatplaat bij een gedachtengang was, accepteerde de Raad het idee en schoot de Opera af. Alle verdere plannen met het terrein werden terzijde geschoven en in 1952 werd de Museumweg aangelegd. Van Eesteren was toen in dienst gekomen van PW en werkte het plan van 1928 verder uit. En dat terwijl de onderdoorgang van het Rijksmuseum al in 1931 afgesloten werd voor zwaar verkeer omdat de fundering van het gebouw de trilling niet kon doorstaan. Nog voor de Museumweg geopend werd, werden ook personenauto's geweerd en was het hele idee van een uitvalsweg naar Zuid bij voorbaat gesneuveld. Maar Van Eesteren (AUP) was inmiddels heilig verklaard en de weg werd aangelegd. Hij hield wel bij de Hobbemastraat op en men had de keuze tussen linksaf naar de Jan Luykenstraat of rechtsaf naar de Hobbemakade om op de Stadhouderskade te komen.
Eindelijk werd er een plan uitgevoerd maar al snel was niemand tevreden met de racebaan.

Intussen bleek de open ruimte - sinds de IJsclub in 1936 was vertrokken - een chaos: " 's zomers een woestijn en 's winters een modderpoel." In de Tweede Wereldoorlog had de bezetter er ook nog eens een aantal bunkers neergezet die pas in 1953 werden opgeblazen en verwijderd.
De trottoirs langs de "kortste snelweg van het land" waren in de ogen van Van Eesteren en PW prachtige flaneerroutes maar in de praktijk waaide je uit je jasje. Was het niet door de gure wind over de open vlakte, dan was het wel doordat de auto's met gemak op deze weg de 100 km/u haalden.

Tekening: Piet Spijker 1949

Ook in 1952 kreeg de KLM toestemming om op het museumterrein een busstation te bouwen. Dat was buiten alle plannen om en verstoorde zelfs de symmetrische bomenaanplant van het plan PW/Van Eesteren. Maar sinds de recente miljarden-ondersteuning voor KLM zal het u niet verbazen dat KLM het busstation in 1953-'54 tot stand bracht.
Niets duurt eeuwig, luidt het gezegde. In 1981 werd het busstation afgebroken.

De rommel van het busstation was koud opgeruimd of de demonstraties voor het consulaat van de VS begonnen. Elke misstap van de VS (en dat waren er nogal wat: rassenrellen, Vietnam, Chili, Grenada, Guatemala, Woensdrecht) was aanleiding voor een demonstratie voor het gebouw, te beginnen met de Vietnam-demonstraties. Zodra het uit de hand liep en er ruiten sneuvelden of andere vernielingen werden aangericht, werd rond het consulaat een hoog ijzeren hek geplaatst en op de straat ervoor nog eens een gemeentelijke afzetting.

Foto links: ANP 1982 (San Salvador), rechts: Wikiwand (PSP, Vietnam), onder: Leeuwarder Courant/ANP

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Oosterparkbuurt -7 - epiloog

Met hooggestemde verwachtingen en met de intentie er wat moois van te maken werd vanaf de Eerste Oosterparkstraat de nieuwe buurt volgebouwd. In de loop der jaren kreeg toch weer de kruideniersmentaliteit van de Gemeenteraad de overhand en werd per straat de kwaliteit van bouwsels eenvoudiger, om niet te zeggen slechter. De term revolutiebouw bleek steeds meer van toepassing te zijn, met als dieptepunt de Vrolikstraat. Begonnen werd zodra dat deel geannexeerd was in 1896. Er zijn nogal wat arme joodse families komen wonen door de sanering van delen van de oude Jodenbuurt.
Op de foto de Vrolikstraat in 1912.

De Oosterparkbuurt kreeg te maken met overlast door het steeds drukker wordende treinverkeer. Tot de verhoging van de spoorbaan die met de opening van het Amstelstation in 1939 pas werd afgerond, kregen bewoners te maken met lange wachttijden. Dat was niet zozeer door passerende treinen naar 't Gooi of Utrecht, maar door rangerende treinen, die heen en weer rijdend van spoor wilden veranderen. Op het kaartfragment hierboven (1922) krijgt u een indruk van hoeveel sporen er wel naast elkaar lagen. Ook de einden van de Oosterparkstraten kregen hun deel van het Rhijnspoor, daar waar vandaag de Wibautstraat loopt. Op de foto hiernaast de overgang van de Eerste Oosterparkstraat. Een zucht van verlichting toen de spoordijk met viaducten klaar was.

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Stadsrietlanden -4: treinen en toch weer koeien

Na in de vroegste geschiedenis van het spoorwezen de activiteiten buiten de stad verbannen te hebben, begon het stadsbestuur tweede helft 19de eeuw het belang van spoorwegen in te zien. Er werden druk plannen gemaakt voor spoorstations dichter bij het centrum van de stad. De rijksoverheid dwong Amsterdam tot een centraal spoorwegstation aan het IJ op drie kunstmatige eilanden. Het Oosterspoor (A'dam-Amersfoort) van de HIJSM kreeg als eerste in 1874 een kopstation op het oostelijke stationseiland. Het tracé richting Amersfoort ging langs het Oosterdok (foto) en het Funen met een spoorbrug over de Nieuwe Vaart en door de Watergraafsmeer. Op de kaart hieronder is het Oosterspoor rood gemarkeerd.
De HIJSM mocht in de Stadsrietlanden een goederenstation inrichten en op het voormalig bolwerk Jaap Hannes een goederenloods. De smalle sloot langs die loods werd verbreed en de kleine houten brug vervangen door een basculebrug. Om deze inrichtingen over water te kunnen bereiken, werden wegen aangelegd. In het verlengde van de Cruquiusstraat (Czaar Peterbuurt) werd vanaf de basculebrug de Cruquiusweg aangelegd. PW liet alle bedrijven die daar baat bij hadden flink meebetalen.

Het Oosterspoor kreeg ook aftakkingen naar het stadse deel van de Nieuwe Vaart dat m.i.v. 1876 als zeehaven diende tot de Oostelijke Handelskade in 1883 gereed was. Op de kaart hierboven is die aftakking blauw gemarkeerd. Om dit spoor te kunnen aanleggen moesten de laatste drie scheepswerfjes langs de Nieuwe Vaart verdwijnen, die al eerder door de stad opgekocht waren. Spoor en haven bleven in functie tot in 1903 de KNSM als laatste naar het IJ-eiland (het huidige KNSM-eiland) verhuisde. Vanwege het ellenlange oponthoud kregen de voetgangers vanaf de Dageraadsbrug naar de Czaar Peterstraat en de eilanden een loopbrug over dit spoor (foto). Dat spoor liep ook over het voormalige pestkerkhof, dat deels afgegraven werd waarbij er uiterste zorg gevraagd werd voor de menselijke resten die gevonden zouden worden. Het exercitieveld werd voor het spoor verplaatst naar een plek oostelijk daarvan, zeer tot ongenoegen van de schutters die nu nóg verder moesten lopen. Het in onbruik geraakte spoor langs de Nieuwe Vaart bleef tot ver na de Tweede Wereldoorlog liggen tot men daarop de Eilandenboulevard aanlegde.

 

In het derde kwartaal van de 19de eeuw groeide Amsterdam weer gestaag. Er was nieuwe bouwgrond nodig maar de stad zat nog steeds opgesloten binnen de Singelgracht. Tijd om de bestaande grond in de stad beter te benutten. In het Weesperveld lag een hoop braak of in gebruik bij zaken die niets in een stad te zoeken hadden, waaronder een asbelt (lees: vuilstort) en een veemarkt. Beiden veroorzaakten een onacceptabele stank en moesten de stad uit. Voor de veemarkt viel het oog op de Stadsrietlanden die toch niet geschikt waren voor bewoning. Op de tekening links (J.M.A.Rieke) de veemarkt t.p.v. de huidige Lepelstraat.

Nagenoeg unaniem ging de Raad akkoord met het voorstel van B&W om in de Stadsrietlanden een veemarkt te organiseren met aansluitend een gemeentelijk abattoir. Dat laatste was eindelijk mogelijk geworden door het van kracht worden van de Hinderwet in 1875. Daarmee kon het zelf slachten door slagers verboden worden in dienst van de volksgezondheid, hygiëne en dierenbescherming. In de plaats daarvan moesten zij hun vee op het gemeentelijk abattoir slachten onder toezicht van keurmeesters. De slagers weerden zich energiek met dermate doorzichtige drogredenen dat B&W geen krimp gaf. Het duurde door allerlei procedures toch nog tot 1885 eer met de bouw begonnen kon worden.

Uit bovenstaand kaartje blijkt dat alle molens en de meeste industrie speciaal voor dit complex moesten verdwijnen. Op 4 juli 1887 konden veemarkt en abattoir in gebruik genomen worden. Meteen het eerste jaar bleek wat de ware reden van de weerstand der slagers was geweest. De overheid, die accijns hief op vlees, ontving dat eerste jaar via het abattoir ƒ100.000 meer accijns dan het jaar ervoor.
Het vee kon buiten de stad om aangevoerd worden, per schip via losplaatsen aan de Nieuwe Vaart, per trein via het spoor van de HIJSM en lopend over de Zeeburgerdijk. Veevervoer over de weg telde toen nog niet mee, dat lopend door de bebouwde kom werd verboden.
De Amsterdamse veemarkt is altijd een consumptiemarkt gebleven; er werden nagenoeg alleen dieren aangevoerd voor de slacht in het naastgelegen abattoir van veeboer naar veehandelaar en niet naar collega-boer. Veemarkt en abattoir hebben hier bijna een eeuw gefunctioneerd.

Ook voor veemarkt en abattoir werden wegen en bruggen aangelegd ter ontsluiting. Tussen markt en slachthuis kreeg de Veelaan een doorsteek naar de Zeeburgerdijk met bruggen over Nieuwe Vaart en Lozingskanaal. Ook naar de veemarkt kreeg het Oosterspoor een aftakking. De Cruquiusweg werd verlengd langs de inrichtingen (foto) naar een heel nieuwe voorziening waar we volgende week aan toe komen: de Nieuwe Entrepothaven.

Alle afbeeldingen komen uit de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, tenzij anders aangegeven.

Column: Bijltjes -2

et kan raar lopen in deze wereld. De Eilanders waren de Oranjefamilie zeer toegedaan en bestreden de zichzelf verrijkende regentenkliek waar ze maar konden. Maar in de tweede helft van de negentiende eeuw verschoof hun strijd van stadse uitbuiters naar Haagse uitbuiters in de vorm van een lange reeks liberaal getinte kabinetten. En opeens heette dat “links”.
In 1869 wordt op de Eilanden de allereerste werkstaking georganiseerd. Aanleiding is de industrialisatie en mechanisering van de scheepsbouw op Wittenburg. Hout heeft afgedaan en staal doet zijn intrede. Traditioneel vakmanschap telt ineens niet meer en wat overblijft krijgt minder loon. De arbeiders worden armer en armer, de sociale onrust groeit. Werkloze Bijltjes verzamelen zich voor het huis van de burgemeester of elders in de stad om luidkeels hun ongenoegen te uiten.
Vanaf 1863 organiseren de scheepstimmerlieden van de particuliere werven zich en in 1869 is het dus raak. Zo’n 400 man verschijnt op een protestvergadering waar een nieuwe vakvereniging wordt opgericht: Eendracht. Voorman is Herman Akkerman die de werkers motiveert te gaan staken. Maar ook de vrouwen laten zich niet onbetuigd. Als een stakingsbereide werkman door zijn vrouw bewerkt wordt om door te werken, mengen andere vrouwen zich in de discussie om haar tot de orde te roepen. Stakingsbrekers en werkwilligen worden voor de poort opgewacht om ze alsnog te bewegen niet naar binnen te gaan. Strooibiljetten met opruiende teksten doen hun intrede, maar ook charges van bereden politie en cavalerie. De 1500 man personeel van Paul van Vlissingen en die van de Marinewerf leveren een dubbeltje van hun loon in voor de stakingskas. De staking levert een bescheiden overwinning op. Wie werk houdt, krijgt 20 cent meer loon en een uur arbeidstijdverkorting. En… de vakman hoeft zich niet meer als sjouwerman in te laten zetten. De stakingsleiders komen er minder goed af; Akkerman en Assenbroek wordt de toegang tot de werven ontzegd. Daarmee worden zij automatisch de leiders van nog meer verzet. Eind 1869 wordt op Kattenburg de Amsterdamse tak van “de Internationale” opgericht die direct steun toegezegd krijgt uit Londen en Brussel.

Een nieuwe leider staat op: een metaalbewerker van de Marinewerf, Willem Ansing die de communistische ideologie van Karl Marx propageert. Hij stelt zich radicaal op en protesteert tegen van alles en nog wat: het gebrek aan ongevallenverzekering, kinderarbeid, enzovoort.
Het communisme is een brug te ver voor veel Eilanders en na een tijdje gaat de Internationale-tak weer ter ziele. Ansing laat zich niet uit het veld slaan en blijft stoken. Het aantal arbeiders bij Van Vlissingen neemt af maar dat wordt gecompenseerd door nieuwe bij de NSM, de scheepswerf op Oostenburg. In 1889 wordt een nieuwe vakvereniging opgericht: Verbetering Zij Ons Streven (VZOS). De toon is iets gematigder maar de eisen voor verbetering van omstandigheden niet. Meteen in het eerste jaar boekt de VZOS succes door een loonsverhoging uit te onderhandelen. De VZOS staat aan de wieg van de Nederlandsche IJzer- en Metaalwerkersbond - met Ansing als voorzitter - die zich in 1906 aansluit bij het NVV.
Ook de katholieken doen van zich spreken; de Eilander Jan Smit wordt voorzitter van de RK Volksbond die in redelijk overleg met de werkgevers probeert tot betere arbeidsvoorwaarden te komen. Even kort door de bocht: de Volksbond gaat op in het RK Werkliedenverbond, dat de basis is van de Katholieke Arbeidersbeweging en die weer van het Nederlands Katholiek Vakverbond (NKV). Jan Smit wordt in 1903 gemeenteraadslid waar hij zich inzet voor gezondheidstoestand en woonomstandigheden van de werkman en zijn familie. Hij blijft op de Wittenburgergracht wonen en krijgt op zijn 80ste verjaardag met brandende fakkels in optocht een serenade gebracht.
Ook de Protestanten zoeken het in consensus met de werkgevers. Op de Kadijk vindt op brouwerij De Gekroonde Valk in 1876 de oprichting van Werkliedenverbond Patrimonium plaats. Voormannen zijn Klaas Kater en Bart Poesiat terwijl Willem Hovy als sociaal voelend werkgever medeoprichter is. Net als de eerder besproken vakverenigingen staat Patrimonium ook aan de basis van zo'n vereniging: het CNV.
Zonder meteen te willen zeggen dat alle grote vakverenigingen op de Eilanden zijn opgericht, kan niet ontkend worden dat de opstandige aard van de Bijltjes voedingsbodem is geweest voor de vorming ervan.

Wanneer u door deze korte schets nieuwsgierig bent geworden, kunt u meer lezen over dit onderwerp in deze scriptie (vanaf pagina 112).

Klik de omslag om te lezen.

Deze week honderd jaar geleden

Woensdag 14 juli 1920 - Tumult in de Gemeenteraad tijdens een interpellatie omtrent politieoptredens. Weer gaat het over zwemmen in openbaar water, zoals al eerder aan de orde was. Deze keer hadden agenten echter met scherp geschoten op een in de Amstel zwemmende jongen en sommige kogels hadden schepen geraakt. De interpellant had een der kogels bij zich. In dezelfde zitting werd gedebatteerd over geldelijke vergoedingen voor verwonde burgers op Wittenburg tijdens de stakingsrellen. Daarbij waren dum-dum kogels afgevuurd waardoor blijvend letsel was ontstaan.

Oude afleveringen

Hieronder weer een keuzemenu naar oude afleveringen van het jaar 2020. De keuze 2014 t/m 2019 leidt naar de laatste aflevering van het betreffende jaar, met onderaan een eigen menu voor dat jaar.

2014 2015 2016 2017 2018 2019 wk01 wk02 wk03 wk04 wk05 wk06
wk07 wk08 wk09 wk10 wk11 wk12 wk13 wk14 wk15 wk16 wk17 wk18
wk19 wk20 wk21 wk22 wk23 wk24 wk25 wk26 wk27 wk28 wk29 wk30
 

Aanmelden voor deze digitale uitgave    -    Afmelden voor deze digitale uitgave